ECLI:NL:RBNHO:2023:8376

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
15 mei 2023
Publicatiedatum
24 augustus 2023
Zaaknummer
10364888 \ WM VERZ 23-159
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens verkeersvoorschriften in verband met inhaalmanoeuvre vlak voor kruispunt

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 15 mei 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De sanctie was het gevolg van een gedraging waarbij betrokkene een andere richting volgde dan de richting van het voorsorteervak. Betrokkene had een boete ontvangen en was het niet eens met de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Betrokkene stelde dat hij niet bewust van rijbaan was gewisseld, maar dat hij dit deed uit noodzaak om ruimte te maken voor een andere auto die naast hem reed.

De kantonrechter heeft de zaak behandeld op een zitting op 25 april 2023, waar zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als betrokkene aanwezig waren. De rechter overwoog dat op grond van artikel 78 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV 1990) bestuurders verplicht zijn om de rijrichting te volgen die door de voorsorteerstrook wordt aangegeven. De rechter concludeerde dat betrokkene de gekozen rijrichting vóór de kruising had moeten aanhouden en dat zijn inhaalmanoeuvre vlak voor het kruispunt voor zijn rekening en risico kwam.

De kantonrechter oordeelde dat de boete terecht was opgelegd en dat er geen reden was om deze te matigen. Het beroep van betrokkene werd ongegrond verklaard. De uitspraak werd gedaan door mr. M. Woerdman, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken. Betrokkene heeft de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden binnen zes weken na de dag van toezending van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknummer : 10364888 \ WM VERZ 23-159
CJIB-nummer : 251918976
Uitspraakdatum : 15 mei 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De zaak is behandeld op de zitting van 25 april 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.

2.Overwegingen

2.1.
De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: andere richting volgen dan richting van voorsorteervak.
2.2.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd. Betrokkene voert in zijn beroepschrift aan dat hij er niet bewust voor heeft gekozen om van rijbaan te wisselen. Betrokkene stelt dat hij rechts naast de auto op de rijbaan voor rechtdoor wilde gaan staan, maar dat het verkeerslicht net op dat moment op groen sprong en de auto naast hem ging rijden. Ik heb toen voor ieders veiligheid ruimte gemaakt voor die auto. Omdat de auto veel naar rechts stond heb ik uit noodzaak moeten uitwijken en ben toen op de andere rijbaan gekomen, aldus betrokkene.
2.3.
De kantonrechter overweegt dat op grond van artikel 78 RVV1990 bestuurders van een motorvoertuig en bromfietsers die de rijbaan volgen, verplicht zijn op een kruispunt de richting te volgen die de voorsorteerstrook waarop zij zich bevinden aangeeft. De verplichte rijrichting kan blijken uit pijlen op het wegdek of uit een verkeersbord. De strekking van dit artikel is het bevorderen van een rustig verkeersbeeld en de verkeersveiligheid. Betrokkene had daarom de vóór de kruising gekozen rijrichting moeten blijven volgen. Dat betrokkene er voor heeft gekozen vlak voor het kruispunt een inhaalmanoeuvre te maken, waardoor hij op de andere rijbaan terecht is gekomen en vervolgens door is gereden, dient dan ook voor rekening en risico van betrokkene te blijven. Dat de auto op de linker rijbaan te veel naar rechts stond, zodat betrokkene werd gedwongen deze positie in te nemen is op basis van de foto in het dossier onvoldoende gebleken. Betrokkene had een andere keuze moeten maken. De boete is dus terecht opgelegd.
2.4.
De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
2.5.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.
De uitspraak
De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Woerdman, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: