Uitspraak
1.Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
2.Overwegingen
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 30 juni 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene voor het handelen in strijd met een geslotenverklaring. De procedure begon toen betrokkene een boete ontving, waartegen beroep werd ingesteld bij de officier van justitie. Deze verklaarde het beroep ongegrond, waarna betrokkene zich tot de kantonrechter wendde. Tijdens de zitting op 26 mei 2023 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar de gemachtigde van betrokkene ontbrak.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de boete was opgelegd voordat de eerste boete was verzonden, wat aanleiding gaf om de eerdere beslissing van de officier van justitie te vernietigen. De kantonrechter oordeelde dat de gedragingen van betrokkene, die bestonden uit het negeren van een geslotenverklaring, als aparte overtredingen moesten worden beschouwd. De kantonrechter volgde het voorstel van de officier van justitie om de eerste boete in stand te laten, maar de daaropvolgende boetes te vernietigen.
Daarnaast heeft de kantonrechter de proceskostenvergoeding toegewezen aan betrokkene, die in totaal € 866,25 bedraagt. Dit bedrag is vastgesteld op basis van de procedures bij zowel de officier van justitie als de kantonrechter. De uitspraak werd openbaar gedaan door mr. A.P. Ploeger, kantonrechter, en de griffier. Betrokkene heeft het recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt.