ECLI:NL:RBNHO:2023:8380

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
15 mei 2023
Publicatiedatum
24 augustus 2023
Zaaknummer
10364958 \ WM VERZ 23-172
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens overtreding van geslotenverklaring voor motorvoertuigen

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 15 mei 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan de betrokkene wegens het handelen in strijd met een geslotenverklaring voor motorvoertuigen. De betrokkene, vertegenwoordigd door mr. O. Acar van Appjection B.V., heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld nadat de officier van justitie het beroep ongegrond had verklaard. De zitting vond plaats op 25 april 2023, waar zowel de gemachtigde van de betrokkene als de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig waren.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de betrokkene de gedraging heeft erkend, wat betekent dat de overtreding vaststaat. De gemachtigde heeft aangevoerd dat de betrokkene meerdere boetes heeft ontvangen voor dezelfde overtreding en heeft verzocht om matiging van de boete. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat er geen reden is voor matiging, aangezien de boete in deze zaak de eerste is in een reeks van meerdere boetes en de gedraging erkend is. De kantonrechter heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om vergoeding van proceskosten afgewezen.

De uitspraak is openbaar gedaan en de betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt. De griffier heeft de uitspraak genoteerd en de kantonrechter heeft de beslissing in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknummer : 10364958 \ WM VERZ 23-172
CJIB-nummer : 247894048
Uitspraakdatum : 15 mei 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
[betrokkene]
gemachtigde : mr. O. Acar, Appjection B.V. te Amsterdam.

1.Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

1.1.
Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De zaak is behandeld op de zitting van 25 april 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Gemachtigde van betrokkene is ook verschenen.
1.3.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.
1.4.
De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.

2.Overwegingen

De boete
2.1.
De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: handelen ism een geslotenverklaring voor motorvoertuigen op meer dan 2 wielen, bord C 6 bijlage I RVV 1990.
Het verweer
2.2.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
2.3.
Gemachtigde van betrokkene heeft een beroep gedaan op matiging en daartoe aangevoerd dat betrokkene meerdere boetes heeft gehad voor eenzelfde overtreding. Voordat betrokkene de eerste beschikking ontving heeft betrokkene meermaals het gesloten verklaarde gebied betreden.
Op de zitting stelt de gemachtigde dat betrokkene uiteindelijk tien boetes heeft ontvangen. De regel is dat de eerste beschikking moet zijn verzonden voordat de volgende boete wordt opgelegd om opeenstapeling te voorkomen. Daarom kan de eerste boete, in onderhavige zaak, worden gehandhaafd en dient de rest van de boetes, met verwijzing naar de uitspraak van 24 februari 2023 van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden [1] , te worden vernietigd, aldus gemachtigde.
Beoordeling kantonrechter
2.4.
De kantonrechter is van oordeel dat uit de aangevoerde gronden van de gemachtigde blijkt dat de boete in onderhavige zaak de eerste boete betreft in een reeks van meerdere boetes. Betrokkene erkent de gedraging, zodat deze vast staat. De kantonrechter ziet in onderhavige zaak geen reden voor matiging.
2.5.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.
proceskosten
2.6.
De kantonrechter ziet geen aanleiding om proceskosten toe te kennen, omdat het beroep ongegrond wordt verklaard.
De uitspraak
De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond;
‒ wijst het verzoek om vergoeding van de proceskosten af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Woerdman, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending:

Voetnoten

1.Vgl. de uitspraak van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 24 februari 2023, te vinden op www.rechtspraak.nl met zoekterm ECLI:NL:GHARL:2023:1663.