In deze zaak heeft de kinderrechter op 9 mei 2023 uitspraak gedaan over de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [de minderjarige]. De moeder van [de minderjarige] heeft te maken met ernstige problemen rondom alcohol- en drugsgebruik, waardoor de veiligheid van het kind niet langer gewaarborgd kan worden. De moeder ontkent de zorgen en houdt zich niet aan de veiligheidsafspraken die zijn gemaakt in het kader van de hulpverlening. Ondanks de inzet van de gecertificeerde instelling, de William Schrikker Stichting, en de hulpverlening, is het de moeder niet gelukt om een veilige opvoedsituatie te creëren. De vader van [de minderjarige] heeft verzocht om de uithuisplaatsing te beëindigen en het kind bij hem te plaatsen, maar ook hij heeft niet de benodigde samenwerking met de GI getoond om dit te realiseren. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de uithuisplaatsing noodzakelijk blijft in het belang van de verzorging en opvoeding van [de minderjarige]. De machtiging tot uithuisplaatsing is verlengd tot 8 juni 2023, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad. De kinderrechter heeft de verzoeken van de vader en de moeder afgewezen, omdat er onvoldoende basis is voor een veilige terugplaatsing van [de minderjarige] bij de moeder of een zorgregeling met de vader.