ECLI:NL:RBNHO:2023:8129

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
26 mei 2023
Publicatiedatum
18 augustus 2023
Zaaknummer
10406686 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen opgelegde administratieve sanctie wegens handelen in strijd met geslotenverklaring

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, op 26 mei 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De sanctie was het gevolg van een gedraging die in strijd was met een geslotenverklaring, specifiek het negeren van een eenrichtingsbord. Betrokkene, vertegenwoordigd door Appjection B.V. (N.R. Langeveld), heeft tegen de beslissing van de officier van justitie beroep ingesteld, nadat deze het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 12 mei 2023 heeft de vertegenwoordiger van de officier van justitie de beslissing gehandhaafd en verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.

Betrokkene voerde aan dat de vrachtwagenchauffeur achteruit de straat was ingereden om te kunnen laden en lossen, en dat de vrachtwagen nooit tegen het verkeer in was gereden. Er werd een beroep gedaan op overmacht en er werd gesteld dat er sprake was van bestemmingsverkeer. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de gedraging voldoende was komen vast te staan op basis van de stukken in het dossier, waaronder verklaringen van de verbalisant en ondersteunende foto’s.

Het beroep op overmacht werd door de kantonrechter afgewezen, omdat niet aannemelijk was gemaakt dat de bestuurder onder de gegeven omstandigheden niet anders had kunnen handelen. De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om vergoeding van proceskosten af. De uitspraak werd gedaan door mr. D.D.M. Hazeu, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen 6 weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10406686 \ WM VERZ 23-199
CJIB-nummer : 244410113
Uitspraakdatum : 26 mei 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
[betrokkene]
gemachtigde : Appjection B.V. (N.R. Langeveld)

1.Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

1.1.
Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De zaak is behandeld op de zitting van 12 mei 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Gemachtigde van betrokkene is ook verschenen.
1.3.
De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.

2.Overwegingen

2.1.
De gedraging
De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: handelen ism geslotenverklaring (Bord C2 van het RVV 1990, eenrichtingverkeer).
2.2.
Het verweer tegen de opgelegde boete
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en namens betrokkene wordt aangevoerd dat dat de vrachtwagenchauffeur achteruit de straat is ingereden om te kunnen laden en lossen. Vervolgens is de vrachtwagen in de juiste richting weer weggereden. De vrachtwagen is dus nooit tegen het verkeer ingereden. Gemachtigde van betrokkene doet een beroep op overmacht en stelt daarnaast dat er sprake was van bestemmingsverkeer.
2.3.
Het standpunt van de vertegenwoordiger van de officier van justitie
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.
2.4.
De beoordeling van de gedraging waarvoor de boete is opgelegd
De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken die zich in het dossier bevinden – met name uit de verklaring van de verbalisant ondersteund met foto’s – voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht.
2.5.
De beoordeling van het beroep op overmacht
Het verweer van gemachtigde van betrokkene moet worden opgevat als een beroep op overmacht. Voor een geslaagd beroep op overmacht dient ten minste aannemelijk te worden gemaakt dat de bestuurder onder de gegeven omstandigheden niet anders heeft kunnen handelen dan hij heeft gedaan. Betrokkene had niet zo moeten handelen. Het beroep op overmacht slaagt niet. Het verweer dat sprake zou zijn van bestemmingsverkeerd maakt niet dat de bestuurder van de vrachtwagen het eenrichtingsbord mag negeren. Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.
2.6.
Proceskosten
De kantonrechter ziet geen aanleiding om proceskosten toe te kennen, omdat het beroep ongegrond wordt verklaard.
De uitspraak
De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond;
‒ wijst het verzoek om vergoeding van de proceskosten af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. D.D.M. Hazeu, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: