ECLI:NL:RBNHO:2023:8963

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
9 juni 2023
Publicatiedatum
8 september 2023
Zaaknummer
10421366 \ WM VERZ 23-214
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen opgelegde administratieve sanctie wegens snelheidsovertreding

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Zaanstad, op 9 juni 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De sanctie was het gevolg van een snelheidsovertreding waarbij betrokkene 9 km per uur te hard zou hebben gereden binnen de bebouwde kom. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 9 juni 2023 is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen, evenals betrokkene. De kantonrechter heeft de zaak behandeld en de argumenten van betrokkene gehoord. Betrokkene ontkende de gedraging en verwees naar de verklaring van de verbalisant, die in een aanvullend proces-verbaal had aangegeven dat de snelheidsovertreding niet door betrokkene was begaan, maar door een ander voertuig waarvan het kenteken niet leesbaar was.

De kantonrechter heeft de argumenten van de officier van justitie gevolgd en geoordeeld dat de boete ten onrechte aan betrokkene was opgelegd. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de beslissing van de officier van justitie vernietigd en bepaald dat het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan hem moet worden terugbetaald. De uitspraak is gedaan door mr. M. Woerdman, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknummer : 10421366 \ WM VERZ 23-214
CJIB-nummer : 250928735
Uitspraakdatum : 9 juni 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]
[gemachtigde]

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De zaak is behandeld op de zitting van 9 juni 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

2.Overwegingen

2.1.
De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: 9 km per uur harder rijden dan mag binnen de bebouwde kom.
2.2.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd. Betrokkene ontkent dat de gedraging naar aanleiding waarvan de boete is opgelegd, is verricht en verwijst daartoe naar de verklaring van de verbalisant.
2.3.
Op de zitting heeft de vertegenwoordiger van de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat naar aanleiding van de verklaring van de verbalisant in het aanvullend proces-verbaal van 3 november 2022 is komen vast te staan dat de gedraging niet is verricht door betrokkene. De verbalisant heeft verklaard dat de zwarte personenauto op rijbaan 2RD het voertuig is welke de snelheidsovertreding heeft begaan. Het kenteken van dit voertuig is niet leesbaar omdat het zicht op het kenteken wordt ontnomen door het voertuig van betrokkene met kenteken [kenteken]. De boete is ten onrechte opgelegd aan betrokkene.
2.4.
De kantonrechter volgt de vertegenwoordiger van de officier van justitie en bepaalt
daarom dat het beroep gegrond is en de beslissing van officier van justitie en de beschikking waarbij de boete is opgelegd zullen worden vernietigd.
De uitspraak
De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de
boete is opgelegd;
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Woerdman, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: