3.4Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1, 3 en 4 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat
1
hij op 29 november 2021 te Zaandam op de openbare weg, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om zich wederrechtelijk te bevoordelen, door geweld en bedreiging met geweld, [benadeelde 1] te dwingen tot de afgifte van geld, toebehorende aan [benadeelde 1],
- in de taxi van [benadeelde 1] een mes heeft getoond aan die [benadeelde 1] en daarbij heeft gezegd "Ik moet geld hebben", en
- met dit mes stekende bewegingen heeft gemaakt in de richting van de torso van die [benadeelde 1] en daarbij heeft geroepen "Waar heb je het geld", en
- die [benadeelde 1] bij de kleding heeft vastgepakt en die [benadeelde 1] heeft belet om de taxi uit te stappen, en
- met dit mes die [benadeelde 1] meerdere keren in de buikstreek heeft gestoken, en
- met dit mes in de hand die [benadeelde 1] nadat hij uit de taxi was gestapt achterna heeft gezeten,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3
hij op 24 november 2021 te Zaandam uit een winkel negen verzorgingsproducten van de merken Chanel, Chloé en Dior, toebehorende aan [benadeelde 5], heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, welke diefstal werd vergezeld en gevolgd van bedreiging met geweld tegen winkelmedewerkster [benadeelde 6], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, en om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door een mes vast te pakken en dat mes aan die [benadeelde 6] te tonen en haar daarbij dreigend de woorden toe te voegen “Niet praten”;
4
hij op 26 november 2021 te Zaandijk in een winkel, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen, door bedreiging met geweld, [benadeelde 7] te dwingen tot de afgifte van geld dat toebehoorde aan [benadeelde 8]
- met twee tabakspotten achter die toonbank, bij die [benadeelde 7], is gaan staan, en
- heeft gedreigd die tabakspotten naar die [benadeelde 7] te gooien en/of die [benadeelde 7] met die tabakspotten te slaan en daarbij op een dringende manier heeft geroepen "Geld, geld!",
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.