ECLI:NL:RBNHO:2023:8125

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
12 mei 2023
Publicatiedatum
18 augustus 2023
Zaaknummer
10406504 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie en matiging van boete tot nihil

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 12 mei 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene. De sanctie, in de vorm van een boete, was opgelegd wegens het handelen in strijd met een geslotenverklaring in beide richtingen. Betrokkene had beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen.

De kantonrechter heeft de zaak beoordeeld en het verweer van betrokkene in overweging genomen. Betrokkene stelde dat hij in het bezit was van een verhuisvergunning ten tijde van de gedraging en dat hij in de veronderstelling verkeerde dat hij hiermee voldeed aan de vereisten. De vertegenwoordiger van de officier van justitie pleitte voor matiging van de boete naar nihil, verwijzend naar een eerdere uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

De kantonrechter heeft de argumenten van de officier van justitie gevolgd en besloten dat de boete inderdaad gematigd dient te worden tot nihil. Het beroep werd gedeeltelijk gegrond verklaard, en de beslissing van de officier van justitie werd gewijzigd. Tevens werd bepaald dat het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling had betaald, aan hem terugbetaald moest worden. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. D.D.M. Hazeu, kantonrechter, en de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10406504 \ WM VERZ 23-180
CJIB-nummer : 250469610
Uitspraakdatum : 12 mei 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]
[gemachtigde]

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De zaak is behandeld op de zitting van 12 mei 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

2.Overwegingen

2.1.
De gedraging
De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: als bestuurder handelen in strijd met een geslotenverklaring in beide richtingen.
2.2.
Het verweer tegen de opgelegde boete
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en namens betrokkene wordt aangevoerd dat hij ten tijde van de gedraging in het bezit was van een verhuisvergunning voor de datum tussen 27 mei 2022 en 25 juni 2022. Er zijn 3 boetes ontvangen in de periode dat hij aan het verhuizen was. Gemachtigde van betrokkene was in de veronderstelling dat hij met de verhuisvergunning voldeed aan de vereisten.
2.3.
Het standpunt van de vertegenwoordiger van de officier van justitie
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft zich ter zitting op het standpunt gesteld dat de boete op grond van de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden [1] gematigd dient te worden naar nihil.
2.4.
De beoordeling van de gedraging waarvoor de boete is opgelegd
De kantonrechter volgt de vertegenwoordiger van de officier van justitie en bepaalt dat de boete wordt gematigd tot nihil. Het beroep is gelet op de matiging gedeeltelijk gegrond. De beslissing van officier van justitie zal worden gewijzigd.
De uitspraak
De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie, in die zin dat de boete wordt gematigd tot nihil;
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt;
Deze uitspraak is gedaan door mr. D.D.M. Hazeu, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending:

Voetnoten

1.Vgl. de uitspraak van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 24 februari 2023, te vinden op www.rechtspraak.nl met zoekterm ECLI:NL:GHARL:2023:1663.