ECLI:NL:RBNHO:2023:8328

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
4 juli 2023
Publicatiedatum
23 augustus 2023
Zaaknummer
C/15/339163 / JU RK 23-660
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in het kader van de ondertoezichtstelling

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 4 juli 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [de minderjarige]. De zaak betreft een verzoek van De Jeugd- & Gezinsbeschermers (GI) om de machtiging tot uithuisplaatsing van [de minderjarige] te verlengen, die momenteel bij de grootouders en de vader verblijft. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er complexe relatieproblemen zijn tussen de ouders, wat een negatieve impact heeft op [de minderjarige]. De moeder heeft aangegeven dat zij niet akkoord gaat met de verlenging van de machtiging en dat zij vecht voor de terugkeer van [de minderjarige] naar haar huis. De kinderrechter heeft echter geconcludeerd dat de huidige situatie bij de grootouders en de vader de nodige rust biedt voor [de minderjarige] en dat er nog geen ruimte is voor contactherstel met de moeder. De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd tot 25 augustus 2023, in het belang van de verzorging en opvoeding van [de minderjarige]. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ook al kan er hoger beroep worden ingesteld.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Haarlem
Zaaknummer: C/15/339163 / JU RK 23-660
Datum uitspraak: 4 juli 2023
Beschikking van de kinderrechter over een verlenging machtiging tot uithuisplaatsing
in de zaak van
De Jeugd- & Gezinsbeschermers,
wonende te Haarlem, hierna te noemen de GI,
betreffende
[de minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [plaats] ,
hierna te noemen: [de minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[de moeder],
hierna te noemen: de moeder,
wonende te [plaats] ,
advocaat: mr. J.H.M. de Boer, kantoorhoudende te Alkmaar,
[de vader],
hierna te noemen: de vader,
wonende te [plaats] .

1.Het procesverloop

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoek met bijlagen van de GI van 25 april 2023, ingekomen bij de griffie op 28 april 2023;
- het verweerschrift met bijlagen namens de moeder van 30 juni 2023.
1.2
Op 4 juli 2023 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- de vader;
- [vertegenwoordiger van de GI] en [vertegenwoordiger van de GI] namens de GI.
1.3
De moeder heeft schriftelijk laten weten niet naar de zitting te komen. De advocaat van de moeder heeft aangegeven niet op de zitting aanwezig te kunnen zijn.
1.4
[de minderjarige] is apart gehoord.
2. De feiten
2.1
De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag over [de minderjarige] .
2.2
[de minderjarige] verblijft doordeweeks bij de grootouders (vz) en in het weekend bij de vader.
2.3
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 25 augustus 2021 [de minderjarige] onder toezicht gesteld. De ondertoezichtstelling duurt nu nog tot 25 augustus 2023.
2.4
Bij beschikking van 6 januari 2023 heeft de kinderrechter machtiging verleend om [de minderjarige] uit huis te plaatsen bij de vader en/of de grootouders vz van 6 januari 2023 tot 6 juli 2023.

3.Het verzoek

3.1
De GI heeft verzocht de machtiging tot uithuisplaatsing van [de minderjarige] gedurende dag en nacht, deels in het netwerk, namelijk door de week bij de grootouders vz en in het weekend bij de vader, te verlengen voor de duur van de ondertoezichtstelling. Verder heeft de GI verzocht de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
3.2
Als onderbouwing van het verzoek is namens de GI naar voren gebracht dat [de minderjarige] veel ruzie met de moeder had en een zorgelijk beeld schetste over de thuissituatie bij haar. De kinderen krijgen volgens [de minderjarige] geen emotionele toestemming om een band met de vader te onderhouden, er heerst een constante spanning in huis en de moeder lijkt overal controle over te willen hebben. [de minderjarige] kreeg een onprettig en onveilig gevoel tijdens ruzies. Daarnaast doet de moeder veel uitspraken die [de minderjarige] kwetsen en belast haar met volwassenzaken. De moeder ontkent wat [de minderjarige] vertelt, en zegt dat dit volledig onwaar is. Dit is voor [de minderjarige] moeilijk te verdragen, waardoor zij de moeder nog meer op afstand lijkt te houden. De GI heeft mogelijkheden onderzocht om het contact tussen de moeder en [de minderjarige] te herstellen, maar dit is tot nu toe niet gelukt. [de minderjarige] stond open voor een gesprek, maar zag dit als eenmalig en wilde haar moeder daarna niet meer zien. De GI is van mening dat de moeder de sleutel heeft, in beweging zal moeten komen en rekening moet houden met de ervaringen/beleving en wensen van [de minderjarige] .
Het gaat nu goed met [de minderjarige] bij haar grootouders waar zij rust ervaart. De GI ziet vooralsnog geen veiligheidsrisico’s bij de grootouders die gescreend zullen worden en zijn aangemeld voor netwerkpleegzorgbegeleiding.
Tijdens haar verblijf bij de grootouders en de vader zal [de minderjarige] kunnen werken aan haar behandeling. Daarnaast zal de GI blijven kijken of er contactherstel tussen [de minderjarige] en de moeder mogelijk is.
3.3
Op de zitting is namens de GI aanvullend naar voren gebracht dat er inmiddels ookl een verzoek is ingediend om de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van [de minderjarige] na 25 augustus 2023 te verlengen.

4.De standpunten

4.1
Tijdens het gesprek met [de minderjarige] is gebleken dat er voor haar nu niets hoeft te veranderen. Zij maakt het goed bij haar grootouders en in het weekend bij haar vader.
4.2
De vader is het eens met het verzoek, omdat de relatie tussen de moeder en [de minderjarige] is verstoord.
4.3
Door en namens moeder is naar voren gebracht dat zij vecht voor [de minderjarige] . De moeder is het niet eens met het verzoek tot verlenging van de machtiging uithuisplaatsing en wil dat [de minderjarige] weer bij haar komt wonen. Dat is volgens de moeder altijd goed gegaan, op één incident na. De moeder is van mening dat de GI haar niet goed informeert, haar negeert en in een jaar niets heeft gedaan dat van toegevoegde waarde is geweest voor het gezin.

5.De beoordeling

Zoals in de beschikking van 6 januari 2023 al is overwogen, is er sprake van complexe relatieproblemen tussen de ouders. Deze situatie is zeer belastend voor [de minderjarige] die nu 15 jaar oud is. Daarbij komt dat ook de verhoudingen tussen de families van de ouders en tussen de kinderen onderling verstoord zijn. Op de voorgrond staat nu de verstoorde relatie tussen moeder en [de minderjarige] die de afgelopen periode helaas niet verbeterd is. Aan contactherstel is nog niet gewerkt omdat daarvoor nog geen ruimte is bij [de minderjarige] . Uit het gesprek met [de minderjarige] leidt de kinderrechter af dat het om meer gaat dan pubergedrag zoals de moeder stelt. Dat er verder slechts sprake zou zijn van een op zichzelf staand incident tussen [de minderjarige] en de moeder, blijkt niet uit het dossier en ook niet uit het gesprek met [de minderjarige] . Onder deze omstandigheden [de minderjarige] kan daarom nu niet terug naar de moeder.
Het verblijf van [de minderjarige] bij haar grootouders en vader geeft [de minderjarige] nu de rust die zij nodig heeft, onder andere voor het afronden van het schooljaar.
Gelet op het voorgaande is de kinderrechter van oordeel dat de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van [de minderjarige] noodzakelijk is in het belang van haar verzorging en opvoeding (artikel 1:265c, tweede lid, Burgerlijk Wetboek). De kinderrechter zal de machtiging daarom verlengen voor de duur van de ondertoezichtstelling, dus tot 25 augustus 2023. Dat betekent dat [de minderjarige] de komende periode dus doordeweeks bij de grootouders vz zal verblijven en in het weekend bij de vader.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1
verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing van:
- [de minderjarige] ,
bij de vader en/of de grootouders vz van 6 juli 2023 tot 25 augustus 2023;
6.2
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 4 juli 2023 door mr. J.C.M. Swinkels, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. T. Alexander als griffier, en op schrift gesteld op 6 juli 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Amsterdam.