Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[gedaagde 1]
[gedaagde 2]
1.Het procesverloop
2.De feiten
“1 st Aans.leiding tot 40m 1,2-3m3/u bedrijf”. In de toelichting op deze factuur staat dat deze betreft
“het aanleggen van een standaard bedrijfsaansluiting naar de meterkast in het bedrijfspand”.
3.De vordering en het verweer
4.De beoordeling
daarnaastde aansluitleiding in het pand volledig is gesaneerd. Wat betreft de nieuwe watermeter hebben [gedaagden] gespecificeerd aangevoerd waar en op welke manier deze eenvoudig in de meterkast geplaatst kon worden. Volgens [gedaagden] loopt er een hedendaagse tyleen leiding van buiten, onder de plantenbak die kops tegen de meterkast aan zit, naar binnen de meterkast in, met aan die leiding een muurbeugel voor een watermeter. [eiser] heeft daartegenover geen enkele informatie verstrekt over de wijze waarop de nieuwe watermeter door PWN is geplaatst. Uit niets blijkt dat het plaatsen van die meter als zodanig tot problemen of onvoorziene kosten heeft geleid. Daarmee heeft [eiser] zijn stelling dat hij verkeerd is ingelicht door de mededeling dat de watermeter eenvoudig kon worden teruggeplaatst niet aannemelijk gemaakt.