ECLI:NL:RBNHO:2023:9037

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
30 juni 2023
Publicatiedatum
11 september 2023
Zaaknummer
10487242 \ WM VERZ 23-321
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens snelheidsovertreding buiten bebouwde kom

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, op 30 juni 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene wegens het rijden van 25 km per uur harder dan toegestaan op een (auto)weg buiten de bebouwde kom. De betrokkene had beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar de betrokkene zelf was niet verschenen.

De kantonrechter heeft de zaak behandeld en de feiten vastgesteld. De betrokkene betwistte de gemeten snelheid en stelde dat hij niet de bestuurder was op het moment van de overtreding. De vertegenwoordiger van de officier van justitie handhaafde echter de beslissing en verzocht de kantonrechter om het beroep ongegrond te verklaren. De kantonrechter overwoog dat volgens artikel 5 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) de boete wordt opgelegd aan degene op wiens naam het kenteken ten tijde van de gedraging was ingeschreven, ongeacht of de betrokkene zelf de bestuurder was.

De kantonrechter concludeerde dat de verklaring van de verbalisant voldoende grondslag bood voor de vaststelling van de gedraging. De gegevens in het dossier, waaronder een foto van het motorrijtuig van de betrokkene en de meting van de snelheid, gaven geen aanleiding om aan de juistheid van de meting te twijfelen. De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond, en de betrokkene werd in de gelegenheid gesteld om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10487242 \ WM VERZ 23-321
CJIB-nummer : 247005503
Uitspraakdatum : 30 juni 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]
(hierna te noemen: betrokkene).

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De zaak is behandeld op de zitting van 30 juni 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

2.Overwegingen

2.1.
De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: 25 km per uur harder rijden dan mag op een (auto)weg buiten bebouwde kom (verkeersbord A1).
2.2.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft aangevoerd dat de gemeten snelheid niet klopt. De snelheidsmeter van het motorrijtuig gaf aan dat betrokkene de goede snelheid reed. Betrokkene was niet de bestuurder op dat moment.
2.3.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.
2.4.
Artikel 5 WAHV bepaalt dat wanneer is vastgesteld dat een gedraging heeft plaatsgevonden met of door middel van een motorrijtuig waarvoor een kenteken is opgegeven, maar niet meteen is vastgesteld wie daarvan de bestuurder is, de boete wordt opgelegd aan degene op wiens naam het kenteken ten tijde van de gedraging in het kentekenregister was ingeschreven. Anders dan betrokkene aanvoert gaat het er dus niet om of betrokkene zelf op de in de beschikking vermelde tijd en plaats is geweest, maar om de vraag of voldoende vaststaat dat het motorrijtuig waarvan het kenteken op dat moment op naam van betrokkene stond daar is geweest en of daarmee de vermelde gedraging is verricht.
In WAHV-zaken biedt de verklaring van een verbalisant in beginsel voldoende grondslag voor de vaststelling van de gedraging. Dit is anders indien de betrokkene voor zijn zaak specifieke feiten en omstandigheden aanvoert die aanleiding geven te twijfelen.
De gegevens waarop de ambtenaar zich bij de oplegging van de sanctie heeft gebaseerd, zijn opgenomen in het zaakoverzicht. Dit zaakoverzicht bevat de informatie die in de inleidende beschikking is vermeld en daarnaast onder meer de volgende gegevens:
"(…) Door mij is waargenomen hetgeen langs elektronische weg is geconstateerd en digitaal is vastgelegd. De werkelijke snelheid stelde ik vast m.b.v. een voor de meting getest, goedgekeurd en op de voorgeschreven wijze gebruikt snelheidsmeetmiddel.
Gemeten (afgelezen) snelheid : 109 km/u.
Werkelijke (gecorrigeerde) snelheid : 105 km/u.
Toegestane snelheid : 80 km/u..
Overschrijding met : 25 km/u.(…)”
Het dossier bevat een foto waarop in het midden het motorrijtuig van betrokkene zich bevindt op de rechter rijbaan. Ook is aan de linkerzijde van de foto vaag een voorruit van een ander motorrijtuig te zien. Onder deze foto wordt het kenteken van het motorrijtuig van betrokkene vergroot weergegeven. Om eventuele meetfouten te voorkomen maakt de politie gebruik van beoordelingslijnen op de foto. In dit bereik (tussen beide verticale beoordelingslijnen) mogen geen andere motorrijtuigen zichtbaar zijn om eventuele meetfouten uit te sluiten. Binnen die twee lijnen is geen ander voertuig zichtbaar. Er is geen reden te twijfelen aan de juistheid van de meting. De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen. Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.
De uitspraak
De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.P. Ploeger, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: