Op 22 augustus 2023 heeft de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Alkmaar, uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die op 2 mei 2023 op Schiphol een hoeveelheid cocaïne heeft ingevoerd. De verdachte, die thans gedetineerd is in P.I. Lelystad, werd beschuldigd van het opzettelijk binnenbrengen van een materiaal bevattende cocaïne, een middel dat onder de Opiumwet valt. Tijdens de openbare terechtzitting op 8 augustus 2023 heeft de officier van justitie, mr. J.A. Huibers, gevorderd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. C. Peters, pleitte voor vrijspraak, stellende dat de verdachte niet op de hoogte was van de cocaïne in zijn koffer.
De rechtbank heeft de verklaring van de verdachte ongeloofwaardig geacht. Bij controle van zijn koffer, die hij tweedehands had gekocht, werd een afwijking in de bodem geconstateerd, waaruit twee pakketten cocaïne tevoorschijn kwamen met een totaalgewicht van 2002,4 gram. De rechtbank oordeelde dat de verdachte op de hoogte moest zijn van de inhoud van zijn bagage, en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die van dit uitgangspunt afweken. De verdachte had inconsistent verklaard over zijn reisdoel en de omstandigheden rondom de aankoop van de koffer en het vliegticket, wat bijdroeg aan de ongeloofwaardigheid van zijn verhaal.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de verdachte schuldig bevonden aan het opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en hem veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 24 maanden. De rechtbank hield rekening met de ernst van het feit, de hoeveelheid cocaïne en de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd, maar ook met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die niet eerder voor een Opiumwetdelict was veroordeeld. De opgelegde straf is in lijn met de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS).