ECLI:NL:RBNHO:2023:8126

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
12 mei 2023
Publicatiedatum
18 augustus 2023
Zaaknummer
10406508 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen opgelegde administratieve sanctie wegens handelen in strijd met een geslotenverklaring

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 12 mei 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene wegens het handelen in strijd met een geslotenverklaring. Betrokkene had beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen.

De gedraging waarvoor de boete was opgelegd, betrof het rijden in een gebied waar een geslotenverklaring gold. Betrokkene voerde aan dat hij in het bezit was van een verhuisvergunning en dat hij dacht dat hij aan de vereisten voldeed. De kantonrechter heeft de gedraging vastgesteld, maar ook erkend dat betrokkene voldoende inspanningen had geleverd om zijn verhuizing te regelen.

De kantonrechter oordeelde dat betrokkene gerechtvaardigd had mogen vertrouwen op de geldigheid van zijn verhuisvergunning en dat de boete daarom gematigd diende te worden. De uitspraak hield in dat het beroep gedeeltelijk gegrond werd verklaard, de beslissing van de officier van justitie werd gewijzigd en de boete werd gematigd tot nihil. Tevens werd bepaald dat de officier van justitie het betaalde bedrag aan betrokkene diende terug te betalen.

Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen zes weken na de dag van toezending.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10406508 \ WM VERZ 23-181
CJIB-nummer : 250469983
Uitspraakdatum : 12 mei 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]
[gemachtigde]

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De zaak is behandeld op de zitting van 12 mei 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

2.Overwegingen

2.1.
De gedraging
De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: als bestuurder handelen in strijd met een geslotenverklaring in beide richtingen.
2.2.
Het verweer tegen de opgelegde boete
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en namens betrokkene wordt aangevoerd dat hij ten tijde van de gedraging in het bezit was van een verhuisvergunning voor de datum tussen 27 mei 2022 en 25 juni 2022. Er zijn 3 boetes ontvangen in de periode dat hij aan het verhuizen was. Gemachtigde van betrokkene was in de veronderstelling dat hij met de verhuisvergunning voldeed aan de vereisten.
2.3.
Het standpunt van de vertegenwoordiger van de officier van justitie
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.
2.4.
De beoordeling van de gedraging waarvoor de boete is opgelegd
De kantonrechter is van oordeel dat de gedraging weliswaar is komen vast te staan, maar dat betrokkene voldoende concreet en gedetailleerd, zowel mondeling als schriftelijk heeft aangevoerd dat hij alle moeite heeft gedaan om de verhuizing te regelen met de gemeente. Betrokkene mocht er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat hij voor zijn verhuizing alles goed geregeld had en de geslotenverklaring in mocht rijden. De boete zal dan ook worden gematigd tot nihil.
De uitspraak
De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie, in die zin dat de boete wordt gematigd tot nihil;
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. D.D.M. Hazeu, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: