ECLI:NL:RBNHO:2023:8118

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
26 mei 2023
Publicatiedatum
18 augustus 2023
Zaaknummer
10392684 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens overtreding van geslotenverklaring in beide richtingen

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 26 mei 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene. De sanctie was het gevolg van een gedraging waarbij betrokkene als bestuurder in strijd heeft gehandeld met een geslotenverklaring in beide richtingen. Betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 12 mei 2023 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen.

De gedraging werd vastgesteld op basis van een foto die per e-mail was overgelegd. Betrokkene voerde aan dat hij niets fout had gedaan, omdat er ter plaatse geladen en gelost mocht worden en dat er geen uitzondering op het bord vermeld stond. Bovendien was het in de periode van de lockdown vanwege Covid-19 geen koopavond op donderdag, wat zijn veronderstelling zou kunnen verklaren.

De kantonrechter heeft de gedraging bevestigd op basis van de overgelegde foto, maar heeft ook geoordeeld dat er aanleiding was om de boete te matigen tot € 50,00, met handhaving van de administratiekosten. De uitspraak houdt in dat het beroep gedeeltelijk gegrond is verklaard en dat de beslissing van de officier van justitie is gewijzigd. Betrokkene zal het bedrag dat hij als zekerheidstelling heeft betaald, terugontvangen. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. D.D.M. Hazeu, kantonrechter, en de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10392684 \ WM VERZ 23-162
CJIB-nummer : 246641902
Uitspraakdatum : 26 mei 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De zaak is behandeld op de zitting van 12 mei 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.

2.Overwegingen

2.1.
De gedraging
De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: als bestuurder handelen in strijd met een geslotenverklaring in beide richtingen.
2.2.
Het verweer tegen de opgelegde boete
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft aangevoerd dat hij niets heeft fout gedaan. Ter plaatse mag er geladen en gelost worden. Er staat op het bord geen uitzondering vermeld. Daarnaast was het in Corona-tijd geen koopavond op donderdag.
2.3.
Het standpunt van de vertegenwoordiger van de officier van justitie
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld dat de gedraging op basis van de per e-mail overgelegde foto kan worden vastgesteld en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.
2.4.
De beoordeling van de gedraging waarvoor de boete is opgelegd
De gedraging kan worden vastgesteld op basis van de overgelegde foto. Er is echter wel aanleiding om de boete te matigen tot € 50,00 (met handhaving van de administratiekosten).
Het is verklaarbaar dat betrokkene in de veronderstelling was dat hij de geslotenverklaring in mocht rijden. De gedraging was weliswaar begaan op een donderdag, maar in die periode – lockdown vanwege Covid-19 – was er feitelijk geen koopavond. Het beroep is gelet op de matiging gedeeltelijk gegrond. De beslissing van officier van justitie zal worden gewijzigd.
De uitspraak
De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie, in die zin dat de boete wordt gematigd tot € 50,00 (met handhaving van de administratiekosten);
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. D.D.M. Hazeu, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: