Uitspraak
1.Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
2.Overwegingen
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 15 mei 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een beslissing van de officier van justitie met betrekking tot een administratieve sanctie (boete) opgelegd aan de betrokkene. De betrokkene had beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die de feitcode had gewijzigd en een proceskostenvergoeding van € 405,75 had toegewezen. De betrokkene was van mening dat de officier van justitie het tarief voor de proceskosten onjuist had vastgesteld, omdat het in 2021 geldende tarief was vermeld in plaats van het in 2022 geldende tarief.
De zaak werd behandeld op de zitting van 25 april 2023, waar de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig was, maar de gemachtigde van de betrokkene niet. De officier van justitie handhaafde zijn beslissing en verzocht de kantonrechter om het beroep ongegrond te verklaren. De kantonrechter heeft de argumenten van de betrokkene beoordeeld en geconcludeerd dat de officier van justitie het juiste tarief had toegepast, ondanks de vermelding van het oude tarief als een kennelijke verschrijving.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om vergoeding van proceskosten afgewezen. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. M. Woerdman, kantonrechter, en de griffier. Tegen deze uitspraak kan binnen 6 weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt.