ECLI:NL:RBNHO:2023:8837

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
13 juli 2023
Publicatiedatum
6 september 2023
Zaaknummer
C/15/340222 / KG ZA 23-269
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervangende toestemming voor vakantie met minderjarige en aanvraag paspoort in het kader van zorgregeling

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 13 juli 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een vader en een moeder over de vervangende toestemming voor een vakantie naar Turkije met hun minderjarige kind en de aanvraag van een paspoort. De vader vorderde toestemming om met zijn bijna zesjarige zoon van 24 juli tot en met 14 augustus 2023 op vakantie te gaan, alsook om een nieuw paspoort voor de minderjarige aan te vragen, omdat het huidige paspoort op 3 augustus 2023 verloopt. De moeder weigerde haar toestemming, onder andere vanwege haar gebrek aan vertrouwen in de vader en haar zorgen over de veiligheid van de minderjarige.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de moeder de bij beschikking van 25 april 2023 vastgestelde zorgregeling niet nakomt, ondanks eerdere veroordelingen tot nakoming. De rechter oordeelde dat het niet in het belang van de minderjarige is om alleen met de vader op vakantie te gaan, gezien de beperkte omgang tussen hen en de afhankelijkheid van de minderjarige van de volwassene die hem verzorgt. De vader had geen voldoende contact opgebouwd met de minderjarige om een gezamenlijke vakantie verantwoord te maken.

De vorderingen van de vader zijn afgewezen, en de voorzieningenrechter heeft benadrukt dat de moeder de zorgregeling moet naleven. De moeder heeft ter zitting aangegeven dat zij voor het verstrijken van het paspoort een nieuw paspoort zal aanvragen, waardoor de vader geen belang meer had bij zijn vordering. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
Zittingsplaats Alkmaar
zaaknummer / rolnummer: C/15/340222 / KG ZA 23-269
Vonnis in kort geding van 13 juli 2023
in de zaak van
[eiser],
wonende te [plaats] ,
eiser,
advocaat mr. F. Özdemir-Sahin te Amsterdam,
tegen
[gedaagde],
wonende te [plaats]
,
gedaagde.
Partijen zullen hierna de man en de vrouw worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 15 juni 2023, met bijlagen;
  • de vermeerdering van eis, met bijlage, ingekomen op 28 juni 2023;
  • de bijlagen die zijn ingediend door de advocaat van de vader, ingekomen op 28 juni 2023.
1.2.
De mondelinge behandeling van het kort geding heeft plaatsgevonden op 29 juni 2023. Aanwezig waren de vader bijgestaan door mr. Özdemir-Sahin en de moeder in persoon. Ten behoeve van de vader was ter zitting aanwezig [tolk] , tolk in de Turkse taal.

2.De feiten

2.1.
Partijen zijn op [datum] te [plaats] (Turkije) met elkaar gehuwd. De man heeft op [datum] een echtscheidingsprocedure gestart. Partijen zijn in afwachting van een datum voor de mondelinge behandeling. Zij hebben over de zorgregeling geen overeenstemming kunnen bereiken, maar over alle andere onderwerpen wel.
2.2.
Uit het huwelijk van partijen is geboren de minderjarige:
- [de minderjarige] op [geboortedatum] te [plaats] (Turkije).
Partijen zijn van rechtswege gezamenlijk belast met het gezag over [de minderjarige] .
2.3.
Bij beschikking van 25 april 2023 van deze rechtbank is de volgende tijdelijke zorgregeling tussen de vader en [de minderjarige] bepaald:
- de eerste maand vanaf de datum van de beschikking elke zaterdag van 9.00 uur tot 15.00 uur;
- de tweede maand vanaf de beschikking elke zaterdag van 9.00 uur tot 19.00 uur;
- de derde maand vanaf de beschikking om het weekend van zaterdag 9.00 uur tot zondag 19.00 uur;
- de vierde maand en verder vanaf de beschikking om het weekend van vrijdag uit school tot zondag 19.00 uur.
2.4.
Bij vonnis van de voorzieningenrechter van deze rechtbank van 9 juni 2023 is de moeder veroordeeld:
- tot nakoming van de bij beschikking van deze rechtbank van 25 april 2023 vastgestelde voorlopige zorgregeling tussen de vader en [de minderjarige] ;
- om aan de vader een dwangsom te betalen van € 500,- voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij niet aan de hoofdveroordeling voldoet tot een maximum van € 10.000,- is bereikt.
De kosten van de procedure is tussen partijen gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de kosten draagt.

3.Het geschil

3.1.
De vader vordert, na vermeerdering van eis, dat de voorzieningenrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
- bepaalt dat aan de vader vervangende toestemming wordt verleend ten behoeve van vakantie naar Turkije van 24 juli 2023 tot en met 14 augustus 2023;
- bepaalt dat het te wijzen vonnis mede in plaats zal treden van de handtekening c.q. toestemming van de moeder;
- bepaalt dat aan de vader vervangende toestemming wordt verleend ten behoeve van het aanvragen van een nieuw paspoort voor [de minderjarige] , zodat de vader zonder toestemming en volmacht van de moeder een paspoort kan aanvragen voor [de minderjarige] ;
- de moeder wordt veroordeeld in de kosten van deze procedure, daaronder begrepen een bedrag voor salaris van de gemachtigde, de nakosten van dit geding en deze te vermeerderen met de wettelijke rente,
- althans een zodanige beslissing te nemen die de voorzieningenrechter juist acht.
3.2.
De vader legt - samengevat - het volgende aan zijn vordering ten grondslag. Er heeft zich veel afgespeeld tussen partijen. Er heeft op 29 november 2022 een schakeloverleg plaatsgevonden bij de gemeente in [gemeente] in aanwezigheid van de gemeente, Veilig Thuis en de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad). De Raad heeft beslist om geen onderzoek te doen. De Raad heeft echter wel te kennen gegeven dat er zo snel mogelijk afspraken moeten worden gemaakt over de zorgregeling. Verder moet er zicht komen op de thuissituatie en op de persoonlijke problematiek van de moeder. De gemeente heeft voorgesteld om de ouders te helpen bij een ouderschapsplan. Vanwege de houding van de moeder is dit niet gelukt. De gemeente heeft het dossier daarom terugverwezen naar de Raad. Het was afhankelijk van het humeur van de moeder of de vader [de minderjarige] mocht zien en zo ja, waar en wanneer. De moeder heeft moeite met het loslaten van de controle over [de minderjarige] en zij stelt steeds als voorwaarde voor omgang dat zij daarbij aanwezig is. De moeder heeft psychische problemen. Dit was tijdens het huwelijk al het geval. De vader heeft zich genoodzaakt gezien om een voorzieningenprocedure te starten. Nadat er door de rechtbank een voorlopige zorgregeling is vastgesteld hield de moeder zich daar niet aan, zodat de man genoodzaakt was om nakoming te vorderen.
3.3.
De vader wil graag de helft van de zomervakantie met [de minderjarige] doorbrengen in Turkije. De moeder weigert om toestemming te verlenen voor deze vakantie. De vader heeft al vliegtickets gekocht. Het paspoort van [de minderjarige] verloopt op 3 augustus 2023. De moeder weigert haar toestemming te verlenen voor de aanvraag van een nieuw paspoort. Gelet hierop heeft de vader zich genoodzaakt gezien om vervangende toestemming voor de vakantie en de aanvraag van het paspoort te vorderen.
3.4.
De moeder heeft – samengevat – het volgende verweer gevoerd. De moeder geeft geen toestemming voor de door de vader geplande vakantie met [de minderjarige] . De moeder heeft aangevoerd dat zij geen vertrouwen heeft in de vader. Zij is jarenlang zowel geestelijk als lichamelijk door de vader mishandeld. Ten tijde van de samenleving had zij dit niet door omdat zij in een overlevingsmodus zat. Later heeft zij van een psycholoog begrepen dat de manier waarop de vader zich heeft gedragen als mishandeling moet worden gekwalificeerd. De moeder heeft omdat zij werd mishandeld besloten om te scheiden. De moeder wil het onderzoek van de Raad voor de Kinderbescherming afwachten, dat in gang is gezet. De moeder durft [de minderjarige] niet alleen te laten met zijn vader, daarom is zij altijd bij de omgang aanwezig. Volgens de moeder was de vader tijdens de samenleving van partijen nooit echt betrokken bij [de minderjarige] , ondanks dat zij haar best heeft gedaan om hun band te bevorderen. De moeder is wel van mening dat er een nieuw paspoort voor [de minderjarige] moet worden aangevraagd, omdat zijn paspoort verloopt. Zij zal dit dan ook doen.
3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

spoedeisend belang
4.1.
Op grond van artikel 254 Rv is de voorzieningenrechter in alle spoedeisende zaken, waarin gelet op de belangen van partijen een onmiddellijke voorziening bij voorraad wordt vereist, bevoegd deze te geven. De vraag of een eisende partij in kort geding voldoende spoedeisend belang heeft bij de gevraagde voorziening, dient te worden beantwoord aan de hand van een afweging van de belangen van partijen en de uitkomst van de beoordeling van de voorlopige merites van de zaak. Spoedeisend belang heeft de eisende partij in ieder geval, indien van hem niet kan worden gevergd dat hij of zij een bodemprocedure afwacht.
4.2.
Nu de door de vader geplande vakantie op 24 juli 2023 aanvangt heeft de vader een spoedeisend belang bij zijn vordering.
vervangende toestemming (reizen naar het buitenland)
4.3.
De voorzieningenrechter stelt voorop dat het gezag over [de minderjarige] door partijen gezamenlijk wordt uitgeoefend. Dit betekent dat de vader toestemming nodig heeft van de moeder om met [de minderjarige] naar het buitenland te reizen. Tot op heden heeft de moeder haar toestemming hiervoor niet gegeven. Op grond van artikel 1:253a, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek kunnen in geval van gezamenlijke uitoefening van het gezag, geschillen hieromtrent op verzoek van de ouders of van één van hen aan de voorzieningenrechter worden voorgelegd. De voorzieningenrechter neemt in dat geval een zodanige beslissing als haar in het belang van de minderjarige wenselijk voorkomt.
4.4.
Uit de stukken en ter zitting is gebleken dat de moeder de voorlopige zorgregeling die is vastgelegd bij beschikking van 25 april 2023 niet nakomt. Dit terwijl zij ook tot nakoming is veroordeeld van deze zorgregeling bij vonnis van 9 juni 2023 en zij nu dus dwangsommen verbeurt. De voorzieningenrechter betreurt het dat de moeder voornoemde uitspraken naast zich neerlegt en acht dit niet in het belang van [de minderjarige] . De voorzieningenrechter wijst de moeder er met klem op dat zij de voorlopige zorgregeling die vastgelegd bij beschikking van 25 april 2023 moet nakomen.
4.5.
Door de weigerachtige houding van de moeder is het contact tussen [de minderjarige] en zijn vader sinds het uiteengaan van partijen altijd van een korte duur en in aanwezigheid van zijn moeder. Zoals hiervoor is overwogen keurt de voorzieningenrechter deze handelswijze van de moeder af, maar bij deze stand van zaken acht de voorzieningenrechter het niet in het belang van [de minderjarige] om alleen met zijn vader naar het buitenland op vakantie te gaan. [de minderjarige] is bijna zes jaar oud en dus nog in grote mate afhankelijk van de volwassene die hem verzorgt. Het contact tussen [de minderjarige] en de vader is niet opgebouwd zoals is bepaald bij beschikking van 25 april 2023. Voor een gezamenlijk vakantie, en dus een langer durende verzorging uitsluitend door de vader zou het contact op zijn minst moeten zijn opgebouwd en zou uitvoering moeten worden gegeven een gestructureerde zorgregeling. Dat [de minderjarige] ten tijde van de samenleving van partijen wel alleen met zijn vader op vakantie is geweest maakt dit niet anders. Inmiddels is er geruime tijd verstreken, is de verstandhouding tussen de ouders verstoord en is [de minderjarige] niet meer gewend om alleen met zijn vader te zijn. De gevorderde vervangende toestemming van de vader voor vakantie naar Turkije met [de minderjarige] zal dan ook worden afgewezen. De voorzieningenrechter benadrukt nogmaals dat moeder de vastgestelde voorlopige zorgregeling dient na te komen. De voorzieningenrechter hoopt dat spoedig hulpverlening bij partijen zal worden betrokken, die hen zal ondersteunen bij de verbetering van hun ouderrelatie en het herstellen van het contact tussen de vader en [de minderjarige] .
4.6.
De moeder heeft ter zitting meegedeeld dat zij voordat het paspoort van [de minderjarige] verloopt een nieuw paspoort voor [de minderjarige] zal aanvragen. Nu de voorzieningenrechter het verzoek tot vervangende toestemming voor de door de vader geplande vakantie zal afwijzen en verlenging dus niet meer voor 24 juli 2023 moet plaatsvinden, heeft de vader gelet op de door de moeder gedane mededeling geen belang meer bij zijn vordering, zodat deze wordt afgewezen.
kosten van het geding
4.7.
De voorzieningenrechter ziet geen aanleiding om af te wijken van de hoofdregel bij familiezaken om de proceskosten te compenseren.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vorderingen van de vader af;
5.2.
compenseert de proceskosten, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.I.A.C. Angenent-Bakker en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. D.A. Lengyel op 13 juli 2023.
Tegen dit vonnis kan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam binnen vier weken na de dag van de uitspraak. Het beroep moet worden ingesteld door tussenkomst van een advocaat. Omdat het vonnis uitvoerbaar bij voorraad is verklaard, heeft het vonnis al wel geldende werking zolang op het (eventuele) beroep niet is beslist.