ECLI:NL:RBNHO:2023:8497
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar tegen last onder dwangsom
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Noord-Holland het beroep van eiser tegen het besluit van verweerder van 17 mei 2022, waarbij het bezwaar van eiser tegen een opgelegde last onder dwangsom niet-ontvankelijk is verklaard. De rechtbank heeft op 2 juni 2023 de zaak behandeld, waarbij de vader van eiser en de gemachtigde van verweerder aanwezig waren. De rechtbank heeft de uitspraak onmiddellijk na de zitting gedaan.
De rechtbank oordeelt dat de termijn voor het indienen van het bezwaarschrift door eiser is overschreden en dat er geen verschoonbare reden is voor deze termijnoverschrijding. Eiser had op 1 juni 2021 een last onder dwangsom opgelegd gekregen, maar diende pas op 20 augustus 2021 bezwaar in, meer dan 11 weken na het primaire besluit. Eiser voerde aan dat hij door een motorongeluk niet in staat was zijn post te openen, maar de rechtbank oordeelt dat het niet openen van post voor rekening van eiser komt, gezien de omstandigheden.
De rechtbank concludeert dat verweerder het bezwaar van eiser op toereikende gronden niet-ontvankelijk heeft verklaard, waardoor het besluit van 1 juni 2021 tot het opleggen van de last onder dwangsom in beginsel onherroepelijk is. De rechtbank verwijst het bezwaar van 1 december 2022 tegen de invorderingsbeschikking terug naar verweerder voor verdere behandeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.