In deze zaak heeft de kinderrechter op 9 augustus 2023 uitspraak gedaan over het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, aangeduid als [de minderjarige 1]. De kinderrechter heeft het verzoek afgewezen, omdat er geen sprake meer is van een ernstig bedreigde ontwikkeling bij de minderjarige. Tijdens de zitting bleek dat het goed gaat met [de minderjarige 1], die heeft deelgenomen aan een Psychomotorische Therapie (PMT) en daar veel van heeft geleerd. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige in staat is om haar wensen en behoeften duidelijk te communiceren en dat zij goed kan omgaan met de situatie. De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag, maar de communicatie tussen hen blijft een punt van zorg. De GI (William Schrikker Jeugdbescherming & Jeugdreclassering) had verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling, maar de kinderrechter oordeelde dat de huidige hulpverlening en het traject parallel ouderschap voldoende zijn om de ontwikkeling van [de minderjarige 1] te waarborgen. De kinderrechter concludeerde dat de verantwoordelijkheid voor de communicatie tussen de ouders bij hen zelf ligt en dat een ondertoezichtstelling niet meer noodzakelijk is. De uitspraak is mondeling gedaan en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.