ECLI:NL:RBNHO:2023:8476

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
23 mei 2023
Publicatiedatum
28 augustus 2023
Zaaknummer
10421310 \ WM VERZ 23-208
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens te hard rijden binnen de bebouwde kom

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 23 mei 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene voor het rijden 20 km per uur harder dan toegestaan binnen de bebouwde kom. De betrokkene had tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 23 mei 2023 waren zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als de betrokkene aanwezig. De betrokkene voerde aan dat hij op het moment van de vermeende overtreding niet te hard had gereden en onderbouwde dit met argumenten over zijn rijgedrag en de omstandigheden van de situatie. Hij stelde dat hij de cruise control op 52 km/h had ingesteld en dat een ander voertuig, dat naast hem reed, mogelijk de overtreding had begaan.

De vertegenwoordiger van de officier van justitie steunde het verweer van de betrokkene en stelde dat de gedraging niet vaststond. De kantonrechter oordeelde dat de betrokkene niet de persoon was die de overtreding had begaan en verklaarde het beroep gegrond. De beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de boete was opgelegd, werden vernietigd. Tevens werd bepaald dat het bedrag dat de betrokkene als zekerheidstelling had betaald, aan hem werd terugbetaald.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknummer : 10421310 \ WM VERZ 23-208
CJIB-nummer : 251936936
Uitspraakdatum : 23 mei 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
naam : [betrokkene]
(hierna te noemen: betrokkene).

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De zaak is behandeld op de zitting van 23 mei 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

2.Overwegingen

De boete
2.1.
De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: 20 km per uur harder rijden dan mag binnen de bebouwde kom.
Het verweer
2.2.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
2.3.
Betrokkene stelt er 100% zeker van te zijn dat hij op het moment van de vermeende gedraging niet te hard heeft gereden. Betrokkene voert hiertoe aan dat hij deze kruising en de aldaar gepositioneerde flitspalen goed kent omdat hij daar dagelijks rijd. Betrokkene stelt dat hij de cruise control van de auto op het betreffende stuk altijd op 52 km/h zet.
Daarnaast voert betrokkene aan dat hij zich het betreffende moment nog goed kan herinneren omdat hij net terug kwam van een vakantie en vanaf Schiphol een vriend in Krommenie had afgezet. Betrokkene stelt dat er een andere auto op de rijbaan naast betrokkene reed. Op de foto’s is te zien dat het voertuig van betrokkene het kenteken van het andere voertuig blokkeert en uit de tweede foto blijkt dat het andere voertuig harder rijdt. Betrokkene is er zeker van dat niet hij, maar de bestuurder van het andere voertuig die bewuste nacht te hard heeft gereden.
Standpunt officier van justitie
2.4.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft zich ter zitting – naar aanleiding van het mondelinge verweer van betrokkene en de foto’s van de gedraging – op het standpunt gesteld dat de gedraging niet vaststaat en ten onrechte een boete is opgelegd. Raadpleging van GoogleMaps wijst uit dat sprake is van een weghelft met vier rijstroken, waarvan twee en drie de rijrichting rechtdoor hebben. Uit de databalk op de foto blijkt dat de gedraging is geregistreerd op rijstrook twee “Rijstrook: 2 RD”. Op de foto is zichtbaar dat betrokkene wordt ingehaald, waaruit afgeleid kan worden dat het voertuig van betrokkene op rijstrook drie rijdt en het kenteken van het voertuig op rijstrook twee blokkeert. Daarom kan niet met zekerheid worden gesteld dat betrokkene degene is die te hard heeft gereden, aldus de vertegenwoordiger van de officier van justitie.
Beoordeling kantonrechter
2.5.
De kantonrechter volgt de vertegenwoordiger van de officier van justitie en bepaalt daarom dat het beroep gegrond is en de beslissing van officier van justitie en de beschikking waarbij de boete is opgelegd zullen worden vernietigd.
De uitspraak
De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de
boete is opgelegd;
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.P. Ploeger, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: