Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 31 augustus 2023 in de zaak tussen
[eiseres], uit [plaats], eiseres
Inleiding
Totstandkoming van het besluit
Standpunt eiseres
Standpunt verweerder
In reactie op de aanvullende beroepsgronden stelt verweerder dat de nabetaling geen reden geeft het WIA-dagloon opnieuw te berekenen. De ingebrachte stukken laten zien dat de aan de ex-werkgever uitbetaalde Zw- en Wazo-uitkeringen niet volledig zijn doorbetaald aan eiseres. Wat over de jaren 2016 tot en met 2020 te weinig is uitbetaald, namelijk een bedrag van € 19.586,15, is nu alsnog nabetaald. Verweerder stelt dat alleen als achteraf zou blijken dat de ex-werkgever méér loon zou hebben uitbetaald dan die € 2.014,-, als gevolg waarvan het SV-loon dan ook hoger zou uitkomen, er aanleiding is om het dagloon opnieuw te berekenen. Dat is hier niet het geval. Die nabetaling ziet volgens verweerder niet op uitbetaling van meer loon, dus bovenop het bedrag van € 2.014,-. Het gaat om een aangelegenheid tussen de ex-werkgever en eiseres. Verder stelt verweerder dat de in de referteperiode toegekende Zw- en Wazo-uitkeringen, die waren gebaseerd op 100% van het dagloon, zijn uitbetaald aan de ex-werkgever en die heeft vervolgens het salaris aan eiseres uitbetaald. De ex-werkgever heeft in de salarisadministratie het uitbetaalde salaris en ontvangen geld van het UWV niet gespecificeerd, maar alles benoemd onder salaris, wat betekent dat geen sprake is van samentelling van Zw- en Wazo-uitkeringen aan eiseres zelf plus daarbij opgeteld (een lager) salaris van de ex-werkgever. Verweerder stelt daarom terecht te zijn uitgegaan van alleen het salaris.
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Werkgevers en uitkeringsinstanties doen elke maand of elke 4 weken aangifte over de door hen uitbetaalde lonen en uitkeringen bij de Belastingdienst. De Belastingdienst stuurt de gegevens door naar het UWV, die deze vervolgens opneemt in de polisadministratie.