ECLI:NL:RBNHO:2023:8894

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
7 september 2023
Publicatiedatum
7 september 2023
Zaaknummer
15.298808.20
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewezenverklaring van ontucht en bezit en verspreiding van kinderpornografisch materiaal door pleegvader

Op 7 september 2023 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van ontucht met zijn minderjarige pleegzoon en het bezit en verspreiden van kinderpornografisch materiaal. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte gedurende een lange periode ontucht heeft gepleegd met zijn pleegzoon, die op dat moment minderjarig was. De verklaring van het slachtoffer werd ondersteund door diverse getuigen en bewijsstukken, waaronder chatgesprekken en aangetroffen kinderpornografisch materiaal op digitale gegevensdragers van de verdachte. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. Bij de voorwaardelijke straf zijn bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder het vermijden van contact met minderjarigen en het voorkomen van kinderpornografisch materiaal op zijn digitale apparaten. De rechtbank heeft ook bepaald dat alle in beslag genomen gegevensdragers aan het verkeer worden onttrokken. De uitspraak is gedaan na een openbare terechtzitting op 24 augustus 2023, waar de officier van justitie en de verdediging hun standpunten hebben gepresenteerd. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de kwetsbaarheid van het slachtoffer zwaar meegewogen in haar beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Team Straf, zittingsplaats Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/298808-20
Uitspraakdatum: 7 september 2023
Tegenspraak
Vonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 24 augustus 2023 in de zaak tegen:
[naam verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres [adres 1]
.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. A.M.H.G. Peters en van hetgeen de verdachte en zijn raadsman, mr. R.J.A. Verhoeven, advocaat te Alkmaar, waarnemend voor mr. R. Kiewitt, advocaat te Alkmaar, naar voren hebben gebracht.

1.Tenlastelegging

De verdachte wordt ervan beschuldigd dat hij ontucht heeft gepleegd met zijn destijds minderjarige pleegzoon genaamd [naam slachtoffer] (feit 1). Op 22 december 2020 is [het slachtoffer] door zelfdoding overleden.
Ook wordt de verdachte verweten dat hij kinderpornografisch materiaal via Facebook heeft verspreid (feit 2) en in zijn bezit heeft gehad (feit 3).
Aan de verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging tijdens de zitting van 24 augustus 2023, ten laste gelegd dat:
Feit 1:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2013 tot en met 9 januari 2016 te Purmerend, althans in Nederland (telkens) ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarige pleegzoon, althans de aan zijn zorg of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige [naam slachtoffer], geboren op [geboortedatum 2], bestaande die ontucht (telkens) hierin dat
- hij, verdachte, zich door die [het slachtoffer] heeft laten pijpen en/of
- hij, verdachte, die [het slachtoffer] heeft gepijpt en/of
- hij, verdachte, die [het slachtoffer] heeft afgetrokken en/of
- hij, verdachte, zich door die [het slachtoffer] heeft laten aftrekken en/of
- hij, verdachte, zich door die [het slachtoffer] anaal heeft laten penetreren en/of
- hij, verdachte, die [het slachtoffer] anaal heeft gepenetreerd en/of
- hij, verdachte, die [het slachtoffer] heeft getongzoend;
Feit 2:
(proces-verbaal p. 339 tot en met 347)
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 28 augustus 2019 tot en met 4 september 2019 te Purmerend, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal telkens (een) afbeelding(en), te weten (een) video('s) van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken heeft verspreid (door het verzenden van (een) video('s) via Facebook Messenger) en/of verworven en/of in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een mond en/of de penis oraal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(pv p. 341, video 1, toonmap NCMEC meldingen, 55981454, bestandsnaam [bestandsnummer 1]_n.mp4)
en/of
het met de/een tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of het met de/een tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(pv p. 342, video 1, toonmap NCMEC meldingen, 55000753, bestandsnaam
[bestandsnummer 2]_n.mp4)
en/of
masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(pv p. 345, video 1, toonmap NCMEC, 57454871, bestandsnaam
[adres 2]_n.mp4)
Feit 3:
(pv p. 357 tot en met p. 360)
hij in of omstreeks de periode van 3 november 2018 tot en met 30 november 2020 te Purmerend, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal telkens afbeeldingen, te weten foto's en/of video's - en/of gegevensdragers, bevattende afbeeldingen, te weten een usb stick (Kingston) en/of een mobiele telefoon (Samsung), van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een penis oraal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(pv p. 358, toonmap KP, video screenshot 3, bestandsnaam [bestandsnaam 4].mp4)
en/of
het met de/een hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(pv p. 358, toonmap KP, foto 16, bestandsnaam [bestandsnaam 5].jpg)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt, de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(pv p. 357, toonmap KP foto 8, bestandsnaam [bestandsnaam 6].png).

2.Voorvragen

De raadsman heeft de vraag opgeworpen of het openbaar ministerie tot vervolging van de verdachte mocht overgaan, nu het wellicht niet de uitdrukkelijke wens van de inmiddels overleden [naam slachtoffer] (hierna te noemen: [het slachtoffer]) was. De verdediging heeft geen uitdrukkelijke conclusie aan dit standpunt verbonden, maar trekt kennelijk de ontvankelijkheid van de officier van justitie in twijfel. De rechtbank ziet echter geen reden om de officier van justitie niet-ontvankelijk te verklaren in de vervolging van de verdachte. Gelet op het opportuniteitsbeginsel (vastgelegd in artikel 167 van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv)) is het aan het openbaar ministerie om te beslissen of tot vervolging van een verdachte wordt overgegaan. De rechtbank kan deze beslissing slechts marginaal toetsen. Alleen indien vervolging onverenigbaar is met beginselen van een behoorlijke procesorde, komt niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie in beeld. Daarvan is in deze zaak geen sprake. Er is voorts geen sprake van een vervolgingsbeletsel. Artikel 249 van het Wetboek van Strafrecht is geen klachtdelict. Het is dus niet vereist dat [het slachtoffer] te kennen heeft gegeven dat hij de vervolging van de verdachte wenste.
De rechtbank stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Beoordeling van het bewijs

3.1
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft het standpunt ingenomen dat de drie feiten in de tenlastelegging wettig en overtuigend zijn bewezen.
3.2
Standpunt van de verdediging
De raadsman van de verdachte heeft bepleit de verdachte (partieel) vrij te spreken van het onder 1 ten laste gelegde feit, nu hooguit het pijpen van de verdachte door [het slachtoffer] zou kunnen worden bewezen. De raadsman heeft aangevoerd dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is ten aanzien van de overige onder feit 1 ten laste gelegde gedragingen. De melding die is gedaan door [het slachtoffer] is onvoldoende specifiek en zeer summier. Bovendien is de summiere verklaring van [het slachtoffer] op belangrijke punten ongeloofwaardig dan wel onaannemelijk. Daarbij komt dat er geen (gedetailleerde) getuigenverklaringen, beelden en/of foto’s zijn die de verklaring van [het slachtoffer] ondersteunen ten aanzien van de overige ten laste gelegde gedragingen. Wat betreft de onder 2 en 3 ten laste gelegde feiten (het bezit en verspreiden van kinderporno) heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
3.3
Oordeel van de rechtbank
3.3.1
Redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten op grond van de bewijsmiddelen die in de bijlage bij dit vonnis zijn vervat.
3.3.2
Bewijsmotivering ten aanzien van feit 1
Bewijsminimum
In zedenzaken zijn in de regel slechts twee personen aanwezig bij de veronderstelde seksuele handelingen: het veronderstelde slachtoffer en de veronderstelde dader. Als hun verklaringen niet overeenstemmen, is de verklaring van het veronderstelde slachtoffer vaak het enige bewijsmiddel. De wet (artikel 342, tweede lid Wetboek van Strafvordering) vereist echter meer bewijs dan één verklaring. Er is steunbewijs nodig. Of er in een specifieke zaak genoeg steunbewijs is, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Uit de rechtspraak volgt dat het steunbewijs in beginsel niet afkomstig mag zijn van dezelfde bron. Een verklaring van een getuige die inhoudt wat het veronderstelde slachtoffer hem of haar heeft verteld, levert daarom in principe niet voldoende steunbewijs op. Waarnemingen die de getuige persoonlijk heeft gedaan (zoals waargenomen emoties) kunnen onder omstandigheden wel voldoende steunbewijs opleveren. De rechtbank merkt op dat artikel 342, tweede lid, Sv betrekking heeft op de bewezenverklaring als geheel en niet vereist is dat elk aspect van de bewezenverklaring door meer dan één bewijsmiddel wordt ondersteund.
[het slachtoffer] pleegzoon van de verdachte
De rechtbank stelt op basis van de getuigenverklaring [getuige 1] vast dat [het slachtoffer] van 6 mei 2013 tot aan zijn achttiende levensjaar, te weten tot 10 januari 2016, als pleegzoon bij de verdachte heeft gewoond.
De melding van [het slachtoffer]
Op 4 oktober 2018 heeft de stiefmoeder van [het slachtoffer] de politie gebeld, omdat [het slachtoffer] aan haar en aan zijn vader heeft verteld dat hij in het verleden is misbruikt. [het slachtoffer] heeft vervolgens aan de politie verklaard dat de verdachte hem van zijn tiende tot zeventiende jaar tegen zijn wil in seksueel heeft misbruikt. Volgens [het slachtoffer] heeft de verdachte op seksueel gebied alles bij hem gedaan en vice versa en vond het misbruik altijd plaats als [het slachtoffer] alleen met de verdachte was. Ook heeft [het slachtoffer] verklaard dat de verdachte “altijd heel veel” kinderporno tot zijn beschikking had op zijn computer.
Steunbewijs
De rechtbank is van oordeel dat de verklaring van [het slachtoffer] op cruciale punten wordt ondersteund door divers steunbewijs.
Zo vindt de (weliswaar summiere) melding van [het slachtoffer] over de omvang van het misbruik allereerst steun in de aangifte van de moeder van [het slachtoffer] en de getuigenverklaring van [getuige 2]. Beiden hebben afzonderlijk van elkaar verklaard dat [het slachtoffer] hen heeft verteld dat hij in de periode dat hij bij de verdachte heeft gewoond seksueel is misbruikt door de verdachte. Beide getuigen vertelden de politie dat [het slachtoffer] verdrietig of emotioneel was toen hij hen hierover informeerde. De moeder van [het slachtoffer] heeft verklaard dat [het slachtoffer] haar heeft gezegd dat hij door de verdachte verkracht is. Tevens verklaarde zij dat [het slachtoffer] haar heeft gezegd dat hij de badkamerdeur van de verdachte niet op slot mocht doen als hij ging douchen. Ter zitting heeft de verdachte bevestigd dat [het slachtoffer] de badkamerdeur niet op slot mocht doen bij het douchen.
De [getuige 2] heeft verklaard dat [het slachtoffer] hem heeft gezegd dat het seksueel misbruik door de verdachte bestond uit alles wat mannen met elkaar doen. De rechtbank begrijpt hieruit dat het gaat om pijpen, aftrekken, anaal penetreren en (tong)zoenen.
Wat de melding van [het slachtoffer] verder ondersteunt is de omstandigheid dat op gegevensdragers van de verdachte daadwerkelijk kinderporno is aangetroffen, dat dit materiaal met name minderjarige jongens betreft, en dat hij in chats om het toezenden van meer kinderporno heeft verzocht, in het bijzonder om “vader-zoon video’s”.
De verklaring van [het slachtoffer] wordt verder op diverse cruciale onderdelen ondersteund door verklaringen die de verdachte tegenover derden heeft gedaan. Zo volgt uit het dossier dat de verdachte met twee personen heeft gechat over het seksueel misbruik met zijn pleegzoon. Ten eerste betreft dit [getuige 3]. De verdachte heeft erkend met hem te hebben gechat op internet. [getuige 3], die zelf [het slachtoffer] niet heeft gekend, heeft bij de politie verklaard over chatgesprekken met de verdachte en daarbij verklaard dat de verdachte hem gezegd heeft
‘dat hij vroeger een kind had geadopteerd waar hij aan zat en dat dat kind boos werd toen dat kind groter werd, dat dat kind tegen hem had gezegd dat als hij ooit nog aan een kind zat dat dat kind hem wat zou aandoen’.Volgens de rechtbank ziet deze verklaring op het misbruik van [het slachtoffer], nu de verdachte geen eigen kinderen heeft en hij ter zitting heeft verklaard dat er geen andere kinderen bij hem hebben gewoond dan zijn pleegzoon [het slachtoffer]. Wat [getuige 3] heeft gezegd sluit aan bij wat de verdachte ter zitting heeft verklaard, namelijk dat [het slachtoffer] het contact met hem verbrak toen hij op zijn achttiende uit zijn huis vertrok, dat [het slachtoffer] boos was en dat [het slachtoffer] hem toen heeft bedreigd.
Ten tweede betreft dit een chat via de applicatie KIK met gebruiker ‘[gebruikersnaam]’, die op de telefoon van de verdachte is aangetroffen. Daarin wordt het seksueel misbruik van [het slachtoffer] in de vorm van pijpen en tongzoenen specifiek bevestigd door de verdachte. In die chat vraagt de gebruiker [gebruikersnaam] of de verdachte al heeft gezogen waarop de verdachte antwoord
‘Ja door me pleegzoon vroeger, was er niet af te slaan’en ‘
Dat wilde hij erg graag vaak uit school’en
‘Zoenen ook vond hij heerlijk en dan zo ondeugend naar beneden’. De rechtbank legt deze chat zo uit dat [het slachtoffer] de verdachte heeft gepijpt en de verdachte en [het slachtoffer] hebben getongzoend.
Tot slot onderbouwen ook de aangetroffen WhatsApp-gesprekken tussen [het slachtoffer] en de verdachte (die waren opgeslagen op de telefoon van [het slachtoffer]) de verklaring van [het slachtoffer] over het seksueel misbruik door de verdachte. Blijkens deze berichten uit 2015 heeft de verdachte aan de destijds minderjarige [het slachtoffer] geschreven
‘Ik ben nu dus ook echt verliefd op jou met die knappe foto’s kreeg en stijfe zoon van me’. Daarnaast stuurt de verdachte in 2015 naar [het slachtoffer], op het moment dat [het slachtoffer] niet reageert op berichten van de verdachte:
‘Dus ook over tussen ons met sexen [voornaam slachter]?’.
Dit bericht kan naar het oordeel van de rechtbank niet anders worden uitgelegd dan dat de verdachte daadwerkelijk seks met zijn minderjarige pleegzoon had en aan hem vroeg of het over was.
Conclusie
Op grond van het voorgaande komt de rechtbank tot een bewezenverklaring van het onder 1 ten laste gelegde feit, waarbij de rechtbank alle tenlastegelegde seksuele handelingen bewezen acht. De rechtbank voelt zich hierin nog verder gesterkt door de chats met derden waarin de verdachte schrijft dat hij is gepenetreerd door ‘een jonge pik’, de chats waarin de verdachte op zoek is naar ‘vader en zoon momenten met seks’ en dat de verdachte in chats zegt op jong – 14 of 15 – te vallen. Daarnaast vindt de rechtbank haar overtuiging in de aangetroffen foto van de verdachte en [het slachtoffer] samen waarbij de verdachte zijn tong tegen de lippen van die [het slachtoffer] aan heeft, terwijl seconden daarna foto’s van het ontblote onderlijf van [het slachtoffer] zijn gemaakt, in dezelfde ruimte. Hoewel [het slachtoffer] op dat moment inmiddels achttien jaar is, onderbouwt het de verklaring van [het slachtoffer] in zoverre, dat de verdachte op een seksuele manier omging met zijn pleegzoon.
3.3.3
Nadere bewijsoverweging ten aanzien van de feiten 2 en 3
De rechtbank stelt vast dat op diverse gegevensdragers van de verdachte foto’s en video’s zijn aangetroffen die door deskundigen van de recherche als kinderpornografisch materiaal zijn aangemerkt. Deze gegevensdragers zijn aangetroffen in de woning van de verdachte.
Daarnaast heeft de verdachte vanaf zijn computer via Facebook en vanaf zijn IP-adres kinderpornografisch materiaal verstuurd naar anderen. Het kinderpornografisch materiaal dat is verspreid gaat om hetzelfde type materiaal als op de gegevensdragers van de verdachte is aangetroffen. Op grond van het dossier zijn er geen enkele aanknopingspunten voor het scenario, zoals de verdachte ter zitting lijkt te suggereren, dat een ander dan de verdachte dit materiaal heeft verstuurd, nu hij alleen met [voornaam ex-partner] woonde en het materiaal op verschillende momenten gedurende de ten laste gelegde periode is verzonden. De suggestie dat [het slachtoffer] het materiaal zou hebben verzonden acht de rechtbank niet aannemelijk, nu [het slachtoffer] in die periode niet meer bij de verdachte woonde en de verdachte ter zitting heeft verklaard dat [het slachtoffer] na zijn achttiende verjaardag nog maar één keer is langsgekomen bij de verdachte thuis. Ook is niet aannemelijk geworden dat de verdachte is gehackt. Uit verschillende chatgesprekken die de verdachte heeft gevoerd blijkt juist dat hij anderen om kinderpornografisch materiaal vraagt.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de verdachte kinderpornografisch materiaal in bezit heeft gehad en dit ook verder heeft verspreid.
3.4
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
Feit 1:
hij in de periode van 6 mei 2013 tot en met 9 januari 2016 in Nederland telkens ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarige pleegzoon [naam slachtoffer], geboren op [geboortedatum 2], bestaande die ontucht hierin dat
- hij, verdachte, zich door die [het slachtoffer] heeft laten pijpen en
- hij, verdachte, die [het slachtoffer] heeft gepijpt en
- hij, verdachte, die [het slachtoffer] heeft afgetrokken en
- hij, verdachte, zich door die [het slachtoffer] heeft laten aftrekken en
- hij, verdachte, zich door die [het slachtoffer] anaal heeft laten penetreren en
- hij, verdachte, die [het slachtoffer] anaal heeft gepenetreerd en
- hij, verdachte, die [het slachtoffer] heeft getongzoend;
Feit 2:
hij in de periode van 29 augustus 2019 tot en met 4 september 2019 te Purmerend meermalen afbeeldingen, te weten video's van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken heeft verspreid (door het verzenden van video's via Facebook Messenger) en in bezit heeft gehad welke seksuele gedragingen bestonden uit:
het met de/een mond en/of de penis oraal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(bestandsnaam [bestandsnummer 1]_n.mp4)
en
het met de/een tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het met de/een tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(bestandsnaam [bestandsnummer 2]_n.mp4)
en
masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(bestandsnaam [adres 2]_n.mp4);
Feit 3:
hij in de periode van 3 november 2018 tot en met 30 november 2020 in Nederland meermalen afbeeldingen, te weten foto's en video's - op gegevensdragers, te weten een usb stick (Kingston) en een mobiele telefoon (Samsung), van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken in bezit heeft gehad welke seksuele gedragingen bestonden uit:
het met de/een penis oraal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(bestandsnaam [bestandsnaam 4].mp4)
en
het met de/een hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(bestandsnaam [bestandsnaam 5].jpg)
en
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt, de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(bestandsnaam [bestandsnaam 6].png).
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten

Het bewezenverklaarde levert op:
Feit 1:
ontucht plegen met zijn pleegkind.
Feit 2:
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden en in bezit hebben.
Feit 3:
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is daarom strafbaar.

5.Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is daarom strafbaar.

6.Motivering van de sanctie

6.1
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, waarvan 10 maanden voorwaardelijk en met een proeftijd van drie jaren. Aan die proeftijd dienen de volgende bijzondere voorwaarden te worden gekoppeld: een meldplicht, ambulante behandeling, vermijden van contact met minderjarigen en het vermijden van kinderpornografisch materiaal.
6.2
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht rekening te houden met het advies van de reclassering en de persoon van de verdachte. De verdachte is een kwetsbaar persoon die bekend is met autisme dan wel een verstandelijke beperking. Hij handelt niet leeftijdsadequaat, is snel overprikkeld, heeft moeite om dingen te snappen en ervaart een zekere lijdensdruk. Verder is de verdachte bereid mee te werken aan hulpverlening. Wat betreft het bezit en de verspreiding van kinderpornografisch materiaal gaat het om een geringe hoeveelheid zonder geweldpleging of aanwezigheid van baby’s en peuters op die afbeeldingen. De verdachte is een
first offenderen heeft geen enkel financieel oogmerk gehad. Tot slot heeft de raadsman verzocht een lagere straf op te leggen dan door de officier van justitie is geëist en in het geval van een voorwaardelijke straf niet de bijzondere voorwaarde van het vermijden van kinderpornografisch materiaal op te leggen.
6.3
Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sanctie die aan de verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van de verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Ernst van de feiten
De verdachte heeft zich gedurende een lange periode schuldig gemaakt aan seksueel misbruik van zijn minderjarige pleegzoon. De verdachte zou als pleegvader een veilige omgeving aan [het slachtoffer] hebben moeten bieden, nu [het slachtoffer] niet meer bij één van zijn biologische ouders kon wonen. De verdachte heeft echter in zeer ernstige mate misbruik gemaakt van zijn bijzondere positie als pleegvader. Hij heeft door zijn handelen een ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijk integriteit van [het slachtoffer], die met problemen kampte, in de puberteit zat en van wie het lichaam nog volop in ontwikkeling was. De verdachte die veel ouder was dan [het slachtoffer], heeft zich hier geen enkele rekenschap van gegeven en heeft slechts oog gehad voor zijn eigen lustgevoelens. De verdachte heeft een normale en gezonde seksuele ontwikkeling, waar ieder kind recht op heeft, in een cruciale levensfase ernstig verstoord. Het is een feit van algemene bekendheid dat dit vaak langdurige en ernstige schade kan toebrengen aan de geestelijke gezondheid van het slachtoffer. Ook van [het slachtoffer] is bekend dat hij kampte met geestelijke problemen. De verdachte heeft met zijn handelen keer op keer het door [het slachtoffer] en zijn biologische ouders in hem gestelde vertrouwen als pleegvader, ernstig geschaad.
Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het bezit van een grote hoeveelheid kinderporno (362 foto’s en video’s) en aan de verspreiding van kinderporno. Zoals de officier van justitie ter terechtzitting treffend onder woorden bracht, staat elke kinderpornografische foto of video gelijk aan een misbruikt kind en de verspreiding hiervan houdt een afschuwelijk circuit in stand. Dergelijke feiten leiden bovendien tot grote verontwaardiging en onrust in de maatschappij. De rechtbank rekent dit de verdachte zwaar aan.
De verdachte heeft op geen enkele wijze verantwoordelijkheid genomen voor zijn daden. Ook heeft hij geen berouw of medeleven getoond en zegt hij zich telkens niets te kunnen herinneren van alles dat is voorgevallen. Ook ter zitting wijst hij alle verantwoordelijkheid van de hand en schuift hij de schuld van eventueel ongepast gedrag in de schoenen van zijn pleegzoon, die ‘gekke dingen’ zou doen en hem zou hebben uitgedaagd, zonder hierbij op enig moment te reflecteren op het feit dat hij zelf degene is geweest die gedurende lange tijd seksueel misbruik heeft gemaakt van zijn kwetsbare en minderjarige pleegzoon die aan zijn zorg was toevertrouwd. Dit alles rekent de rechtbank de verdachte bijzonder zwaar aan.
Persoon van de verdachte
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank gelet op het strafblad van de verdachte (gedateerd 18 juli 2023), waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld.
Verder heeft de rechtbank acht geslagen op het over de verdachte uitgebrachte voorlichtingsrapport van 16 augustus 2023 van [getuige 4], reclasseringswerker bij Reclassering Nederland. Dit rapport houdt onder meer in dat het risico op recidive wordt ingeschat als matig-laag. Volgens het rapport bagatelliseert de verdachte de verdenkingen en externaliseert hij zijn aandeel hierin. Er is geen sprake van slachtofferbewustzijn. Er zijn diverse delictgerelateerde risicofactoren op het gebied van relaties, seksualiteit, sociaal netwerk, psychosociaal functioneren en houding. De emotionele stabiliteit en cognitieve vaardigheden van de verdachte komen kwetsbaar over en er is mogelijk sprake van beperkingen op dit gebied. Het is positief dat de verdachte stabiliteit heeft op het gebied van huisvesting, dagbesteding en inkomen en geen problemen heeft omtrent middelengebruik. De verdachte staat open voor behandeling en heeft hulpvragen. In het geval van een veroordeling adviseert de reclassering een (deels) voorwaardelijke straf met als bijzondere voorwaarden een meldplicht, ambulante behandeling en vermijden van contact met minderjarigen. De verdachte is inmiddels al aangemeld bij de forensische polikliniek de Waag voor behandeling. Verder heeft de reclassering overwogen om ook de bijzondere voorwaarde het vermijden van kinderporno te adviseren, maar deze voorwaarde is niet uitvoerbaar in de regio omdat de controles niet meer worden uitgevoerd.
De op te leggen straf
De rechtbank is van oordeel dat de door de officier van justitie gevorderde straf onvoldoende recht doet aan de aard en de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank vindt dat geen andere straf op haar plaats is dan één die vrijheidsbeneming van langere duur meebrengt dan door de officier van justitie is gevorderd. Met name de omstandigheden dat [het slachtoffer] de pleegzoon van de verdachte was, dat [het slachtoffer] een kwetsbare jongen was, dat het misbruik jarenlang heeft plaatsgevonden, dat verregaande seksuele handelingen met [het slachtoffer] zijn verricht en de houding van de verdachte geven de rechtbank aanleiding om een langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen dan de officier van justitie heeft gevorderd. Dat er inmiddels jaren zijn verstreken sinds het misbruik plaatsvond, doet aan het voorgaande niets aan af. Ook speelt mee dat de verdachte kinderporno via internet heeft verspreid, en voor dat feit alleen al geven de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) als vertrekpunt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van één jaar.
Daarom is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden moet worden opgelegd. De rechtbank zal bepalen dat 12 maanden daarvan vooralsnog niet ten uitvoer worden gelegd en zal daaraan een proeftijd verbinden van drie jaren, zodat de verdachte ervan wordt weerhouden zich voor het einde van die proeftijd schuldig te maken aan een strafbaar feit. Daarnaast acht de rechtbank de door de officier van justitie gevorderde bijzondere voorwaarden noodzakelijk. Voorwaarden van die strekking zullen aan het voorwaardelijk deel van de op te leggen straf worden verbonden.
Dadelijke uitvoerbaarheid
De rechtbank zal bepalen dat de bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar zijn omdat de rechtbank van oordeel is dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van één of meer personen. Het dossier bevat aanwijzingen dat de verdachte meermalen contact heeft gezocht met minderjarigen en dat zulk contact van seksuele aard was. De verdachte ontkent dat hij zich aangetrokken voelt tot minderjarigen terwijl de aanwijzingen daarvoor talrijk zijn. Hoewel de verdachte is aangemeld voor behandeling bij de Waag is die behandeling nog niet van start gegaan. Onder deze omstandigheden dient er ernstig rekening mee te worden gehouden dat de verdachte wederom een minderjarig slachtoffer zal maken.

7.Beslag

Onder de verdachte zijn de volgende voorwerpen in beslag genomen:
STK GSM (Omschrijving: _634416, Samsung);
1 STK GSM (Omschrijving: _634425, Samsung);
1 STK Filmcamera (Omschrijving: _634433, JVC);
1 STK GSM (Omschrijving: _634435, Samsung);
1 STK Harddisk (Omschrijving: _634447, Western Digital);
1 STK Computer (Omschrijving: _634450 Tablet, Samsung);
1 STK Harddisk (Omschrijving: _634453, Konig);
1 STK Datadrager (Omschrijving: _634461 SD-Kaart, Samsung);
1 STK GSM (Omschrijving: _634409, Samsung);
1 STK Harddisk (Omschrijving: _634429, Acer);
1 STK Computer (Omschrijving: _634451 Laptop, Acer);
1 STK Harddisk (Omschrijving: _634431, Medion);
1 STK USB-stick (memorykaart) (Omschrijving: _634456, Kingston);
1 STK Harddisk (Omschrijving: _634458, Dell);
1 STK Computer (Omschrijving: _634459 Tablet, MSI);
1 STK GSM (Omschrijving: _634415, Samsung);
1 STK GSM (Omschrijving: _634436, Blackberry);
1 STK GSM (Omschrijving: _634437, Nokia).
De officier van justitie heeft gevorderd alle voornoemde voorwerpen te onttrekken aan het verkeer. Hiertoe heeft zij naar voren gebracht dat er op de voorwerpen die hiervoor zijn genoemd onder 9 tot en met 15 kinderpornografisch materiaal is aangetroffen. De overige voorwerpen kunnen niet worden uitgelezen, waardoor niet kan worden uitgesloten dat deze kinderpornografisch materiaal bevatten.
De raadsman van de verdachte heeft zich ter zitting gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat de onder de verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen, zoals hierboven opgesomd, dienen te worden onttrokken aan het verkeer op grond van artikel 36d van het Wetboek van Strafrecht. Die voorwerpen behoren de verdachte toe en zijn aangetroffen bij gelegenheid van het onderzoek naar de door hem begane feiten waarvan hij wordt verdacht. Voorts is vastgesteld dat op de voorwerpen die zijn genoemd onder 9 tot en met 15 kinderpornografisch materiaal is aangetroffen. Het ongecontroleerde bezit daarvan is in strijd met de wet of het algemeen belang. De overige in beslag genomen voorwerpen kunnen niet worden uitgelezen, waardoor niet kan worden uitgesloten dat op deze voorwerpen ook kinderpornografisch materiaal aanwezig is. Daarbij komt dat de rechtbank van oordeel is dat deze voorwerpen kunnen dienen tot het begaan of de voorbereiding van soortgelijke feiten.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
artikel 14a, 14b, 14c, 36d, 57, 240b en 249 van het Wetboek van Strafrecht.

9.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart bewezen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.4. weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat de bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart de verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
36 (zesendertig) maanden.
Beveelt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van 12 (twaalf) maanden
nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van 3 (drie) jaren.
Stelt als algemene voorwaarde dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat de verdachte:
zich gedurende de proeftijd bij Reclassering Nederland aan de Vincent van Goghweg 73 1506 JB te Zaandam zal melden, zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
gedurende de proeftijd meewerkt aan het verrichten van diagnostiek en zich onder behandeling zal stellen van de forensische polikliniek de Waag of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Hieronder kan ook het innemen van medicijnen vallen;
op geen enkele wijze contact zoekt met minderjarigen en deze contacten zoveel als mogelijk vermijdt. Indien de contacten onvermijdelijk zijn dan zorgt de verdachte dat er een door de reclassering nader te bepalen persoon hierbij aanwezig is;
vermijdt dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal en vermijdt dat er kinderpornografisch materiaal op zijn digitale gegevensdragers komt. De verdachte onthoudt zich van:
  • het (op digitale wijze) met een seksuele intentie communiceren met minderjarigen;
  • het bezoeken van een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
  • het bezoeken van een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd;
  • het aanwezig hebben of gebruiken van wisprogramma’s op zijn digitale apparatuur.
Geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden. Het toezicht op de onder 4 vermelde voorwaarde kan onder andere bestaan uit controles van geautomatiseerde werken en digitale gegevensdragers, toebehorende aan of in gebruik zijnde bij de verdachte. De verdachte werkt daaraan mee tijdens een huisbezoek. De verdachte werkt mee aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek. De verdachte verschaft toegang tot alle aanwezige computers, smartphones en andere digitale gegevensdragers waarop afbeeldingen kunnen worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd. De verdachte verstrekt de wachtwoorden die nodig zijn voor deze controle. De controle op digitale gegevensdragers vindt maximaal drie keer per jaar plaats. De controle is gericht op de vraag of verdachte kinderpornografisch materiaal vermijdt. De controle strekt er niet toe een beeld te krijgen van het persoonlijke leven van betrokkene. De reclassering kan voor technische ondersteuning een deskundige meenemen, ook als dit een opsporingsambtenaar is die deskundig is op digitaal gebied. Bij de controle kan gebruik worden gemaakt van een hulpmiddel dat een indicatie geeft of kinderpornografisch materiaal aanwezig is.
Van rechtswege gelden voorts de voorwaarden dat de verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
Beveelt dat de op grond van artikel 14c gestelde voorwaarden en het op grond van artikel 14c, zesde lid, Sr uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn.
Bepaalt dat de tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Onttrekt aan het verkeer:
  • 1 STK GSM (Omschrijving: _634416, Samsung);
  • 1 STK GSM (Omschrijving: _634425, Samsung);
  • 1 STK Filmcamera (Omschrijving: _634433, JVC);
  • 1 STK GSM (Omschrijving: _634435, Samsung);
  • 1 STK Harddisk (Omschrijving: _634447, Western Digital);
  • 1 STK Computer (Omschrijving: _634450 Tablet, Samsung);
  • 1 STK Harddisk (Omschrijving: _634453, Konig);
  • 1 STK Datadrager (Omschrijving: _634461 SD-Kaart, Samsung);
  • 1 STK GSM (Omschrijving: _634409, Samsung);
  • 1 STK Harddisk (Omschrijving: _634429, Acer);
  • 1 STK Computer (Omschrijving: _634451 Laptop, Acer);
  • 1 STK Harddisk (Omschrijving: _634431, Medion);
  • 1 STK USB-stick (memorykaart) (Omschrijving: _634456, Kingston);
  • 1 STK Harddisk (Omschrijving: _634458, Dell);
  • 1 STK Computer (Omschrijving: _634459 Tablet, MSI);
  • 1 STK GSM (Omschrijving: _634415, Samsung);
  • 1 STK GSM (Omschrijving: _634436, Blackberry);
  • 1 STK GSM (Omschrijving: _634437, Nokia).
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. J.M. Jongkind, voorzitter,
mr. A. Buiskool en mr. P.A. Hesselink, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier, mr. P.E.M. Metri,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 7 september 2023.