ECLI:NL:RBNHO:2023:8252

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
21 juni 2023
Publicatiedatum
22 augustus 2023
Zaaknummer
10437104 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen opgelegde boetes voor handelen in strijd met gesloten verklaring

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 21 juni 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie (boete) die aan betrokkene was opgelegd. Betrokkene had beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep niet-ontvankelijk had verklaard. De zaak werd behandeld op de zitting van 7 juni 2023, waar zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als betrokkene aanwezig waren.

De kantonrechter constateerde dat betrokkene meerdere boetes had ontvangen voor het handelen in strijd met een gesloten verklaring. Deze gedragingen werden als aparte overtredingen beschouwd, waarvoor afzonderlijk boetes konden worden opgelegd. De vertegenwoordiger van de officier van justitie stelde dat de opgelegde boetes onredelijk waren en verzocht om de eerste boete in stand te laten en de daaropvolgende boetes te vernietigen. De kantonrechter oordeelde dat de termijnoverschrijding bij de officier van justitie verschoonbaar was, waardoor de inhoudelijke behandeling van de zaak mogelijk werd.

Uiteindelijk verklaarde de kantonrechter het beroep gegrond en vernietigde de beslissing van de officier van justitie, evenals de beschikking waarbij de tweede boete was opgelegd. De uitspraak werd gedaan door mr. I.H. Lips, kantonrechter, en de griffier. Betrokkene heeft het recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt. De griffier en de kantonrechter hebben de uitspraak openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10437104 \ WM VERZ 23-231
CJIB-nummer : 250469339
Uitspraakdatum : 21 juni 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De zaak is behandeld op de zitting van 7 juni 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.

2.Overwegingen

2.1.
De gedraging
De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: als bestuurder handelen in strijd met een geslotenverklaring in beide richtingen.
2.2.
Het verweer tegen de opgelegde boete
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft aangevoerd dat hij in de veronderstelling was dat met het indienen van bezwaar voor de naheffing bij de gemeente tevens ook voor alle feiten het bezwaar had ingediend. Daarnaast verlengt betrokkene al jaren probleemloos de parkeervergunningen en betrokkene dacht dat het voor het jaar 2022 ook was geregeld.
2.3.
Het standpunt van de vertegenwoordiger van de officier van justitie
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld dat aan betrokkene meerdere boetes in korte tijd zijn opgelegd en dat dit onredelijk is. Zij heeft de kantonrechter verzocht om over de termijnoverschrijding heen te stappen, de eerste boete in stand te laten en de daaropvolgende boetes te vernietigen.
2.4.
De beoordeling van de termijnoverschrijding
De kantonrechter volgt het voorstel van de vertegenwoordiger van de officier van justitie en acht de termijnoverschrijding bij de officier van justitie verschoonbaar, zodat wordt toegekomen aan een inhoudelijke behandeling van de zaak.
2.5.
De beoordeling van de gedraging waarvoor de boete is opgelegd
De kantonrechter stelt vast dat aan betrokkene meerdere boetes zijn opgelegd voor het handelen in strijd met gesloten verklaring. Op zichzelf moeten deze gedragingen worden aangemerkt als aparte en te onderscheiden overtredingen, waarvoor ook telkens een boete kan worden opgelegd. De kantonrechter volgt in dit geval het voorstel van de vertegenwoordiger van de officier van justitie, omdat dat redelijk voorkomt. Gelet hierop ziet de kantonrechter aanleiding om de beschikking waarbij de onderhavige boete (de tweede boete van drie boetes) is opgelegd en de beslissing van de officier van justitie te vernietigen. Het beroep is daarom gegrond.
De uitspraak
De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de
boete is opgelegd;
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I.H. Lips, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: