Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
de Raad voor de Kinderbescherming,
hierna te noemen: de Raad,
[de minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum] te [plaats] ,
[de minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum] te [plaats] ,
[de moeder] ,
[de vader] ,
Het procesverloop
- [de minderjarige 2] , die apart is gehoord;
- de GI, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de GI] ;
- de Raad, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de raad] ;
- de vader;
- de moeder en haar partner, [partner] .
[de minderjarige 1] is opgeroepen voor een gesprek met de kinderrechter, maar niet verschenen.
De feiten
Het verzoek
- de ondertoezichtstelling van [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] voor de duur van een jaar;
- een machtiging tot uithuisplaatsing van [de minderjarige 2] in een plaatsvervangende omgeving voor de duur van zes maanden;
- de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
Het standpunt van de belanghebbenden
Hij vindt het rapport van de Raad te eenzijdig: ook zonder de verzochte maatregelen zou [de minderjarige 2] hulp kunnen krijgen van Kenter. Daar zou hij kunnen beginnen zonder eerst op een wachtlijst te staan. Het is belangrijk dat [de minderjarige 2] intensieve begeleiding krijgt en dat hij iets doet wat hij leuk vindt. Voor [de minderjarige 1] zou een ondertoezichtstelling druk opleveren en dat zou haar geen goed doen. Voor beide kinderen zou een ondertoezichtstelling averechts werken, aldus de vader.
Volgens haar is er veel aan de hand. Zij en haar partner hebben gedaan wat ze kunnen om de situatie te verbeteren, maar dat lukt niet; de situatie wordt juist erger.
Er is hulp nodig, zodat [de minderjarige 2] rust en dagbesteding krijgt, en ook de ouders hebben hulp nodig, aldus de moeder.
Het standpunt van de GI
[de minderjarige 2] heeft veel in z’n mars, maar als het op deze manier doorgaat, zal hij niet naar school gaan.
De mening van [de minderjarige 2]
De beoordeling
het afgelopen jaar is hij een aantal keer in aanraking gekomen met de politie en er is sprake van veelvuldig schoolverzuim. Hij ervaart onvoldoende ondersteuning van de volwassenen om hem heen om een traject naar verandering gezamenlijk te kunnen dragen.
Niet te verwachten valt dat voornoemde ontwikkelingsbedreiging kan worden weggenomen in de huidige thuissituatie en met de inzet van ambulante hulpverlening.
Hoewel een dergelijke maatregel bijna altijd ook negatieve bijwerkingen heeft, lijkt deze ingreep toch noodzakelijk om de situatie voor [de minderjarige 2] te verbeteren.
De beslissing
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 23 mei 2023.