In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, gedaan op 25 augustus 2023, wordt het beroep van eiseres tegen de niet-ontvankelijk verklaring van haar bezwaar tegen een uitkeringsspecificatie behandeld. Eiseres, die een uitkering ontvangt op basis van de Participatiewet, had bezwaar gemaakt tegen een inhouding van € 464,54 op haar vakantiegeld, welke inhouding was gebaseerd op een berekeningsspecificatie van 30 mei 2022. De gemeente Haarlem verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk, stellende dat de berekeningsspecificatie geen besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) was. Eiseres was het hier niet mee eens en stelde dat de berekeningsspecificatie wel degelijk bezwaarwaardig was, vooral gezien de wijzigingen in de grondslag van de terugvordering door een eerdere schikking.
De rechtbank oordeelt dat de gemeente ten onrechte het bezwaar niet-ontvankelijk heeft verklaard. De rechtbank stelt vast dat de berekeningsspecificatie van 30 mei 2022 niet kan worden aangemerkt als een herhalingsbesluit, maar als een besluit dat gericht is op rechtsgevolg. De rechtbank benadrukt dat het bestuursorgaan verplicht is om de betrokken burger van voldoende inzichtelijke informatie te voorzien over de gevolgen van wet- en beleidswijzigingen. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en verklaart de bezwaren van eiseres gegrond. Tevens wordt de gemeente veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die op € 2756,00 worden vastgesteld, en het griffierecht van € 50,00 wordt aan eiseres vergoed.
Deze uitspraak onderstreept de verplichting van bestuursorganen om transparant te zijn in hun besluitvorming en de noodzaak om burgers adequaat te informeren over hun rechten en de gevolgen van besluiten.