ECLI:NL:RBNHO:2023:8979

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
16 juni 2023
Publicatiedatum
8 september 2023
Zaaknummer
10475126 \ WM VERZ 23-297
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gedeeltelijke gegrondverklaring van beroep tegen administratieve sanctie voor parkeren zonder vergunning

Op 16 juni 2023 heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, uitspraak gedaan in een zaak betreffende een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene voor het parkeren op een parkeerplaats voor vergunninghouders zonder de vereiste vergunning. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 16 juni 2023 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, evenals de gemachtigde van betrokkene. De gemachtigde voerde aan dat betrokkene de kentekenhouder was van het voertuig, maar dat hij onverwachts de auto van betrokkene had geleend en vergeten was de ontheffing voor zijn eigen auto in de geleende auto te leggen. Tevens werd er gewezen op een recent gewijzigde verkeerssituatie.

De vertegenwoordiger van de officier van justitie stelde voor om betrokkene het voordeel van de twijfel te geven en het beroep gedeeltelijk gegrond te verklaren. De kantonrechter oordeelde dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, erkend was door de gemachtigde van betrokkene. Echter, de bijzondere omstandigheden, waaronder de ontheffing die de gemachtigde bezat, gaven aanleiding om de boete te matigen tot nihil. De kantonrechter verklaarde het beroep gedeeltelijk gegrond en wijzigde de beslissing van de officier van justitie, zodat de boete werd gematigd tot een bedrag tot nihil. Tevens werd bepaald dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling had betaald, aan hem terugbetaalt. Deze uitspraak werd gedaan door mr. D.D.M. Hazeu, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10475126 \ WM VERZ 23-297
CJIB-nummer : 244599788
Uitspraakdatum : 16 juni 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

1.Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

1.1.
Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De zaak is behandeld op de zitting van 16 juni 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Gemachtigde van betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

2.Overwegingen

2.1.
De gedraging
De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: parkeren op parkeerplaats vergunninghouders (Bord E9) zonder vergunning voor dat voertuig.
2.2.
Het verweer tegen de opgelegde boete
Gemachtigde van betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft namens betrokkene aangevoerd dat betrokkene de kentekenhouder is van het voertuig. Hij moest onverwachts de auto van betrokkene lenen. Gemachtigde van betrokkene heeft een ontheffing voor zijn eigen auto en was vergeten om deze ontheffing in de geleende auto neer te leggen. Er is een kopie van de ontheffing overgelegd. Daarnaast was er sprake van een recent gewijzigde verkeerssituatie.
2.3.
Het standpunt van de vertegenwoordiger van de officier van justitie
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting voorgesteld om betrokkene het voordeel van de twijfel te geven en het beroep gedeeltelijk gegrond te verklaren.
2.4.
De beoordeling van de gedraging waarvoor de boete is opgelegd
Gemachtigde van betrokkene heeft de gedraging erkend zodat deze is komen vast te staan. Er wordt een beroep gedaan op de bijzondere omstandigheden van het geval. De kantonrechter is het met de vertegenwoordiger van de officier van justitie eens dat de door gemachtigde van betrokkene aangevoerde omstandigheden welke ter zitting nader zijn toegelicht aanleiding geven om de boete te matigen tot nihil. Daarbij weegt mee dat gemachtigde van betrokkene in het bezit was van een ontheffing om ter plaatse te mogen parkeren. Het beroep is gelet op de matiging gedeeltelijk gegrond. De beslissing van officier van justitie zal worden gewijzigd.
De uitspraak
De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie, in die zin dat de boete wordt gematigd tot een bedrag tot nihil;
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. D.D.M. Hazeu, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: