ECLI:NL:RBNHO:2023:8116

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
12 mei 2023
Publicatiedatum
18 augustus 2023
Zaaknummer
10392668 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens handelen in strijd met geslotenverklaring

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 12 mei 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene. De sanctie was het gevolg van een gedraging waarbij betrokkene als bestuurder in strijd heeft gehandeld met een geslotenverklaring in beide richtingen. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 12 mei 2023 waren zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als betrokkene aanwezig. De vertegenwoordiger van de officier van justitie stelde dat de gedraging kon worden vastgesteld op basis van een per e-mail overgelegde foto. Betrokkene voerde aan dat hij onjuist was geïnformeerd door parkeerservice en dat hij een bevestiging van de gemeente had ontvangen, waaruit bleek dat hij de geslotenverklaring in mocht rijden.

De kantonrechter heeft de zaak beoordeeld en kwam tot de conclusie dat, hoewel de gedraging kon worden vastgesteld, er aanleiding was om de boete te matigen tot nihil. Betrokkene had informatie ingewonnen bij de gemeente en mocht erop vertrouwen dat hij de geslotenverklaring in mocht rijden. De uitspraak van de kantonrechter was dan ook gedeeltelijk gegrond, waarbij de beslissing van de officier van justitie werd gewijzigd en de boete werd gematigd tot nihil. Tevens werd bepaald dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling had betaald, aan hem diende terug te betalen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10392668 \ WM VERZ 23-158
CJIB-nummer : 242065389
Uitspraakdatum : 12 mei 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De zaak is behandeld op de zitting van 12 mei 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

2.Overwegingen

2.1.
De gedraging
De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: als bestuurder handelen in strijd met een geslotenverklaring in beide richtingen.
2.2.
Het verweer tegen de opgelegde boete
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft aangevoerd dat hij onjuist is geïnformeerd door parkeerservice. Betrokkene heeft hiervan een bevestiging van de gemeente ontvangen en deze overgelegd.
2.3.
Het standpunt van de vertegenwoordiger van de officier van justitie
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld dat de gedraging op basis van de per e-mail overgelegde foto kan worden vastgesteld. Zij stelt zich daarnaast op het standpunt dat betrokkene er op mocht vertrouwen dat hij de geslotenverklaring in mocht rijden en heeft de kantonrechter verzocht om de boete te matigen tot nihil.
2.4.
De beoordeling van de gedraging waarvoor de boete is opgelegd
De kantonrechter is het met de vertegenwoordiger van de officier van justitie eens. De gedraging kan worden vastgesteld op basis van de overgelegde foto. Er is echter wel aanleiding om de boete te matigen tot nihil. Betrokkene heeft informatie ingewonnen bij de gemeente en mocht op basis van die verstrekte informatie erop vertrouwens dat hij de geslotenverklaring in mocht rijden. Het beroep is gelet op de matiging gedeeltelijk gegrond. De beslissing van officier van justitie zal worden gewijzigd.
De uitspraak
De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie, in die zin dat de boete wordt gematigd tot nihil;
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. D.D.M. Hazeu, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: