ECLI:NL:RBNHO:2023:8817

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
6 september 2023
Publicatiedatum
5 september 2023
Zaaknummer
C/15/340231 / HA ZA 23-316
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in incident tot verlof voor oproeping in vrijwaring

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, is op 6 september 2023 een vonnis in incident uitgesproken. De eiser, vertegenwoordigd door mr. T. Steenbeek, heeft zich in het incident verweerd tegen de vordering van gedaagde 1 c.s., die om verlof vroeg om KRK Wonen en een betrokkene in vrijwaring op te roepen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de incidentele vordering moet worden toegewezen, omdat de aangevoerde gronden niet zijn weersproken. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Daarnaast heeft de rechtbank een mondelinge behandeling bevolen om verdere inlichtingen over de zaak te verkrijgen en om partijen de gelegenheid te geven hun stellingen nader toe te lichten. De rechtbank heeft benadrukt dat zij uit het niet verschijnen van een partij ter zitting de nodige gevolgtrekkingen kan maken. De betrokken partijen zijn verzocht om ervoor te zorgen dat alle relevante documenten uiterlijk tien dagen voor de mondelinge behandeling zijn ingediend.

De rechtbank heeft verder bepaald dat de advocaten van partijen de verhinderdata voor de maanden december 2023 tot en met maart 2024 moeten opgeven, waarna een datum voor de mondelinge behandeling zal worden vastgesteld. Het vonnis is openbaar uitgesproken door mr. W.S.J. Thijs, en de betrokken rechter zal vanaf een week voor de zitting in het roljournaal worden vermeld.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rolnummer: C/15/340231 / HA ZA 23-316
Vonnis in incident van 6 september 2023
in de zaak van
[eiser],
wonende te [plaats 1],
eiser in de hoofdzaak,
verweerder in het incident,
advocaat mr. T. Steenbeek te Tilburg,
tegen

1.[gedaagde 1],

wonende te [plaats 2],
2.
[gedaagde 2],
wonende te [plaats 2],
gedaagden in de hoofdzaak,
eisers in het incident,
advocaat mr. S.D.S. Govers te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde 1] c.s. genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties
  • de conclusie van antwoord tevens houdende de incidentele vordering tot oproeping in vrijwaring
  • de referteverklaring.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.De beoordeling in het incident

2.1.
[gedaagde 1] c.s. vordert dat hem wordt toegestaan KRK Wonen en [betrokkene] in vrijwaring op te roepen. [eiser] refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.
2.2.
De rechtbank is van oordeel dat de incidentele vordering moet worden toegewezen, nu de aangevoerde en niet weersproken gronden die vordering kunnen dragen.
2.3.
Naar het oordeel van de rechtbank kan in dit incident geen van partijen als de in het ongelijk gestelde partij worden beschouwd. Daarom zullen de proceskosten worden gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

3.De beoordeling in de hoofdzaak

3.1.
De rechtbank zal een mondelinge behandeling bevelen om inlichtingen over de zaak te vragen, partijen gelegenheid te geven hun stellingen nader te onderbouwen en om te onderzoeken of partijen het op een of meer punten met elkaar eens kunnen worden.
3.2.
De rechtbank wijst erop dat zij uit een niet verschijnen van een partij ter mondelinge behandeling de gevolgtrekkingen - ook in het nadeel van die partij - kan maken die zij geraden zal achten.
3.3.
In beginsel wordt ter mondelinge behandeling aan de raadslieden van partijen de gelegenheid geboden de juridische standpunten van partijen nader toe te lichten. Daarbij mag gebruik worden gemaakt van beknopte spreekaantekeningen, niet langer dan vier bladzijden. Uitgebreide mondelinge en schriftelijke uiteenzettingen zullen echter niet worden toegestaan.
3.4.
Op de mondelinge behandeling zal, eventueel aan de hand van een voorlopig oordeel over de zaak, worden nagegaan hoe de verdere gang van de procedure moet zijn. Daarbij kan ook de mogelijkheid van een schikking of inschakeling van een mediator aan de orde komen. Partijen moeten er op voorbereid zijn, dat de rechtbank een mondeling vonnis kan wijzen. De zitting eindigt met een aantal formaliteiten.
3.5.
De rechtbank wijst partijen erop dat zij schriftelijk en gemotiveerd om extra behandeltijd kunnen vragen indien zij van mening zijn dat de geplande anderhalf uur voor de mondelinge behandeling niet toereikend is.
3.6.
De naam van de betrokken rechter wordt vanaf één week voor de zitting vermeld in het roljournaal.
3.7.
Partijen wordt verzocht er zorg voor te dragen dat bescheiden die voor de zaak van belang zijn – voor zover deze nog niet zijn overgelegd – uiterlijk tien dagen voor de mondelinge behandeling in het bezit zijn van de rechtbank en de wederpartij.
3.8.
Uitgangspunt is dat er geen proces-verbaal wordt opgemaakt van de mondelinge behandeling. De rechter maakt alleen een proces-verbaal op indien hij dit, ambtshalve of op verzoek van een partij die daarbij belang heeft, bepaalt of op verzoek van de hoger-beroepsrechter.

4.De beslissing

De rechtbank
in het incident
4.1.
staat toe dat KRK Wonen, kantoorhoudende aan de Westzijde 340 te 1506 GK Zaandam en [betrokkene], werkzaam bij KRK Wonen als makelaar, door [gedaagde 1] c.s. worden gedagvaard tegen de terechtzitting van
4 oktober 2023,
4.2.
compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
in de hoofdzaak
4.3.
beveelt een verschijning van partijen, bijgestaan door hun advocaten, voor het geven van inlichtingen het nader onderbouwen van hun stellingen en ter beproeving van een minnelijke regeling op de terechtzitting van een nog aan te wijzen rechter van deze rechtbank in het gerechtsgebouw te Haarlem aan de Jansstraat 81 op een door de rechtbank vast te stellen datum en tijd,
4.4.
bepaalt dat de partijen dan in persoon aanwezig moeten zijn,
4.5.
bepaalt dat de advocaten van partijen op de rol van
4 oktober 2023door middel van het B5 formulier aan de griffier van deze rechtbank zullen opgeven de verhinderdata van partijen en hun raadslieden
in de periodemaanden december 2023 tot en met maart 2024, waarna dag en uur van de mondelinge behandeling zullen worden bepaald. Bij gebreke van (tijdige) opgave van verhinderdata zal de rechtbank een tijdstip voor de mondelinge behandeling vaststellen, waarvan niet kan worden afgeweken,
4.6.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H. Schotman en in het openbaar uitgesproken door
mr. W.S.J. Thijs op 6 september 2023. [1]

Voetnoten

1.type: 55