ECLI:NL:RBNHO:2023:8430

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
15 mei 2023
Publicatiedatum
25 augustus 2023
Zaaknummer
10364943 \ WM VERZ 23-167
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging feitcode en boetebedrag in bestuursrechtelijke procedure na beroep tegen administratieve sanctie

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Zaanstad, op 15 mei 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene. De betrokkene had een boete ontvangen voor het handelen in strijd met een geslotenverklaring voor bepaalde categorie voertuigen. De betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Tijdens de zitting op 25 april 2023 was de gemachtigde van de betrokkene niet aanwezig, maar de vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft verzocht om wijziging van de feitcode en het boetebedrag.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging kan worden bewezen, ondanks het verweer van de betrokkene dat er geen bord zichtbaar was. De rechter heeft de schouwrapporten in overweging genomen, waaruit bleek dat het C-bord aanwezig was en dat het voertuig van de betrokkene dit bord had gepasseerd. De kantonrechter heeft de feitcode gewijzigd naar R550A en het boetebedrag vastgesteld op € 100,00. De beslissing van de officier van justitie is gedeeltelijk vernietigd, en de kantonrechter heeft de proceskostenvergoeding toegewezen aan de betrokkene, die gedeeltelijk in het gelijk is gesteld.

De uitspraak is openbaar gedaan door mr. M. Woerdman, kantonrechter, en de betrokkene kan binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt. De griffier heeft de uitspraak genoteerd en de procedure is afgesloten met de aanwijzing van de Staat der Nederlanden als rechtspersoon die de proceskosten moet vergoeden.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknummer : 10364943 \ WM VERZ 23-167
CJIB-nummer : 246678304
Uitspraakdatum : 15 mei 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
[betrokkene]
gemachtigde : M.J.M. Bergers, Boete.nu te Maastricht.

1.Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

1.1.
Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De zaak is behandeld op de zitting van 25 april 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Gemachtigde van betrokkene is niet verschenen.
1.3.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting verzocht de feitcode en het bedrag van de boete te wijzigen.
1.4.
De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.

2.Overwegingen

De boete
2.1.
De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: handelen in strijd met geslotenverklaring in beide richtingen weg(gedeelte) bestemd voor bepaalde categorie voertuigen.
Het verweer
2.2.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd. De gemachtigde van betrokkene stelt dat betrokkene ter plaatse geen bord heeft gezien. Tevens stelt de gemachtigde dat de onjuiste feitcode is gehanteerd.
Beoordeling kantonrechter
2.3.
De kantonrechter stelt vast dat aan de voorwaarden van het Beleidskader wordt voldaan. Op de foto is weliswaar geen C-bord zichtbaar en evenmin dat het voertuig dat bord is gepasseerd, maar bij de stukken in het dossier bevindt zich wel een schouwrapport en op de zitting is door de vertegenwoordiger van de officier van justitie een schouwrapport overgelegd. Uit deze schouwrapporten blijkt dat door de verbalisant op 1 december 2021 en op 24 januari 2022 ter plaatse een schouw is gedaan en dat is vastgesteld dat het C-bord aanwezig was, zowel 200 meter vóór het begin van de geslotenverklaring als bij de ingang van de geslotenverklaring. Daaruit volgt ook dat het voertuig van betrokkene het C-bord is gepasseerd. Aan de hand van die schouwrapporten heeft de officier van justitie voldoende onderbouwd dat ten tijde van de gedragingen op 17 december 2021 het C-bord was geplaatst en is gepasseerd. De gedraging kan daarom worden vastgesteld. De boete is terecht opgelegd.
2.4.
Op de zitting heeft de vertegenwoordiger van officier van justitie verzocht om de feitcode te wijzigen in R550A- handelen in strijd met geslotenverklaring in beide richtingen (bord C1) wegen algemeen. Gelet hierop zal de feitcode worden gewijzigd in R550A- handelen in strijd met geslotenverklaring in beide richtingen (bord C1) wegen algemeen. Daarbij hoort een boete bedrag van € 100,00. Voor het overige verklaart de kantonrechter het beroep ongegrond.
Proceskosten
2.5.
Het verzoek om een proceskostenvergoeding wordt toegewezen, omdat betrokkene gedeeltelijk gelijk krijgt. Met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht zullen die kosten worden vastgesteld op een bedrag van in totaal € 866,25. Daarbij is voor de procedure bij de officier van justitie een proceskostenvergoeding bepaald van € 447,75 (1,5 punten voor het beroepschrift en de hoorzitting, wegingsfactor 0.5, waarde per punt € 597,00) en voor de procedure bij de kantonrechter een proceskostenvergoeding van € 418,50 (1 punt voor het beroepschrift, wegingsfactor 0,5, waarde per punt € 837,00).
De uitspraak
De kantonrechter:
 verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
 vernietigt de beslissing van de officier van justitie, voor zover deze betrekking heeft op de omschrijving van de gedraging, de feitcode en het boetebedrag in de inleidende beschikking;
 wijzigt de inleidende beschikking in die zin dat als omschrijving van de gedraging luidt ‘handelen in strijd met geslotenverklaring (bord C1) wegen algemeen’ en als feitcode ‘R550A';
 wijzigt de beslissing van de officier van justitie, in die zin dat de boete wordt vastgesteld op een bedrag van € 100,00 (met handhaving van de administratiekosten);
 bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene teveel aan zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt;
 verklaart het beroep voor het overige ongegrond;
 veroordeelt de officier van justitie tot het vergoeden van de proceskosten van de betrokkene tot een bedrag van € 866,25 en wijst de Staat der Nederlanden aan als rechtspersoon die deze kosten moet vergoeden;
 bepaalt dat voormeld bedrag aan de gemachtigde van betrokkene zal worden uitbetaald door het Centraal Justitieel Incassobureau te Leeuwarden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Woerdman, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: