Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
2.Overwegingen
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Zaanstad, op 15 mei 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie (boete) die aan betrokkene was opgelegd. Betrokkene had beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. De zaak werd behandeld op de zitting van 25 april 2023, waar de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig was, maar betrokkene zelf niet. De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.
De gedraging waarvoor de boete was opgelegd, betrof het handelen in strijd met een gesloten verklaring in beide richtingen. Betrokkene was van mening dat hij had moeten worden staande gehouden, en voerde aan dat de boete ten onrechte aan hem als kentekenhouder was opgelegd, terwijl de bestuurder had moeten worden beboet. De vertegenwoordiger van de officier van justitie stelde dat de enkele vermelding dat de verbalisant niet meer bij het voertuig kon komen, onvoldoende was om te concluderen dat er geen reële mogelijkheid was om de bestuurder staande te houden.
De kantonrechter oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat er geen reële mogelijkheid tot staandehouding was geweest. Daarom werd het beroep gegrond verklaard en werd de beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de boete was opgelegd, vernietigd. Tevens werd bepaald dat het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling had betaald, aan hem moest worden terugbetaald. De uitspraak werd gedaan door mr. M. Woerdman, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken.