ECLI:NL:RBNHO:2023:9230

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
7 juli 2023
Publicatiedatum
18 september 2023
Zaaknummer
10511167 \ WM VERZ 23-335
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen opgelegde boete voor handelen in strijd met geslotenverklaring

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, op 7 juli 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie (boete) die aan betrokkene was opgelegd. Betrokkene had beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. De zaak werd behandeld op de zitting, waar de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig was, maar betrokkene zelf niet. De kantonrechter heeft de gedraging beoordeeld, waarbij betrokkene in strijd met een geslotenverklaring in beide richtingen had gehandeld. Betrokkene voerde aan dat de gemeente was overgestapt naar een andere aanbieder, wat volgens hem de oorzaak was van de fout. De vertegenwoordiger van de officier van justitie merkte op dat betrokkene meerdere boetes in korte tijd had ontvangen, wat onredelijk was, en verzocht om de eerste boete in stand te laten en de daaropvolgende boetes te vernietigen. De kantonrechter oordeelde dat de gedragingen als aparte overtredingen moesten worden beschouwd, maar volgde het voorstel van de officier van justitie. De kantonrechter verklaarde het beroep gegrond en vernietigde de beslissing van de officier van justitie, evenals de beschikking waarbij de boete was opgelegd. Tevens werd bepaald dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling had betaald, aan hem terugbetaalt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10511167 \ WM VERZ 23-335
CJIB-nummer : 250469869
Uitspraakdatum : 7 juli 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]
(hierna te noemen: betrokkene).

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De zaak is behandeld op de zitting van 7 juli 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

2.Overwegingen

2.1.
De gedraging
De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: als bestuurder handelen in strijd met een geslotenverklaring in beide richtingen.
2.2.
Het verweer tegen de opgelegde boete
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft aangevoerd dat de gemeente is overgestapt naar een andere aanbieder en dat daardoor de fout is ontstaan. Betrokkene heeft al jaren een parkeerontheffing.
2.3.
Het standpunt van de vertegenwoordiger van de officier van justitie
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld dat aan betrokkene meerdere boetes in korte tijd zijn opgelegd en dat dit onredelijk is. Zij heeft de kantonrechter verzocht om de eerste boete in stand te laten en de daaropvolgende boetes te vernietigen.
2.4.
De beoordeling van de gedraging waarvoor de boete is opgelegd
De kantonrechter stelt vast dat aan betrokkene meerdere boetes zijn opgelegd voor het handelen in strijd met gesloten verklaring. Op zichzelf moeten deze gedragingen worden aangemerkt als aparte en te onderscheiden overtredingen, waarvoor ook telkens een boete kan worden opgelegd. De kantonrechter volgt in dit geval het voorstel van de vertegenwoordiger van de officier van justitie, omdat dat redelijk voorkomt. Gelet hierop ziet de kantonrechter aanleiding om de beschikking waarbij de onderhavige boete (de derde boete van tien boetes) is opgelegd en de beslissing van de officier van justitie te vernietigen. Het beroep is daarom gegrond.
De uitspraak
De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de
boete is opgelegd;
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. D.D.M. Hazeu, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: