ECLI:NL:RBNHO:2023:8990

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
16 juni 2023
Publicatiedatum
8 september 2023
Zaaknummer
10475237 \ WM VERZ 23-309
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen opgelegde administratieve sanctie wegens verlopen keuringsbewijs voor motorrijtuig

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 16 juni 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan de betrokkene. De betrokkene had een boete ontvangen omdat het keuringsbewijs van zijn motorrijtuig, dat minder dan 3500 kg woog, zijn geldigheid had verloren. De betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 16 juni 2023 was de betrokkene niet aanwezig, maar zijn gemachtigde, Boete.nu, vertegenwoordigd door M.J.M. Bergers, had verweer gevoerd. De gemachtigde stelde dat het voertuig naar de sloop was gebracht en niet meer in staat was om te rijden, en dat er inmiddels een vrijwaringsbewijs was ontvangen.

De vertegenwoordiger van de officier van justitie handhaafde de beslissing en verzocht de kantonrechter om het beroep ongegrond te verklaren. De kantonrechter overwoog dat de boete terecht was opgelegd, omdat het voertuig op 29 maart 2022 niet APK gekeurd was en het keuringsbewijs op 21 januari 2022 al was verlopen. De kantonrechter oordeelde dat de betrokkene verantwoordelijk was voor het naleven van de keuringsplicht en dat onwetendheid niet als excuus kon dienen. De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om proceskosten af, omdat er geen aanleiding was om deze toe te kennen. De uitspraak werd openbaar gedaan door mr. D.D.M. Hazeu, kantonrechter, en de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10475237 \ WM VERZ 23-309
CJIB-nummer : 248424742
Uitspraakdatum : 16 juni 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
[betrokkene]
(hierna te noemen: betrokkene)
gemachtigde : Boete.nu (M.J.M. Bergers)

1.Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

1.1.
Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De zaak is behandeld op de zitting van 16 juni 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene en gemachtigde van betrokkene zijn niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

2.Overwegingen

2.1.
De gedraging
De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: voor het motorrijtuig van 3500 kg of minder heeft het keuringsbewijs zijn geldigheid verloren.
2.2.
Het verweer tegen de opgelegde boete
Betrokkene is het niet eens met de opgelegde boete en door gemachtigde van betrokkene is namens betrokkene aangevoerd dat het voertuig naar de sloop is gebracht. Het voertuig is niet in staat om te rijden. Inmiddels heeft betrokkene ook een vrijwaringsbewijs ontvangen.
2.3.
Het standpunt van de vertegenwoordiger van de officier van justitie
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.
2.4.
De beoordeling van de gedraging waarvoor de boete is opgelegd
De kantonrechter overweegt dat de boete terecht is opgelegd omdat het voertuig op 29 maart 2022 niet APK gekeurd was en evenmin geschorst bij de RDW, terwijl het keuringsbewijs op 21 januari 2022 al was verlopen. Aansprakelijkheid voor naleving van de keuringsplicht brengt mee dat van de betrokkene mag worden verwacht dat hij op de hoogte is van de geldende voorschriften. Onwetendheid komt dan ook voor rekening van de betrokkene. Indien een en ander voor de betrokkene niet duidelijk was, had het op zijn weg gelegen om zich hierover te laten informeren door de RDW. De kantonrechter ziet in hetgeen namens betrokkene is aangevoerd noch in het dossier aanleiding om te oordelen dat een boete achterwege moet blijven.
2.5.
Proceskosten
De kantonrechter ziet geen aanleiding om proceskosten toe te kennen, omdat het beroep ongegrond wordt verklaard.
De uitspraak
De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond;
‒ wijst het verzoek om vergoeding van de proceskosten af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. D.D.M. Hazeu, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: