ECLI:NL:RBNHO:2023:9049

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
14 juli 2023
Publicatiedatum
11 september 2023
Zaaknummer
10475257 \ WM VERZ 23-312
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen opgelegde boete wegens handelen in strijd met geslotenverklaring

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 14 juli 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie (boete) die aan de betrokkene was opgelegd. De betrokkene, vertegenwoordigd door Appjection B.V. (T. Fleuren), had beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. De zaak werd behandeld op de zitting van 30 juni 2023, waar zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als de gemachtigde van de betrokkene aanwezig waren.

De gedraging waarvoor de boete was opgelegd, betrof het handelen in strijd met een geslotenverklaring in beide richtingen. De betrokkene voerde aan dat hij op aanwijzing van een verkeersregelaar linksaf had geslagen en dat de hoorplicht was geschonden, wat zou moeten leiden tot een matiging van de boete. De vertegenwoordiger van de officier van justitie erkende de schending van de hoorplicht, maar verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.

De kantonrechter oordeelde dat de schending van de hoorplicht leidde tot de vernietiging van de beslissing van de officier van justitie en de opgelegde boete. De rechter gaf de betrokkene het voordeel van de twijfel en wees het verzoek om proceskostenvergoeding toe, waarbij de totale kosten werden vastgesteld op € 1.284,75. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. A.P. Ploeger, kantonrechter, en de griffier. Tegen deze uitspraak kan binnen 6 weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10475257 \ WM VERZ 23-312
CJIB-nummer : 245262618
Uitspraakdatum : 14 juli 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
[betrokkene]
(hierna te noemen: betrokkene)
gemachtigde : Appjection B.V. (T. Fleuren)

1.Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

1.1.
Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De zaak is behandeld op de zitting van 30 juni 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. De gemachtigde van betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.

2.Overwegingen

2.1.
De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: als bestuurder handelen in strijd met een geslotenverklaring in beide richtingen.
2.2.
Betrokkene is het niet eens met de opgelegde boete en door gemachtigde van betrokkene is namens betrokkene aangevoerd dat betrokkene vanaf de parkeergarage op aanwijzing van een verkeersregelaar linksaf sloeg. Daarnaast was het paaltje naar beneden. Ook is de hoorplicht geschonden en dit moet leiden tot een matiging van 25 procent.
2.3.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld dat de hoorplicht inderdaad is geschonden. Dit leidt tot vernietiging van de beslissing van de officier van justitie, maar niet tot matiging van 25 procent, zoals gemachtigde aangeeft. Voor het overige heeft de vertegenwoordiger van de officier van justitie verzocht om het beroep ongegrond te verklaren. Op de zitting heeft de vertegenwoordiger van de officier van justitie een foto van de gedraging en schouwrapporten overgelegd.
2.4.
Betrokkene geeft aan dat hij op aanwijzing van een verkeersregelaar linksaf moest. Gezien het gemotiveerde standpunt van betrokkene lag het opvragen van een aanvullende proces-verbaal door de officier van justitie in de rede. De kantonrechter ziet thans geen reden om de officier van justitie nog in de gelegenheid te stellen om een nader proces-verbaal te overleggen, omdat de officier die gelegenheid al voldoende heeft gehad. Betrokkene krijgt dan ook het voordeel van de twijfel. De beschikking waarbij de boete is opgelegd en de beslissing van officier van justitie zullen worden vernietigd.
2.5.
Het verzoek om een proceskostenvergoeding wordt toegewezen, omdat betrokkene gelijk krijgt. Met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht zullen die kosten worden vastgesteld op een bedrag van in totaal € 1.284,75. Daarbij is voor de procedure bij de officier van justitie een proceskostenvergoeding bepaald van € 447,75 (1,5 punten voor het beroepschrift en de hoorzitting, wegingsfactor 0,5, waarde per punt € 597,00) en voor de procedure bij de kantonrechter een proceskostenvergoeding van € 837,00 (2 punten voor het beroepschrift en de zitting, wegingsfactor 0,5, waarde per punt € 837,00).
De uitspraak
De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de
boete is opgelegd;
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt;
‒ veroordeelt de officier van justitie tot het vergoeden van de proceskosten van betrokkene tot een bedrag van € 1.284,75 en wijst de Staat aan als rechtspersoon die deze kosten moet vergoeden;
‒ bepaalt dat het voornoemd bedrag aan de gemachtigde van betrokkene zal worden uitbetaald door het Centraal Justitieel Incassobureau te Leeuwarden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.P. Ploeger, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: