Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
politierechterdoet de zaak tegen de na te noemen verdachte uitroepen.
verdachte, ter terechtzitting aanwezig, antwoordt op vragen van de politierechter te zijn genaamd:
raadsman van verdachteis ter terechtzitting aanwezig mr. C.J.J. Visser, advocaat te Amsterdam.
politierechtervermaant de verdachte oplettend te zijn op hetgeen hij zal horen en deelt hem mede dat hij niet tot antwoorden is verplicht.
officier van justitiedraagt de zaak voor.
politierechterdeelt mede de korte inhoud van alle stukken van het onderzoek, voor zover van belang met het oog op enige door de politierechter te nemen beslissing.
verdachte, ter terechtzitting ondervraagd, verklaart – zakelijk weergegeven – als volgt:
ADe verdenking klopt. Wij zijn over het hek heengegaan en hebben mensen aangevallen. Ik heb meegeholpen om het hek om te duwen. Op de tribune zocht ik de confrontatie met supporters. Ik heb een paar klappen gegeven. Mijn verklaring hierover bij de rechter-commissaris klopt.
BIk denk dat ik dit uit frustratie en woede heb gedaan. Er was hier geen goede reden voor. Ik was boos, omdat er supporters in ons vak zaten. Zij provoceerden en wij zijn daar op ingegaan. Op dat moment ging er niks in mij om. In de emotie ging ik mee met de groep. Ik heb geen agressieprobleem.
verdachte, ter terechtzitting ondervraagd, verklaart als volgt omtrent zijn persoonlijke omstandigheden:
officier van justitievoert het woord en vordert dat de politierechter:
acht wekenwaarvan
vier wekenvoorwaardelijk met aftrek van het voorarrest met een proeftijd van drie jaren met daaraan verbonden een locatieverbod als bijzondere voorwaarde, te weten:
raadsmanvoert het woord ter verdediging:
officier van justitierepliceert als volgt:
raadsmandupliceert als volgt:
verdachtewordt het recht gelaten het laatst te spreken en spreekt als volgt:
politierechtersluit het onderzoek ter terechtzitting en doet – na zich te hebben teruggetrokken voor beraad – direct mondeling uitspraak.
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Bewijs
I t/m IIIis opgenomen.
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sancties
dat de verdachte voor de duur van één jaar zich niet zal ophouden in en binnen hekwerk van het Afas-stadion (Alkmaar), [adres 3], [adres 3].
De politierechter zal bepalen dat voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan vervangende hechtenis wordt toegepast voor de duur van vijf dagen met een totale duur van ten hoogste zes maanden.
7.Toepasselijke wettelijke voorschriften
8.Beslissing
30 [dertig] dagen, met bevel dat van deze straf een gedeelte, groot
16 [zestien] dagen,
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de verdachte voor het einde van de op twee jaren bepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
150 [honderdvijftig] urentaakstraf die bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door 75 [vijfenzeventig] dagen hechtenis.
1 [één] jaarzich niet zal ophouden in het navolgende gebied: in en binnen hekwerk van het Afas-stadion (Alkmaar), [adres 3], [adres 3].