Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
ingeschreven in de basisregistratie personen op het [adres] .
mr. M.J.A. Colijn en van hetgeen de verdachte en zijn raadsvrouw, mr. C.B. Stenger, advocaat te Schiphol, naar voren hebben gebracht.
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sanctie
7.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
5 (vijf) maanden.
2 (twee) maanden nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van
2 (twee) jaren.
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
[slachtoffer]geleden schade tot een bedrag van
€ 750,als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 24 mei 2022 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.