Uitspraak
1.Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
2.Overwegingen
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 15 mei 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie (boete) die aan betrokkene was opgelegd. De boete was opgelegd omdat betrokkene voor zijn motorrijtuig niet de vereiste verzekering had afgesloten en in stand gehouden. Betrokkene had tegen de beslissing van de officier van justitie beroep ingesteld, nadat deze het beroep ongegrond had verklaard. De zaak werd behandeld op 25 april 2023, waarbij de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig was, maar de gemachtigde van betrokkene niet. De officier van justitie handhaafde zijn standpunt en verzocht de kantonrechter om het beroep ongegrond te verklaren.
De kantonrechter overwoog dat de gedraging vaststond, omdat het voertuig op de datum van de boete niet verzekerd was. Betrokkene had echter aangevoerd dat hij niet op de hoogte was van de verplichtingen rondom de verzekering, omdat de verzekering via de garagehouder liep en deze de verzekering had stopgezet. De kantonrechter oordeelde dat betrokkene onvoldoende had aangetoond dat hij aan zijn verplichtingen had voldaan, maar erkende dat hij na de boete actie had ondernomen en het voertuig op 19 januari 2022 had gevrijwaard. Gelet op deze omstandigheden besloot de kantonrechter de boete te matigen tot de helft, tot een bedrag van € 200,00, en de beslissing van de officier van justitie te wijzigen.
Daarnaast werd het verzoek om proceskostenvergoeding toegewezen, omdat betrokkene gedeeltelijk gelijk kreeg. De totale proceskosten werden vastgesteld op € 866,25, die door de officier van justitie aan betrokkene moesten worden vergoed. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door de kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en er werd een mogelijkheid tot hoger beroep geboden.