ECLI:NL:RBNHO:2023:8749
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Inhouding derdenbeslag op uitkering en motiveringsgebrek bij besluitvorming
In deze zaak heeft eiser bezwaar gemaakt tegen de berekeningsspecificatie van zijn uitkering, waarbij vakantiegeld is ingehouden vanwege beslaglegging. Het bestreden besluit van verweerder, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem, is op 1 december 2022 genomen, maar werd door eiser als onvoldoende gemotiveerd ervaren. De rechtbank heeft het beroep op 22 juni 2023 behandeld, waarbij zowel eiser als de gemachtigden van eiser en verweerder aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat het primaire besluit, de uitkeringsspecificatie, geen adequate motivering bevatte. Eiser ontving een uitkering op basis van de Participatiewet en had te maken met een beslaglegging door een incassobureau. De rechtbank stelt vast dat verweerder niet voldoende heeft uitgelegd waarom de inhouding van het vakantiegeld plaatsvond en dat dit de rechtszekerheid van eiser in gevaar bracht. De rechtbank concludeert dat het bestreden besluit niet voldeed aan de eisen van de Algemene wet bestuursrecht, die vereist dat besluiten deugdelijk en kenbaar gemotiveerd zijn.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en herroept het primaire besluit. De rechtbank voorziet zelf in de zaak en oordeelt dat eiser recht heeft op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 2756,00. Tevens dient verweerder het griffierecht van € 50,00 aan eiser te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. M. Jurgens en is openbaar uitgesproken op 29 augustus 2023.