Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 14 juli 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie die aan betrokkene was opgelegd. Betrokkene had een boete ontvangen voor het handelen in strijd met een gesloten verklaring in beide richtingen. Na een eerdere ongegronde beslissing van de officier van justitie, heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 14 juli 2023 waren zowel betrokkene als de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat het beroepschrift van betrokkene te laat was ingediend, maar dat het beroep toch geacht wordt tijdig te zijn ingesteld, omdat het beroepschrift op de tweede werkdag na afloop van de termijn door de kantonrechter is ontvangen. Betrokkene heeft aangevoerd dat de motivering van de officier van justitie niet strookt met zijn beroepsgronden. De kantonrechter oordeelt dat de officier van justitie zijn beslissing voldoende heeft gemotiveerd en dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. Betrokkene betwist de gedraging niet, maar stelt dat hij als invalide burger geen andere route naar de ING-bank had.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft ter zitting verzocht om matiging van de boete. De kantonrechter heeft dit verzoek gevolgd en de boete gematigd tot € 30,00, met handhaving van de administratiekosten van € 9,00. De uitspraak van de kantonrechter is gedeeltelijk gegrond verklaard, en de beslissing van de officier van justitie is gewijzigd. Betrokkene zal het teveel betaalde bedrag aan zekerheidstelling terugontvangen. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. A.P. Ploeger, kantonrechter, en is onderhevig aan hoger beroep bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.