ECLI:NL:RBNHO:2023:9035

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
30 juni 2023
Publicatiedatum
11 september 2023
Zaaknummer
10420972 \ WM VERZ 23-208
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens niet-verzekeren van motorrijtuig

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, op 30 juni 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De sanctie was het gevolg van het niet afsluiten en in stand houden van de vereiste verzekering voor een motorrijtuig. Betrokkene had tegen de beslissing van de officier van justitie beroep ingesteld, nadat deze het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 30 juni 2023 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen.

Betrokkene voerde aan dat zijn voertuig total loss was verklaard nadat het te water was geraakt en dat hij een nieuwe auto had aangeschaft, maar vergeten was dit aan de verzekering door te geven. Hij dacht dat alles geregeld was omdat er premie werd afgeschreven, maar deze afschrijvingen bleken te zijn voor het voertuig dat te water was geraakt. Betrokkene deed ook een beroep op zijn persoonlijke en financiële omstandigheden.

De kantonrechter overwoog dat de boete terecht was opgelegd, omdat het voertuig op de betreffende datum onverzekerd was en niet geschorst bij de RDW. Echter, de kantonrechter vond het verweer van betrokkene, ondersteund door bewijsstukken zoals een vrijwaringsbewijs en afschrijvingen van de verzekeringspremie, aannemelijk. Gezien de persoonlijke en financiële omstandigheden van betrokkene besloot de kantonrechter de boete te matigen tot nihil. Het beroep werd gedeeltelijk gegrond verklaard en de beslissing van de officier van justitie werd gewijzigd.

De uitspraak hield in dat de kantonrechter het beroep gedeeltelijk gegrond verklaarde, de boete matigde tot nihil en bepaalde dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling had betaald, aan hem terugbetaalde. De uitspraak werd gedaan door mr. A.P. Ploeger, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10420972 \ WM VERZ 23-208
CJIB-nummer : 251457129
Uitspraakdatum : 30 juni 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]
(hierna te noemen: betrokkene).

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De zaak is behandeld op de zitting van 30 juni 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

2.Overwegingen

2.1.
De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: voor een motorrijtuig niet de vereiste verzekering afsluiten en in stand houden.
2.2.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft aangevoerd dat het voertuig total loss is verklaard nadat deze te water is geraakt. Betrokkene heeft vervolgens een nieuwe auto aangeschaft, maar was vergeten om dit aan de verzekering door te geven. Betrokkene was in de veronderstelling dat het geregeld was, omdat er premie afgeschreven werd. Achteraf bleken de afschrijvingen te zijn geweest voor het voertuig die te water was geraakt in plaats van de nieuwe auto. Daarnaast doet betrokkene een beroep op zijn persoonlijke en financiële omstandigheden.
2.3.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.
2.4.
De kantonrechter overweegt dat de boete terecht is opgelegd omdat het voertuig op de genoemde datum onverzekerd was en evenmin geschorst bij de RDW. De kantonrechter acht het verweer van betrokkene, welk onderbouwd is met stukken - zoals een vrijwaringsbewijs en afschrijvingen van de verzekeringspremie - aannemelijk. Gelet hierop en gelet op de door betrokkene aangevoerde persoonlijke en financiële omstandigheden ziet te kantonrechter aanleiding om de boete in dit specifieke geval te matigen tot nihil. Het beroep is gelet op de matiging gedeeltelijk gegrond. De beslissing van officier van justitie zal worden gewijzigd.
De uitspraak
De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie, in die zin dat de boete wordt gematigd tot nihil;
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.P. Ploeger, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: