ECLI:NL:RBNHO:2023:8983

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
16 juni 2023
Publicatiedatum
8 september 2023
Zaaknummer
10446277 \ WM VERZ 23-258
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens parkeren zonder parkeerschijf

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 16 juni 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene voor het parkeren van een motorvoertuig op meer dan twee wielen bij een blauwe streep zonder een duidelijk geplaatste parkeerschijf. Betrokkene had eerder beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen.

Betrokkene voerde aan dat zij in het bezit was van een parkeervergunning, die echter op naam van haar overleden echtgenoot stond. Ze dacht dat de vergunning via het kenteken liep en had in februari 2022 een nieuwe parkeervergunning aangevraagd. De vertegenwoordiger van de officier van justitie verzocht de kantonrechter om de boete te matigen tot € 30,00. De kantonrechter oordeelde dat de boete terecht was opgelegd, omdat er geen parkeerschijf in het voertuig aanwezig was, maar besloot de boete te matigen tot € 30,00, met handhaving van de administratiekosten.

De uitspraak van de kantonrechter verklaarde het beroep gedeeltelijk gegrond en wijzigde de beslissing van de officier van justitie. Tevens werd bepaald dat het teveel betaalde bedrag aan betrokkene terugbetaald moest worden. Tegen deze uitspraak kan binnen 6 weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10446277 \ WM VERZ 23-258
CJIB-nummer : 249101040
Uitspraakdatum : 16 juni 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]
(hierna te noemen: betrokkene).

1.Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

1.1.
Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De zaak is behandeld op de zitting van 16 juni 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

2.Overwegingen

2.1.
De gedraging
De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: motorvoertuig op meer dan twee wielen parkeren bij blauwe streep terwijl niet voorzien van een duidelijk geplaatste parkeerschijf.
2.2.
Het verweer tegen de opgelegde boete
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft aangevoerd dat zij in het bezit is van een parkeervergunning. De man van betrokkene is afgelopen jaar overleden en kennelijk stond de parkeervergunning op zijn naam. Betrokkene dacht dat dit via het kenteken liep. Betrokkene heeft in februari 2022 een nieuwe parkeervergunning aangevraagd en hiervan een factuur overgelegd. Betrokkene heeft 2 boetes ontvangen.
2.3.
Het standpunt van de vertegenwoordiger van de officier van justitie
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting de kantonrechter verzocht om de boete te matigen tot € 30,00.
2.4.
De beoordeling van de gedraging waarvoor de boete is opgelegd
In de aanvullende verklaring van de verbalisant is vermeld dat er ten tijde van de gedraging geen parkeerrechten bekend zijn. Dit betekent dat betrokkene om te mogen parkeren een parkeerschijf had moeten gebruiken. Er lag geen parkeerschijf in het voertuig zodat de gedraging is begaan. De boete is dan ook terecht is opgelegd. Echter, ziet de kantonrechter in dit specifieke geval zoals ook is voorgesteld namens de officier van justitie, aanleiding om de boete te matigen tot € 30,00 (met handhaving van de administratiekosten). Het beroep is gelet op de matiging gedeeltelijk gegrond. De beslissing van officier van justitie zal worden gewijzigd.
De uitspraak
De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie, in die zin dat de boete wordt gematigd tot een bedrag van € 30,00 (met handhaving van de administratiekosten);
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene teveel als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. D.D.M. Hazeu, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: