Uitspraak
1.Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
2.Overwegingen
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 30 juni 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie (boete) die aan de betrokkene was opgelegd. De betrokkene had beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. De zaak werd behandeld op de zitting, waar de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig was, maar de betrokkene en zijn gemachtigde niet. De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.
De gedraging waarvoor de boete was opgelegd, betrof het parkeren op een parkeergelegenheid, terwijl het voertuig niet tot de aangegeven categorie of groep voertuigen behoorde. De betrokkene betwistte de boete en voerde aan dat zijn voertuig op een autodateplaats stond, wat geen officieel verkeersbord is volgens het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens (RVV). De kantonrechter oordeelde dat de verklaring van de verbalisant summier was en volgde het verzoek van de vertegenwoordiger van de officier van justitie om het beroep gegrond te verklaren.
De kantonrechter vernietigde de beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de boete was opgelegd. Tevens werd bepaald dat de officier van justitie het bedrag dat de betrokkene als zekerheidstelling had betaald, aan hem moest terugbetalen. De proceskosten van de betrokkene werden vastgesteld op € 866,25, die door de Staat der Nederlanden moesten worden vergoed. De uitspraak werd gedaan door mr. A.P. Ploeger, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken.