Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
2.Overwegingen
“Ik ben niet door rood gereden.”
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 7 juli 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan de betrokkene wegens het niet stoppen voor een rood knipperlicht bij overweglichten. De betrokkene had eerder beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond of niet-ontvankelijk verklaarde. Hierop heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 7 juli 2023 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, terwijl de betrokkene zelf niet verscheen. De kantonrechter heeft de zaak behandeld en de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, werd als volgt omschreven: het niet stoppen voor een rood knipperlicht bij overweglichten. De betrokkene voerde aan dat de lichten uit waren en dat iedereen massaal overstak, maar de vertegenwoordiger van de officier van justitie handhaafde de beslissing en verzocht de kantonrechter om het beroep ongegrond te verklaren.
De kantonrechter overwoog dat in WAHV-zaken de verklaring van een verbalisant in beginsel voldoende grondslag biedt voor de vaststelling van de gedraging, tenzij de betrokkene specifieke feiten en omstandigheden aanvoert die aanleiding geven tot twijfel. De kantonrechter concludeerde dat de verklaring van de verbalisanten voldoende bewijs bood dat de gedraging was verricht, en dat de betrokkene onvoldoende had aangevoerd om aan de waarneming van de verbalisanten te twijfelen. De boete werd daarom terecht opgelegd en het beroep werd ongegrond verklaard. De uitspraak werd gedaan door mr. D.D.M. Hazeu, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken.