ECLI:NL:RBNHO:2023:8900

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
7 september 2023
Publicatiedatum
7 september 2023
Zaaknummer
15/130343-23
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Openlijk geweld na voetbalwedstrijd AZ-West Ham met privacy schending

Op 18 mei 2023 vond er na de voetbalwedstrijd AZ tegen West Ham een gewelddadig voorval plaats in het AFAS-stadion te Alkmaar. De verdachte, die aanwezig was, heeft openlijk geweld gepleegd tegen een West Ham-speler en andere aanwezigen. De politierechter heeft vastgesteld dat de verdachte een trappende beweging heeft gemaakt, maar niet bewezen kon worden dat deze daadwerkelijk iemand heeft geraakt. De verdachte werd herkend op beelden die ten onrechte op Opsporing Verzocht zijn getoond, wat leidde tot een schending van zijn privacy. De politierechter oordeelde dat er sprake was van onherstelbaar vormverzuim, wat resulteerde in strafvermindering. De verdachte kreeg een taakstraf van 120 uren opgelegd en een locatieverbod voor het AFAS-stadion voor de duur van één jaar. De politierechter benadrukte de ernst van het geweld en de impact op de veiligheid in de samenleving, maar hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn opleiding en werk.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Alkmaar
Politierechter
Parketnummer: 15/130343-23
Uitspraakdatum: 07 juni 2023
Tegenspraak
Proces-verbaalvan het verhandelde op de openbare terechtzitting van 07 juni 2023.
mr. A. Buiskool, politierechter,
mr. S. Bahta, griffier,
mr. C.J. Booij, officier van justitie.
De
politierechterdoet de zaak tegen de na te noemen verdachte uitroepen.
In dit proces-verbaal zijn mededelingen van de procesdeelnemers steeds zakelijk en verkort weergegeven.
De
verdachte, ter terechtzitting aanwezig, antwoordt op vragen van de politierechter te zijn genaamd:
[verdachte],
geboren op [geboorteplaats en -datum],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres 1].
Als
raadsman van verdachteis ter terechtzitting aanwezig mr. C.J.J. Visser, advocaat te Amsterdam.
De
politierechtervermaant de verdachte oplettend te zijn op hetgeen hij zal horen en deelt hem mede dat hij niet tot antwoorden is verplicht.
De
officier van justitiedraagt de zaak voor.
De
politierechterdeelt mede de korte inhoud van alle stukken van het onderzoek, voor zover van belang met het oog op enige door de politierechter te nemen beslissing.
De
verdachte, ter terechtzitting ondervraagd, verklaart – zakelijk weergegeven – als volgt:
A
Ik stond bovenaan de trap en keek uit op het hek. Ik zag dat mensen het hek omduwden en dat het hek is omgegaan. Ik ben daarheen gelopen. Omdat het allemaal erg dichtbij kwam, maakte ik een trappende beweging. Dat is te zien op de filmbeelden die U mij toont. Dat ben ik en ik maak een trappende beweging.
B
Na de wedstrijd was ik nog vol van de emotie. Ik was naar mijn vader toegegaan. Wij zagen wat er gebeurde in het stadion. Ik vond dat wel spannend. Mijn vader waarschuwde mij er niet heen te gaan. Ik had niet de intentie iemand te verwonden. Er ontstond sensatie en ik stond in het midden tussen twee trappen. Op beide trappen nam een gevecht plaats en ik werd klem gelopen. De jongens die voor mij stonden, kregen rake klappen.
U toont mij de beelden. Doordat het geheel dichterbij mij kwam, stapte ik iets naar voren. Ik raakte in paniek. Nadat ik de trappende beweging maakte, stapte ik direct naar achter. Toen bedacht ik mij dat ik daar niets te zoeken heb. Ik weet 100% zeker dat ik niemand geraakt heb. Daarna ben ik teruggelopen en ben ik naar mijn ouders gegaan. Een aantal dagen later zag ik mijzelf op Opsporing Verzocht. Ik had niet verwacht dat er beelden van mij zouden worden getoond anders had ik mij zelf wel gemeld bij de politie.
Ik had weg moeten gaan. Ik heb er veel spijt van.
De
raadsmanmerkt, naar aanleiding van het tonen van de beelden op zitting, het volgende op:
Ik zie aan het eind een andere West Ham-speler met zijn rug tegen cliënt staan. Hij houdt hem van zich af.
In het proces-verbaal van bevindingen van 22 mei 2023 inzake ‘beschrijven camerabeelden geweld [naam 1]’ van verbalisant [naam 2] wordt er geschreven dat cliënt de West Ham-speler trapt. De verbalisanten geloofden cliënt vanaf het begin af aan niet. Tijdens het verhoor bij de politie van 25 mei 2023 verklaart cliënt dat hij niemand heeft geraakt, waarop de verbalisant hem vraagt ‘was je onder invloed van alcohol of drugs?’ Op de beelden zien wij dat de verklaring van cliënt klopt.
De
politierechterstelt vast dat op de beelden niet is te zien of de trap van de verdachte iemand heeft geraakt.
De
verdachte, ter terechtzitting ondervraagd, verklaart als volgt omtrent zijn persoonlijke omstandigheden:
De voorlopige hechtenis is geschorst, omdat ik (vorige week en deze week) examens moest afleggen. Ik heb vandaag één examen gemist, maar dat examen kan ik herkansen. Ik volg een horeca-management opleiding in Amsterdam. Mijn opa heeft een café gehad, mijn vader heeft deze overgenomen en ik wil dat graag ook. Ik werk bij het café. Ik heb een bijbaan bij de ijsmakerij. Ik woon bij mijn ouders.
De
officier van justitievoert het woord als volgt:
Ik acht het aan verdachte ten laste gelegde openlijk geweld wettig en overtuigend bewezen. In het proces-verbaal van bevindingen van 22 mei 2023 inzake ‘beschrijven camerabeelden geweld [naam 1]’ van verbalisant [naam 2] (pagina V-12-02, digitaal dossierpagina 44 e.v.) schrijft de verbalisant: ‘Ik zag dat verdachte [naam 1] tussen de trap en het hek een slachtoffer/voetbalspeler éénmaal met zijn rechterbeen met volle kracht tegen de zijkant van zijn lichaam aantrapte.’ In het proces-verbaal van bevindingen van 30 mei 2023 van verbalisant [naam 3] (digitaal dossierpagina 47 e.v.) schrijft de verbalisant: ‘Ik zie dat [verdachte] met zijn rechterbeen een voorwaartse trap maakt in de richting van kennelijk een West Ham United speler. Ik zie dat dit een West Ham United speler betreft. Ik zie namelijk dat deze speler hetzelfde spelerstenue draagt als de speler die linksboven in beeld van het veld afgaat. Ik zie dat deze speler over de bebording stapt. Ik zie vervolgens dat deze West Ham speler zijn teamgenoot te hulp schiet door hem weg te trekken.
Ik zie dat [verdachte] zich niet afzijdig houd van het strijdgewoel maar juist de keuze maakt om de WEST HAM speler te trappen. Hieruit kan ik opmaken dat de voorwaartse trap van [verdachte] juist een aanvallende actie is.
Ik zie dat [verdachte], nadat hij de trap had gegeven, zich wederom niet afzijdig houdt en tussen het strijdgewoel blijft staan.
[verdachte] had genoeg gelegenheid om zich terug te trekken voordat hij de voorwaartse trap maakte en daarna. Ik zie namelijk dat [verdachte] op geen enkele manier wordt aangevallen en geen gevaar loopt.’
Op basis van deze beschrijvingen en de still (digitaal dossierpagina 50) stel ik vast dat de verdachte met kracht naar de speler heeft geschopt. Op basis van de beelden kan echter niet worden vastgesteld dat de schop iemand heeft geraakt. Wij kunnen alleen vaststellen dat de verdachte hard schopte.
De verdachte is op Opsporing Verzocht herkend. Ik vind het lastig om te horen dat de verdachte zegt dat hij eigenlijk niets heeft gedaan. Een explosie van geweld in het stadion, zoals tijdens en na de voetbalwedstrijd AZ – West Ham is al heel lang niet meer voorgekomen in Nederlandse voetbalstadions. Er zijn altijd wel incidenten met voorwerpen die op het veld worden gegooid, een enkeling die het veld betreedt of spreekkoren, maar dergelijk massaal (uiteindelijk zijn er zo’n 200 leden van de harde kern betrokken geweest bij de gevechten op de hoofdtribune en bij gevechten met de ME) en excessief geweld is en was ongekend. Het geweld heeft veel gevolgen gehad. In de eerste plaats natuurlijk de pijn en angst van de directe slachtoffers. Maar ook gevoelens van onveiligheid en angst bij toeschouwers in het stadion die lijdzaam moesten toezien hoe de groep tekeer ging. Daarbij speelt een rol dat de verdachten niet hebben gevochten met de harde kern van West Ham-supporters in het uitvak, maar dat zij de West Ham-genodigden op de hoofdtribune hebben aangevallen, waar onder andere familieleden en sponsoren zaten, midden tussen de gewone AZ-supporters die, al dan niet met vrouw en kind, naar de wedstrijd kwamen kijken. Uiteindelijk zijn zelfs spelers van West Ham United betrokken geraakt bij de gevechten, toen zij probeerden hun familieleden te beschermen. Het gedrag van de verdachten heeft dan ook tot veel nationale en internationale verontwaardiging en onbegrip geleid. Verdachte heeft daarmee ook niet alleen zichzelf, maar ook zijn club voor schut gezet.
De verdachte is degene geweest die ervoor gezorgd heeft dat er voetbalspelers hierbij betrokken zijn geraakt. De verdachte heeft – ondanks het feit dat hij niet in het nauw is geraakt of zichzelf moest verdedigen – hard uitgehaald naar de voetbalspeler. Aanvankelijk stond de verdachte bovenaan de tribune. Doordat de verdachte later aankwam, is hij niet vooraan de trap terechtgekomen en is hij niet belaagd waardoor hij zichzelf zou moeten verdedigen.
De verdachte is ten onrechte getoond op Opsporing Verzocht. Op 22 mei 2023 – een dag voor de uitzending – had een verbalisant de verdachte herkend, maar deze verbalisant heeft zijn proces-verbaal te laat ingediend waardoor Opsporing Verzocht hier niet van op de hoogte was. De beelden hadden niet getoond moeten worden op Opsporing Verzocht. Daar moeten wij rekening mee houden. Daarentegen staat dat de beelden van de verdachte geblurd zijn getoond, waardoor hij beperkt herkenbaar was. De schade voor verdachte valt mee.
De
officier van justitievordert dat de politierechter:
- het ten laste gelegde feit bewezen zal verklaren;
- de verdachte zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van
zes wekenwaarvan
drie wekenvoorwaardelijk met aftrek van het voorarrest met een proeftijd van drie jaren met daaraan verbonden een locatieverbod als bijzondere voorwaarde, te weten:
het zich niet ophouden in en binnen het hekwerk van het Afas-stadion (Alkmaar), en deze voorwaarde dadelijk uitvoerbaar zal verklaren.
De
raadsmanvoert het woord ter verdediging:
Mijn cliënt heeft een bepaalde houding, omdat in het proces-verbaal van bevindingen wordt geschreven dat cliënt iemand heeft getrapt terwijl dit niet het geval is, maar mijn cliënt weet wel degelijk dat hij iets verkeerds heeft gedaan. Wanneer cliënt verklaart dat hij ‘niets’ heeft gedaan, bedoelt hij hiermee dat zijn trap niemand heeft geraakt. De West Ham-spelers zijn niet door de gedragingen van cliënt erbij betrokken geraakt; zij waren al in gevecht met de (andere) supporters.
Cliënt is niet betrokken geweest bij de vernieling van het hek. Cliënt kan met zijn gedragingen ook niet aansprakelijk worden gesteld voor handelingen die ná zijn gedragingen hebben plaatsgevonden.
In deze zaak zijn er beelden van cliënt getoond op Opsporing Verzocht. Dit is nog nooit eerder op deze manier in Nederland gebeurd. Als er voetbalrellen worden getoond op Opsporing Verzocht, gebeurt dit meestal pas na een aantal maanden na het feit. Uit het proces-verbaal van herkenning persoon door opsporingsambtenaar van
23 mei 2023 van verbalisant [naam 4] (digitaal dossierpagina 52 e.v.) blijkt dat mijn cliënt door een verbalisant al was herkend. Overigens weet iedereen bij AZ wie mijn cliënt is; hij gaat daar immers al jaren heen. De verbalisanten hebben niet voldoende inspanningen verricht om een herkenning te verkrijgen. Het was niet nodig om de beelden van cliënt op Opsporing Verzocht te tonen. Aangezien het proces-verbaal te laat is ingediend, is dit wel gebeurd. De officier van justitie stelt dat de schade voor cliënt niet groot is omdat de beelden geblurd zijn getoond, maar voor iemand met een café in [plaats] heeft een dergelijke uitzending op Opsporing Verzocht wel gevolgen. Er is sprake van een vormverzuim en ik verzoek u daar strafvermindering als gevolg aan te verbinden.
Ik verzoek u cliënt een korte taakstraf op te leggen. De rechtbank heeft in andere AZ-zaken een taakstraf van 150 uren opgelegd terwijl daarin bewezen was verklaard dat de verdachte iemand vier keer op het hoofd had geslagen; voor cliënt geldt dat hij één keer een trappende beweging heeft gemaakt en niemand heeft geraakt. Cliënt volgt een opleiding. Hij heeft een bijbaan. Hij hoort niet in het strafrecht thuis.
De
officier van justitierepliceert als volgt:
De raadsman stelt dat de trappende beweging van de verdachte niemand heeft geraakt, maar dat is niet vastgesteld.
De handelingen van de groep kunnen worden toegerekend aan de verdachte. De handelingen zijn tegelijkertijd gebeurd.
De verbalisanten hebben veel moeite gedaan om tot herkenningen te komen. Voordat de beelden op Opsporing Verzocht zijn getoond, is er lokaal en later online een Smoelenboek uitgezet. Daarnaast zijn er supportersbegeleiders en stewards bevraagd. Eén verbalisant heeft de verdachte herkend, maar het proces-verbaal is te laat ingediend, waardoor de beelden op Opsporing Verzocht zijn getoond. Er is dus op verschillende manieren een herkenning proberen te verkrijgen voordat de beelden zijn getoond.
De verdachte neemt zijn verantwoordelijkheid niet door te suggereren dat hij een slachtoffer is. Bovendien is het feit dat de verdachte een voetbalspeler aanvalt een strafverzwarende omstandigheid.
De
raadsmandupliceert als volgt:
Cliënt heeft de hele avond gehuild. Hij heeft spijt, maar hij mag zich ook uiten over het feit dat er iets verkeerd is geverbaliseerd en dat hij op Opsporing Verzocht is getoond.
De
verdachtewordt het recht gelaten het laatst te spreken en spreekt als volgt:
Ik heb er onwijs veel spijt van. Ik wil zoiets nooit meer meemaken. Ik had er niet moeten zijn en ik had dit niet mogen doen.
De politierechter sluit het onderzoek ter terechtzitting en doet direct mondeling uitspraak.
Van dit uitgesproken vonnis is aantekening gehouden op de wijze als hieronder vermeld.
Aantekening van het mondeling vonnis

1.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 18 mei 2023 te Alkmaar openlijk, te weten, in het AFAS-stadion (gelegen aan de [adres 2]) tijdens en/of kort na de voetbalwedstrijd AZ Alkmaar – West Ham United, in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een persoon en/of een goed te weten tegen aldaar aanwezige politiemensen en/of één of meer aldaar aanwezige steward(s) en/of één of meer aldaar aanwezige toeschouwers, en/of tegen een of meer goederen (waaronder een stadionhek), door
- ( met versnelde pas) (dreigend) (al dan niet met gezichtsbedekking) te lopen in de richting van die personen en/of goederen met het kennelijke doel om de confrontatie aan te gaan en/of
- ( met kracht) te rukken/trekken aan voornoemd hek en/of
- voornoemd hek te passeren en zich (vanaf de van de Ben-tribune) te begeven naar de hoofdtribune en/of
- de hoofdtribune te betreden teneinde het gevecht aan te gaan met (West Ham United)-toeschouwers en/of
- ( met kracht) (al dan niet met een broekriem) te slaan/stompen tegen, althans naar het hoofd en/of het lichaam en/of de ledematen van één of meer voornoemde personen en/of
- ( met kracht) te schoppen/trappen tegen, althans naar het hoofd en/of het lichaam en/of de ledematen van één of meer voornoemde personen en/of
- een of meer personen van een trap (naar beneden) te trekken en/of
- ( met kracht) te duwen tegen één of meer voornoemde personen en/of
- een vechthouding (tegenover andere toeschouwers) aan te nemen en/of;
- te schoppen, althans schoppende bewegingen te maken, tegen, althans naar het (onder)lichaam van een tot nu onbekend gebleven West Ham United-speler.

2.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze politierechter is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

3.Bewijs

3.1
Bewijsmiddelen
De bewezenverklaring steunt op de hiervoor onder A weergegeven verklaring van de verdachte en hetgeen van de dossierstukken in dit proces-verbaal hiervoor onder
I t/m IIIis opgenomen.
De bewijsmiddelen zijn, ook in onderdelen, telkens slechts gebruikt ten aanzien van het feit waarop zij blijkens hun inhoud betrekking hebben.
De door de politierechter als processen-verbaal aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij de wet gestelde eisen.
3.2
Bewijsoverweging
Ten aanzien van het bewijs overweegt de politierechter het volgende.
Op het einde van de wedstrijd van AZ tegen West Ham op 18 mei 2023 heeft een groep supporters, veelal gekleed in het zwart en sommigen met gezichtsbedekking in het AZ stadion toegangshekken naar een andere tribune, met daarop West Ham supporters en genodigden, met geweld doorbroken.
Deze groep heeft zich daarna op gewelddadige wijze tegen personen, te weten supporters, stewards en leden van de Mobiele Eenheid gekeerd. De groep is in gevecht is geraakt met de West Ham-supporters, beveiligers en later ook de ME. Daarbij is onder andere tegen het lichaam van personen is geslagen, geschopt en geduwd.
De verdachte wordt verweten deel te hebben uitgemaakt van deze groep en wordt beschuldigd van het in vereniging plegen van openlijk geweld.
Van het in verenging plegen van het geweld is sprake, als de verdachte een voldoende significatie of wezenlijke bijdrage levert aan het geweld. Deze bijdrage hoeft op zichzelf niet van gewelddadige aard zijn, maar het alleen getalsmatig versterken van een groep is dan weer niet voldoende.
De vraag die vandaag beantwoord moet worden is of de bijdrage van de verdachte aan het geweld van voldoende gewicht is.
Uit de bewijsmiddelen en dan met name de camerabeelden en verdachtes verklaring op zitting volgt dat de verdachte, terwijl hij wist dat het hek was neergehaald en dat er geweld werd gebruikt, bewust (terwijl zijn vader hem waarschuwde) naar beneden is gegaan omdat hij het spannend vond. Vervolgens heeft de verdachte niet alleen staan kijken, maar heeft hij ook uitgehaald met zijn voet. Op basis van de camerabeelden kan de politierechter niet vaststellen dat de trappende beweging iemand heeft geraakt, maar wel dat de beweging aanvallend was.
Daarmee heeft de verdachte een bijdrage van voldoende gewicht aan het geweld geleverd. Voor het in vereniging plegen van openlijk geweld is verder niet vereist dat de verdachte elke geweldshandeling van de groep zoals dan nu ten laste is gelegd zelf heeft begaan, dit betekent dat ook het overige geweld bewezen kan worden.
Daarbij overweegt de politierechter het geweld van de groep in het stadion als één opvolgend geheel te zien, beginnend bij het neerhalen van het hek naar de hoofdtribune met West Ham supporters en genodigden, waarna de gevechten bij die tribune volgden, hetgeen weer gevolgd werd door agressie en geweld tegen de ME die de openbare orde en veiligheid kwam herstellen in het stadion. Het verweer tot partiële vrijspraak wordt dan ook verworpen.
3.3
Bewezenverklaring
De politierechter acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, in dier voege dat:
hij op 18 mei 2023 te Alkmaar openlijk, te weten, in het AFAS-stadion (gelegen aan de [adres 2]) tijdens en/of kort na de voetbalwedstrijd AZ Alkmaar – West Ham United, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een persoon en een goed te weten tegen aldaar aanwezige politiemensen en één of meer aldaar aanwezige steward(s) en één of meer aldaar aanwezige toeschouwers, en tegen een of meer goederen (waaronder een stadionhek), door
- ( met versnelde pas) (dreigend) (al dan niet met gezichtsbedekking) te lopen in de richting van die personen en goederen met het kennelijke doel om de confrontatie aan te gaan en
- ( met kracht) te rukken/trekken aan voornoemd hek en
- voornoemd hek te passeren en zich (vanaf de van de Ben-tribune) te begeven naar de hoofdtribune en
- de hoofdtribune te betreden teneinde het gevecht aan te gaan met (West Ham United)-toeschouwers en
- ( met kracht) (al dan niet met een broekriem) te slaan/stompen tegen, althans naar het hoofd en/of het lichaam en/of de ledematen van één of meer voornoemde personen en
- ( met kracht) te schoppen/trappen tegen, althans naar het hoofd en/of het lichaam en/of de ledematen van één of meer voornoemde personen en
- een of meer personen van een trap (naar beneden) te trekken en
- ( met kracht) te duwen tegen één of meer voornoemde personen en
- een vechthouding (tegenover andere toeschouwers) aan te nemen en;
- te schoppen, althans schoppende bewegingen te maken, tegen, althans naar het (onder)lichaam van een tot nu onbekend gebleven West Ham United-speler.
Hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit

Het bewezenverklaarde levert op:
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen en goederen
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is daarom strafbaar.

5.Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is daarom strafbaar.

6.Motivering van de sancties

6.1
Hoofdstraffen
Bij de beslissing over de straf die aan de verdachte moet worden opgelegd, heeft de politierechter zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede door de persoon zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder overweegt de politierechter als volgt.
Het gaat om een ernstig feit. Zoals gezegd hebben na afloop van de wedstrijd AZ-West Ham een grote groep AZ supporters, na het eerst vernielen van een hekwerk, de hoofdtribune aangevallen waarop zich genodigden bevonden, familieleden van spelers en West Ham supporters. Mensen zijn aangevallen, ook stewards en beveiligers. Vervolgens heeft de groep zich ook op gewelddadige wijze tegen de ME gekeerd. Dit is heel beangstigend geweest, niet alleen voor de personen die werden aangevallen, maar voor alle aanwezigen in het stadion, waaronder ook ouders met kinderen. Het is niet voor niets geweest dat nationaal en ook internationaal in de media veel aandacht voor is geweest.
Dit voetbalgerelateerd geweld dat door een groep wordt gepleegd maakt de massale inzet van beveiligers en politie tijdens voetbalwedstrijden nodig, terwijl de club en de maatschappij met de kosten en gevolgen worden geconfronteerd. Bovendien is het een feit van algemene bekendheid dat feiten als dit, die zich in het openbaar afspelen, leiden tot gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving. Mensen vragen zich af of het nog wel veilig is om naar een voetbalwedstrijd te gaan, kan ik mijn kinderen wel meenemen.
De verdachte heeft met zijn gedrag hieraan bijgedragen. Het gaat om ontoelaatbaar gedrag en dat rekent de politierechter de verdachte aan.
Op grond van de oriëntatiepunten van de rechtspraak staan er taakstraffen op openlijk geweld. Vanwege de ernst van hetgeen zich op 18 mei 2023 heeft afgespeeld, heeft de politierechter in soortgelijke zaken naast een taakstraf ook een (voorwaardelijke) gevangenisstraf opgelegd.
De politierechter overweegt dat er beelden van de verdachte op Opsporing Verzocht zijn getoond terwijl de verdachte al was herkend door een verbalisant. Uit het proces-verbaal van officier van justitie [naam 5] van 1 juni 2023 volgt dat als voorwaarde voor het tonen van beelden op Opsporing Verzocht gold dat de verdachte nog niet was geïdentificeerd. In het geval van de verdachte was hij echter al voor de dag van de uitzending geïdentificeerd, zodat zijn foto ten onrechte op Opsporing Verzocht is getoond. Hiermee is de privacy van de verdachte geschonden zonder dat daarvoor een rechtvaardiging bestond. Dat levert een onherstelbaar vormverzuim op in de zin van artikel 359a Sv. De politierechter ziet in het belang van het geschonden voorschrift aanleiding om het vormverzuim in enige mate te compenseren door de aan de verdachte op te leggen straf te verminderen, door anders dan in andere zaken geen (voorwaardelijke) gevangenisstraf op te leggen
Verder heeft de politierechter in aanmerking genomen de rol van de verdachte in het geheel, zijn persoonlijke omstandigheden en zijn documentatie. In tegenstelling tot de officier van justitie overweegt de politierechter dat de verdachte niet verantwoordelijk is voor de betrokkenheid van de West Ham-spelers bij het incident. De West Ham-spelers raakten daarvoor al betrokken, omdat zij zagen dat familieleden op de tribune werden aangevallen.
Alles afwegende is de politierechter van oordeel dat aan de verdachte een taakstraf bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid van 120 uren moet worden opgelegd.
6.2
Vrijheidsbeperkende maatregelDe officier van justitie heeft een locatieverbod voor het Afas-stadion gevorderd als bijzondere voorwaarde en heeft gevorderd deze voorwaarde dadelijk uitvoerbaar te verklaren. Omdat naar het oordeel van de politierechter niet wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 14e van het Wetboek van strafvordering en de politierechter een locatieverbod, als ook de dadelijke uitvoerbaarheid daarvan wel aangewezen acht, zal de politierechter een locatieverbod opleggen op grond van het bepaalde in artikel 38v van het Wetboek van strafvordering.
Ter beveiliging van de maatschappij en/of ter voorkoming van strafbare feiten is de politierechter van oordeel dat de navolgende maatregel dient te worden opgelegd, te weten:
dat de verdachte voor de duur van één jaar zich niet zal ophouden in en binnen hekwerk van het Afas-stadion (Alkmaar), [adres 2], [adres 2].
De politierechter zal bepalen dat voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan vervangende hechtenis wordt toegepast voor de duur van vijf dagen met een totale duur van ten hoogste zes maanden.
De politierechter zal bovendien bevelen dat het locatieverbod waaruit de maatregel bestaat, dadelijk uitvoerbaar is, omdat er naar het oordeel van de rechtbank reeds op grond van de aard van het bewezen verklaarde ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte wederom een strafbaar feit zal begaan en/of zich belastend zal gedragen jegens een bepaalde persoon of bepaalde personen.

7.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
9, 22c, 22d, 38v, 38w, 141 van het Wetboek van Strafrecht

8.Beslissing

De politierechter:
Verklaart bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan zoals hiervoor onder 3.3 vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat het bewezenverklaarde feit het hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten oplevert.
Verklaart de verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot het verrichten van
120 [honderdtwintig] urentaakstraf die bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door 75 [vijfenzeventig] dagen hechtenis.
Bepaalt dat de tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde taakstraf in mindering wordt gebracht, met dien verstande dat voor elke dag die de verdachte in verzekering heeft doorgebracht twee uren taakstraf, subsidiair één dag hechtenis, in mindering worden gebracht.
Legt op de maatregel dat de verdachte voor de duur van
1 [één] jaarzich niet zal ophouden in het navolgende gebied: in en binnen hekwerk van het Afas-stadion (Alkmaar), [adres 2], [adres 2].
Beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan. De duur van deze vervangende hechtenis bedraagt 5 [vijf] dagen voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan. De totale duur van de tenuitvoergelegde vervangende hechtenis bedraagt ten hoogste zes maanden.
Toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet op.
Omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte opnieuw een strafbaar feit zal plegen en/of zich belastend zal gedragen jegens een bepaalde persoon of bepaalde personen, beveelt de politierechter, gelet op artikel 38v, vierde lid, Wetboek van Strafrecht, dat de opgelegde maatregel, dadelijk uitvoerbaar is.
Heft op het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van verdachte.

9.Rechtsmiddel

De politierechter deelt de verdachte mede, dat hij binnen veertien dagen hoger beroep kan instellen tegen het vonnis, waarna de zaak opnieuw zal worden behandeld door het gerechtshof te Amsterdam en maakt de verdachte opmerkzaam op het recht om ter terechtzitting van dat rechtsmiddel afstand te doen.
Dit proces-verbaal is door de politierechter en de griffier vastgesteld en ondertekend.