ECLI:NL:RBNHO:2023:8250

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
7 juni 2023
Publicatiedatum
22 augustus 2023
Zaaknummer
10437094 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens handelen in strijd met geslotenverklaring

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 7 juni 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene. De sanctie was het gevolg van een gedraging waarbij betrokkene als bestuurder in strijd heeft gehandeld met een geslotenverklaring in beide richtingen. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond of niet-ontvankelijk verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 7 juni 2023 waren zowel betrokkene als de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig. Betrokkene voerde aan dat hij niet bekend was in Alkmaar en op zoek was naar een parkeerplaats. Hij zag de parkeergarage pas nadat hij deze al voorbij was en besloot om te keren. De vertegenwoordiger van de officier van justitie stelde dat de gedraging op basis van een overgelegde foto kon worden vastgesteld en vroeg de kantonrechter om het beroep ongegrond te verklaren.

De kantonrechter heeft de gedraging vastgesteld op basis van de overgelegde foto en erkende dat betrokkene de gedraging had erkend. Echter, de kantonrechter oordeelde dat de omstandigheden die betrokkene had aangevoerd, aanleiding gaven om de boete te matigen. De boete werd verlaagd tot € 50,00, met handhaving van de administratiekosten. De beslissing van de officier van justitie werd gewijzigd en het beroep werd gedeeltelijk gegrond verklaard. Betrokkene kreeg het teveel betaalde bedrag aan zekerheidstelling terugbetaald. De uitspraak werd gedaan door mr. I.H. Lips, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10437094 \ WM VERZ 23-230
CJIB-nummer : 250469840
Uitspraakdatum : 7 juni 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De zaak is behandeld op de zitting van 7 juni 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

2.Overwegingen

2.1.
De gedraging
De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: als bestuurder handelen in strijd met een geslotenverklaring in beide richtingen.
2.2.
Het verweer tegen de opgelegde boete
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft aangevoerd dat hij niet bekend is in Alkmaar en op zoek was naar een parkeerplaats. Betrokkene zag pas de parkeergarage toen hij deze al voorbij was en heeft toen besloten om te keren. Betrokkene heeft vervolgens geparkeerd in de parkeergarage.
2.3.
Het standpunt van de vertegenwoordiger van de officier van justitie
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld dat de gedraging op basis van de per e-mail overgelegde foto kan worden vastgesteld en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.
2.4.
De beoordeling van de gedraging waarvoor de boete is opgelegd
De gedraging kan worden vastgesteld op basis van de overgelegde foto.
Dat betrokkene voorbij de geslotenverklaring met het voertuig is gekeerd, maakt niet dat er geen boete mag worden opgelegd. Betrokkene heeft de gedraging ook erkend, maar doet een beroep op de omstandigheden van het geval ten tijde van de gedraging. De kantonrechter is van oordeel dat de door betrokkene aangevoerde omstandigheden, welke nader ter zitting zijn toegelicht, aanleiding geven om de boete te matigen tot € 50,00 (met handhaving van de administratiekosten). Het beroep is gelet op de matiging gedeeltelijk gegrond. De beslissing van officier van justitie zal worden gewijzigd.
De uitspraak
De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie, in die zin dat de boete wordt gematigd tot een bedrag van € 50,00 (met handhaving van de administratiekosten);
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene teveel als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I.H. Lips, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: