ECLI:NL:RBNHO:2023:8329

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
2 mei 2023
Publicatiedatum
23 augustus 2023
Zaaknummer
C/15/338834 / JU RK 23-585 en C/15/339039 / JU RK 23-621
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onderzoek naar de ondertoezichtstelling en machtiging gesloten jeugdhulp voor een minderjarige in risicovolle situaties

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 2 mei 2023 uitspraak gedaan over de ondertoezichtstelling en machtiging gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, hierna te noemen [de minderjarige]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft op 20 april 2023 een verzoek ingediend voor een voorlopige ondertoezichtstelling en spoedmachtiging gesloten jeugdhulp, omdat er ernstige zorgen waren over de veiligheid en ontwikkeling van [de minderjarige]. Het kind verblijft op onbekende locaties, heeft contact met gevaarlijke personen en gebruikt verdovende middelen. De moeder heeft altijd meegewerkt aan de hulpverlening, maar deze heeft niet geleid tot vermindering van de zorgen.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat [de minderjarige] in haar ontwikkeling ernstig wordt bedreigd en dat er geen zicht is op haar verblijfplaats. De kinderrechter heeft de voorlopige ondertoezichtstelling voor de duur van drie maanden en een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp voor vier weken verleend. De kinderrechter oordeelt dat de ontwikkeling van [de minderjarige] ernstig belemmerd wordt door haar huidige situatie en dat gespecialiseerde behandeling noodzakelijk is. De kinderrechter heeft de machtiging gesloten jeugdhulp voor de duur van drie maanden verleend, zodat [de minderjarige] kan leren de regie over haar leven terug te krijgen.

De beslissing van de kinderrechter is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de ondertoezichtstelling is vastgesteld tot de meerderjarigheid van [de minderjarige]. De kinderrechter heeft de beschikking openbaar uitgesproken en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 23 mei 2023.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie- en Jeugdrecht
locatie Haarlem
zaaknummers: C/15/338834 / JU RK 23-585
(voorlopige ondertoezichtstelling en spoedmachtiging gesloten jeugdhulp)
C/15/339039 / JU RK 23-621
(ondertoezichtstelling en machtiging gesloten jeugdhulp)
datum uitspraak: 2 mei 2023

Beschikking ondertoezichtstelling en machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming, hierna te noemen: de Raad,

gevestigd te Haarlem,
betreffende

[de minderjarige] , geboren op [geboortedatum] in de gemeente [gemeente] ,

hierna te noemen: [de minderjarige] ,
advocaat: mr. A. Vogelaar, kantoorhoudende te Wormerveer.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[de moeder] , hierna te noemen: de moeder,

wonende te [plaats] ,

[de vader] , hierna te noemen: de vader,

wonende te [plaats] ,

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming (Regio Amsterdam),

gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: de GI.

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoek van de Raad, met bijlagen, betreffende de voorlopige ondertoezicht-stelling en de spoedmachtiging gesloten jeugdhulp van 20 april 2023, ingekomen op 21 april 2023;
- de instemmende verklaring van 20 april 2023 van de gekwalificeerde gedragsweten-schapper;
- de beschikking van de kinderrechter van deze rechtbank van 21 april 2023;
- de brief van de Raad van 21 april 2023;
- het verzoek van de Raad, met bijlagen, betreffende de ondertoezichtstelling en de machtiging gesloten jeugdhulp van 25 april 2023, ingekomen op 25 april 2023;
- de instemmende verklaring van 24 april 2023 van de gekwalificeerde gedrags-wetenschapper.
Op 2 mei 2023 zijn de zaken tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren gelijktijdig behandeld, waarbij zijn verschenen:
- [de minderjarige] , bijgestaan door mr. A. Vogelaar;
- [begeleidster] (begeleidster van [de minderjarige] bij [verblijfplaats] );
- de moeder;
- [vertegenwoordiger van de raad] , namens de Raad;
- [vertegenwoordiger van de GI] , namens de GI.
De vader is opgeroepen, maar niet verschenen.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [de minderjarige] wordt uitgeoefend door de moeder.
[de minderjarige] verblijft op [verblijfplaats] .
Bij beschikking van de kinderrechter van 21 april 2023 is:
  • [de minderjarige] voorlopig onder toezicht gesteld van de GI, met ingang van 21 april 2023 voor de duur van drie maanden;
  • een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp voor [de minderjarige] verleend, met ingang van 21 april 2023 voor de duur van de vier weken;
  • het verzoek voor het overige aangehouden en bepaald dat de Raad, [de minderjarige] , haar advocaat en de overige belanghebbenden zullen worden gehoord ter zitting van

Het verzoek

In het verzoekschrift van 20 april 2023 verzoekt de Raad:
  • [de minderjarige] voorlopig onder toezicht te stellen voor de duur van drie maanden;
  • een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp te verlenen voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling.
In het verzoekschrift van 25 april 2023 verzoekt de Raad:
  • [de minderjarige] onder toezicht te stellen tot haar meerderjarigheid;
  • een machtiging gesloten jeugdhulp te verlenen voor de duur van drie maanden.
De Raad verzoekt deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
De Raad verzoekt dit om de redenen als vermeld in de verzoekschriften en de overgelegde rapporten.
Het standpunt van de belanghebbenden
De GI steunt het verzoek van de Raad.
Het is lastig tot [de minderjarige] door te dringen. Ze komt over als een introvert meisje, met een diepe laag waar je moeilijk bij kunt komen. Er zijn grote zorgen over het netwerk van [de minderjarige] en vaak weet niemand waar ze uithangt. Er zijn zorgen over drugsgebruik en contact met mannen; er zijn signalen die erop wijzen dat [de minderjarige] met een loverboy te maken heeft.
[de minderjarige] kan meer regie over haar leven krijgen, als ze meer van zichzelf laat zien; daar zit de uitdaging.
De moeder is het eens met het verzoek van de Raad. Zij houdt veel van [de minderjarige] en wil graag dat ze een goede toekomst tegemoet gaat. Zij heeft al zorgen over [de minderjarige] sinds ze vijftien jaar oud is. Zij wil dat [de minderjarige] een opleiding gaat volgen en de nodige hulp krijgt. De moeder denkt dat een gesloten plaatsing bij [verblijfplaats] momenteel goed is voor [de minderjarige] , maar maakt zich zorgen over wat er gaat gebeuren als [de minderjarige] daar weer uitkomt.

Het standpunt van de begeleidster

[begeleidster] heeft [de minderjarige] meegemaakt vanaf het moment dat ze op de open groep kwam.
In het begin kwam ze daar de afspraken niet na. Nu [de minderjarige] op de gesloten groep zit, is er voortuitgang, maar nog niet genoeg. [de minderjarige] weet zelf dat een deel van de mensen in haar netwerk niet goed voor haar is. [begeleidster] denkt dat het goed is voor [de minderjarige] nog wat langer op de gesloten groep te blijven.

De mening van [de minderjarige]

is het eens met het verzoek ten aanzien van de ondertoezichtstelling en heeft zich waar het de machtiging gesloten jeugdhulp betreft, gerefereerd aan het oordeel van de kinderrechter.
[de minderjarige] begrijpt de zorgen die iedereen over haar heeft. Ze wil meer openheid geven over
de mensen met wie ze omgaat en verder bouwen aan haar toekomst. [de minderjarige] wil liever niet gesloten geplaatst worden en snapt niet hoe een machtiging gesloten jeugdzorg haar zou helpen.

De beoordeling

Ten aanzien van de voorlopige ondertoezichtstelling en de spoedmachtiging gesloten jeugdhulp
In wat ter zitting naar voren is gekomen, ziet de kinderrechter geen aanleiding het in de beschikking van 21 april 2023 geformuleerde oordeel ten aanzien van de voorlopige ondertoezichtstelling voor de duur van drie maanden en de spoedmachtiging gesloten jeugdhulp voor de duur van vier weken te wijzigen.
Ten aanzien van de ondertoezichtstelling tot de meerderjarigheid van [de minderjarige]
Op basis van de door de Raad ingediende stukken en de mondelinge behandeling is voldaan aan de wettelijke criteria genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek.
[de minderjarige] groeit zodanig op dat zij in haar ontwikkeling ernstig wordt bedreigd. Er is geen zicht op waar [de minderjarige] verblijft en met wie zij is. Wel is gebleken dat ze al langere tijd in risicovolle, mogelijk zelfs levensgevaarlijke situaties verkeert. Zij is meerdere malen weggelopen, spreekt af met voor haar gevaarlijke mensen, verblijft op onbekende locaties en gebruikt verdovende middelen. Er zijn zorgen over [de minderjarige] ’s omgang met jongens en mannen, en zij heeft mogelijk te maken met een loverboy. [de minderjarige] is beïnvloedbaar, heeft een laag zelfbeeld, voelt zich eenzaam en heeft depressieve gedachten. Dit maakt haar kwetsbaar en extra vatbaar voor risicovolle contacten. [de minderjarige] isoleert zich steeds verder en wordt daardoor meer afhankelijk van de zorg van anderen, die haar mogelijk kunnen chanteren om dingen te doen die zij feitelijk niet wil. Het lijkt erop dat [de minderjarige] onvoldoende de consequenties overziet van haar gedrag voor haar veiligheid. Daarnaast is sprake van veelvuldig schoolverzuim.
Gebleken is dat de zorg die in verband met het wegnemen van de bedreiging noodzakelijk is, door de moeder onvoldoende wordt geaccepteerd. De moeder heeft altijd meegewerkt aan de tot nu ingezette hulpverlening, maar die hulp in het vrijwillige kader heeft er niet toe geleid dat de zorgen om [de minderjarige] zijn verminderd.
De verwachting is gerechtvaardigd dat de moeder de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van [de minderjarige] in staat zal zijn te dragen binnen een gelet op de persoon en de ontwikkeling van [de minderjarige] aanvaardbaar te achten termijn.
Gelet op het voorgaande zal [de minderjarige] onder toezicht worden gesteld tot haar meerderjarigheid.
Ten aanzien van machtiging gesloten jeugdhulp voor de duur van drie maanden
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend, indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt, of daaraan door anderen wordt onttrokken.
De kinderrechter is van oordeel dat aan deze wettelijke criteria wordt voldaan.
Voornoemde ontwikkelingsbedreiging wordt gezien als ernstige opgroeiproblemen, die de ontwikkeling van [de minderjarige] naar volwassenheid ernstig belemmeren. Het is dringend en noodzakelijk dat de gespecialiseerde behandeling die zij nu bij [verblijfplaats] krijgt, wordt voortgezet. Bij [verblijfplaats] kan [de minderjarige] leren de regie over haar leven (terug) te krijgen en steviger in haar schoenen te staan. Het is op dit moment niet toereikend dat [de minderjarige] in een open setting op [verblijfplaats] verblijft, omdat ze daar onvoldoende aan meewerkt.
Daarom zal een machtiging gesloten jeugdhulp worden verleend voor de duur van drie maanden.
Het vorenoverwogene leidt tot de volgende beslissing.

De beslissing

De kinderrechter:
Stelt [de minderjarige] onder toezicht van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming
(Regio Amsterdam), met ingang van 2 mei 2023 tot 20 februari 2024;
verleent een machtiging om [de minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp, met ingang van 2 mei 2023 tot 2 augustus 2023;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.L. Diender, kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken op 2 mei 2023, in aanwezigheid van mr. J. Leertouwer als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 23 mei 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Amsterdam.