Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
2.Overwegingen
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Zaanstad, op 15 mei 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een beslissing van de officier van justitie. Betrokkene had een administratieve sanctie, in de vorm van een boete, opgelegd gekregen en heeft hiertegen beroep ingesteld. De officier van justitie verklaarde het beroep echter niet-ontvankelijk, waarop betrokkene in beroep ging bij de kantonrechter. De zitting vond plaats op 25 april 2023, waarbij de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig was, maar betrokkene zelf niet.
De kantonrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, bestond uit het rijden van 11 km per uur te hard binnen de bebouwde kom. Betrokkene was het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en voerde gronden aan in zijn beroepschrift. De kantonrechter oordeelde dat betrokkene het beroep bij de officier van justitie te laat had ingesteld, aangezien het beroepschrift pas op 22 juni 2022 door het CVOM was ontvangen, terwijl dit uiterlijk op 7 juni 2022 had moeten zijn. Betrokkene stelde dat hij op 28 mei 2022 al had gereageerd door een transactievoorstel van het CJIB retour te sturen, maar de kantonrechter oordeelde dat dit niet kon worden aangemerkt als het instellen van beroep.
Daarom werd geconcludeerd dat de overschrijding van de beroepstermijn niet verschoonbaar was, en de officier van justitie had het beroep terecht niet-ontvankelijk verklaard. De kantonrechter verklaarde het beroep van betrokkene ongegrond. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt.