ECLI:NL:RBNHO:2023:8267

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
21 juni 2023
Publicatiedatum
22 augustus 2023
Zaaknummer
10437330 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen opgelegde administratieve sanctie wegens parkeren op vergunninghoudersplaats

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, op 21 juni 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie (boete) die aan betrokkene was opgelegd. De boete was opgelegd omdat betrokkene in strijd met de aan de vergunning verbonden voorwaarden had geparkeerd op een parkeerplaats voor vergunninghouders. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

De zitting vond plaats op 7 juni 2023, waarbij de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig was, maar betrokkene zelf niet. Wel was de gemachtigde van betrokkene, S.N. Velker, aanwezig. Tijdens de zitting heeft de gemachtigde aangevoerd dat betrokkene in het bezit was van een oude bezoekerspas en dat de vergunning mogelijk niet goed was ingevuld. Er werd verzocht om de boete te matigen op basis van deze omstandigheden.

De kantonrechter heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, voldoende was komen vast te staan. De kantonrechter oordeelde dat de bezoekersschijf onjuist was ingesteld op het moment van de constatering van de overtreding. De kantonrechter heeft geen aanleiding gezien om de boete te matigen en heeft het beroep ongegrond verklaard. Tevens zijn er geen proceskosten toegewezen, omdat het beroep ongegrond werd verklaard. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. I.H. Lips, kantonrechter, en de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10437330 \ WM VERZ 23-246
CJIB-nummer : 248490798
Uitspraakdatum : 21 juni 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
[betrokkene]
gemachtigde : Appjection B.V.

1.Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

1.1.
Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De zaak is behandeld op de zitting van 7 juni 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen. Namens gemachtigde van betrokkene is S.N. Velker verschenen. De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.

2.Overwegingen

2.1.
De gedraging
De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: voertuig parkeren op parkeerplaats voor vergunninghouders in strijd met de aan de vergunning verbonden voorwaarden.
2.2.
Het verweer tegen de opgelegde boete
Betrokkene is het niet eens met de opgelegde boete en door gemachtigde van betrokkene is namens betrokkene aangevoerd dat betrokkene in het bezit is van een (oude) bezoekerspas en per abuis de vergunning mogelijk niet goed ingevuld had. Namens betrokkene wordt verzocht om de boete te matigen op basis van de omstandigheden.
2.3.
Het standpunt van de vertegenwoordiger van de officier van justitie
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.
2.4.
De beoordeling van de gedraging waarvoor de boete is opgelegd
De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken die zich in het dossier bevinden – met name uit de aanvullende verklaring van de verbalisant ondersteund met een foto– voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. De bezoekersschijf, zo blijkt uit de door de verbalisant overgelegde foto, stond ingesteld op begintijd 04:00 /16:00 en eindtijd 08:00/20:00 uur. De gedraging is echter geconstateerd om 14.40 uur, zodat de parkeerschijf onjuist stond ingesteld. Dat betrokkene de tijd op deze schijf per abuis verkeerd had ingesteld is een omstandigheid die voor rekening en risico van betrokkene dient te blijven. De boete is dus terecht opgelegd. De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen. Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.
2.5.
Proceskosten
De kantonrechter ziet geen aanleiding om proceskosten toe te kennen, omdat het beroep ongegrond wordt verklaard.
De uitspraak
De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond;
‒ wijst het verzoek om vergoeding van de proceskosten af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I.H. Lips, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: