Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
- tegen het gezicht, althans het hoofd, van die [benadeelde] te duwen en/of te slaan, ten gevolge waarvan deze ten val is gekomen, en/of
- vervolgens, terwijl die [benadeelde] op de grond lag, deze tegen het hoofd, althans het lichaam, te slaan en/of te schoppen.
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
dezeverdachte worden verweten. Niet bedoeld is in de omschrijving van de openlijke geweldpleging geweldshandelingen verricht door een ander dan de verdachte op te nemen.
- vervolgens, terwijl die [benadeelde] op de grond lag, deze tegen het hoofd te schoppen.
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sanctie
7.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
150 (éénhonderd en vijftig) urentaakstraf die bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door 75 dagen hechtenis.
[benadeelde]geleden schade tot een bedrag van
€ 650,- (zeshonderd en vijftig euro), bestaande uit immateriële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 25 juni 2021 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting. Bepaalt dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door de medeverdachte is betaald, de verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
€ 650,- (zeshonderd en vijftig euro),en bepaalt dat bij gebreke van betaling en verhaal gijzeling kan worden toegepast voor de duur van maximaal 13 dagen en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 juni 2021 tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.