Uitspraak
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 23 augustus 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt;
- de pleitnota van Pré Wonen.
2.De zaak in het kort
De feiten
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak gaat het om een executiegeschil naar aanleiding van een ontruimingsvonnis dat door de kantonrechter is uitgesproken. De eiser, die huurt van de stichting Pré Wonen, is veroordeeld tot ontruiming van zijn woning. Na betekening van het vonnis heeft de eiser in hoger beroep beroep ingesteld en verzocht om schorsing van de tenuitvoerlegging van het vonnis totdat het hof in hoger beroep uitspraak doet. De kantonrechter heeft de vordering tot schorsing afgewezen, omdat het belang van de verhuurder, Pré Wonen, bij de tenuitvoerlegging van het vonnis zwaarder weegt dan het belang van de huurder om in zijn woning te blijven. De kantonrechter heeft in zijn beoordeling de omstandigheden van de zaak in acht genomen, waaronder de maatschappelijke onrust in de buurt en het gedrag van de eiser, dat heeft geleid tot de verhuizing van zijn buren. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een plek is gereserveerd voor de eiser in de opvang, waardoor de vrees om op straat te komen staan ongegrond is. De eiser is in de proceskosten veroordeeld, omdat hij ongelijk heeft gekregen in deze procedure.