Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 28 juni 2023;
- het bericht van de moeder aan de GI van 2 augustus 2023, dat de GI ter zitting heeft overgelegd.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 2 augustus 2023 uitspraak gedaan over een verzoek tot wijziging van de omgangsregeling tussen de vader en de minderjarige, die onder toezicht staat van de Jeugd- en Gezinsbeschermers. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder alleen het gezag heeft over de minderjarige, die sinds 28 september 2021 geen omgang meer heeft gehad met de vader. De GI heeft verzocht om de omgangsregeling te wijzigen en te bepalen dat er geen omgang zal plaatsvinden tussen de vader en de minderjarige, omdat de vader het niet eens was met de omgangsafspraken en de minderjarige een kwetsbaar kind is met complexe problematiek. De kinderrechter heeft overwogen dat het in het belang van de minderjarige noodzakelijk is om de omgangsregeling te wijzigen, gezien de kwetsbare situatie van het kind en de noodzaak om eerst te zorgen voor een stabiele omgeving en dagbesteding voor de minderjarige. De kinderrechter heeft geoordeeld dat aan de ontzeggingsgronden van artikel 1:377 BW is voldaan, en heeft het verzoek van de GI toegewezen. De beslissing houdt in dat er geen omgang zal zijn tussen de vader en de minderjarige, en deze beschikking blijft van kracht na beëindiging van de ondertoezichtstelling, totdat anders is beslist. De vader kan na een jaar opnieuw om een omgangsregeling verzoeken indien de omstandigheden wijzigen.