Uitspraak
1.Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
2.Overwegingen
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 14 juli 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene voor het parkeren op een vergunninghoudersplaats zonder de vereiste vergunning. De betrokkene, vertegenwoordigd door Appjection B.V. (T. Fleuren), had eerder beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. De zitting vond plaats op 30 juni 2023, waar zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als de gemachtigde van de betrokkene aanwezig waren.
De kantonrechter overwoog dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, het parkeren op een vergunninghoudersplaats zonder vergunning, voldoende was vastgesteld. De betrokkene voerde aan dat de verkeerssituatie onduidelijk was en dat het bord niet goed zichtbaar was. Echter, de kantonrechter oordeelde dat de verklaring van de verbalisant voldoende bewijs bood voor de gedraging en dat de betrokkene verantwoordelijk was voor het opmerken van de verkeersborden. De kantonrechter concludeerde dat er geen reden was om de boete te matigen en verklaarde het beroep ongegrond. Tevens werd het verzoek om vergoeding van proceskosten afgewezen.
De uitspraak benadrukt het belang van oplettendheid van weggebruikers ten aanzien van verkeersborden en bevestigt dat de verklaring van een verbalisant in WAHV-zaken voldoende kan zijn voor de vaststelling van een gedraging. De betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete boven de € 110,00 is vastgesteld.